Het kabinet stelt dat gemeenten nog te weinig aan privacybescherming van de burger. Dit zou komen omdat ze het te druk hebben met andere zaken, schrijft De Telegraaf.
Nu de gemeenten vanaf januari zorgtaken gaat uitvoeren, krijgen ze de beschikking over allerhande privacygevoelige gegevens, maar weten ze nog lang niet altijd wat ze daarmee zullen doen.
Het kabinet reageert met deze uitspraak op het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), dat hierover deze week aan de bel trok. Volgens staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) zijn veel gemeenten nu zo hard bezig met het inkopen en regelen van de juiste zorg, dat ze minder oog hebben voor de privacybescherming. “Ze zijn zo druk dat dit niet de hoogste prioriteit heeft.”
Volgens D66-Kamerlid Berndsen zou dat met zo’n belangrijk onderwerp ’niet mogen kunnen’. Teeven heeft gezegd dat hij met het lokaal bestuur in gesprek is en iedereen op het hart drukt er harder aan te werken. Ook zal hij volgend jaar laten onderzoeken of de gemeenten voldoende aan privacybescherming doen. Concrete maatregelen om het op 1 januari aanstaande helemaal op orde te hebben, lijken er echter niet te komen.
Ook minister Plasterk (Binnenlandse Zaken), zelfverklaard hoofd decentralisaties van het kabinet, constateert dat sommige gemeenten de zaken niet op orde hebben. Ze hebben vooral geen plan over wat ze doen als er in een gezin meerdere problemen spelen. Hulpverleners moeten dan weten welke informatie ze met elkaar wel of niet kunnen uitwisselen.
