Meinoud Rost van Tonningen, een van Nederlands meest beginselvaste nazi’s, blijkt in de vroege jaren dertig amoureuze betrekkingen te hebben onderhouden met een Joodse vrouw. Dat schrijft de Volkskrant op basis van onderzoek van de historici Robin te Slaa en Edwin Klijn.
Te Slaa trof een verwijzing naar het liefdesleven van Rost van Tonningen (1894-1945) aan in een brief die voormalig Handelsblad-correspondent George Nypels in 1970 schreef aan Jérôme Heldring. Nypels schreef hierin over zijn tijd in Wenen, waar hij verbleef toen Rost van Tonningen er begin jaren dertig toezichthouder was van de Volkerenbond.
De liaison van Rost van Tonningen zou, als deze voor de oorlog bekend geworden zou zijn, diens aspiraties ongetwijfeld hebben doorkruist, denkt Te Slaa. Voor zijn tweede echtgenote zou het waarschijnlijk een onoverkomelijk beletsel voor een huwelijk hebben gevormd. Ook binnen de NSB zou de liefdesgeschiedenis hem ernstig parten hebben gespeeld.
Rost van Tonningen was de officieuze aanvoerder van de radicale vleugel van de NSB. Na de oorlog wist hij aan de doodstraf te ontkomen door zelfmoord te plegen.
