Het is een gegeven dat we niet met absolute zekerheid kunnen bepalen of de beëindiging van een zwangerschap in week 8 of zelfs daarvoor moord is. Velen van ons hebben daarover wel een mening, maar feit is dat de vele specialisten op dit gebied het er niet over eens zijn wanneer het leven begint. Een flink aantal van hen plaatst het begin van menselijk leven op het moment van de bevruchting van de eicel, omdat het onomkeerbare natuurlijke bereidingsproces dat tot een menselijke persoon leidt op dat moment van start gaat.
Van consensus omtrent de vraag of abortus moord is, kan derhalve geen sprake zijn. Het wordt tijd dit te erkennen. Daarna is het de vraag of we abortus kunnen rechtvaardigen omdát we het nog niet weten, of dat de beëindiging van zwangerschap juist om die reden moet worden vermeden.
Laat ik beginnen te erkennen dat een abortusverbod leed met zich meebrengt. De meeste ‘pro-lifers’ geven het niet graag toe, maar ik zal eerlijk tegen u zijn: een pro-life beleid betekent het structureel dwingen van vrouwen tot het dragen van een ongewenst kind en dat is vreselijk. Het pijnigt me dat dwang binnen mijn wereldbeeld noodzakelijk is. Maar zoals met alle ethische vraagstukken waarvan het verlossende antwoord ontbreekt, is ook in dit geval helder dat uiterste voorzichtigheid dient te worden betracht, waarbij de keuze tussen twee kwaden centraal staat.
Om erachter te komen of dwang ten opzichte van vrouwen het kleinere of grotere kwaad is, dienen we beide wereldbeelden te toetsen aan de implicaties van het hypothetische gelijk van de wederpartij. Stel: we hanteren een abortusverbod. Tien jaar later ontdekt de mensheid onomstotelijk bewijs voor het feit dat abortus tot week 24 helemaal geen moord is. Achteraf kunnen we in zo’n geval vaststellen dat miljoenen vrouwen wereldwijd ten onrechte zijn gedwongen hun niet gewenste kind te dragen. Strafvervolging is niet mogelijk omdat de wet het toeliet, maar met de kennis achteraf is de misdaad onmiskenbaar. Dat dit een enorm leed is moge duidelijk zijn. Maar is het ons kleinere of grotere kwaad waarnaar we op zoek zijn?
Tweede hypothese: ditmaal voeren we een pro-keuzebeleid uit waarbij abortus tot week 24 is toegestaan. Tien jaar later ontdekt de mensheid onomstotelijk bewijs voor het feit dat abortus, in welke week dan ook, wel degelijk moord is. Achteraf kunnen we in dit geval vaststellen dat we tien jaar lang massamoord hebben gepleegd op miljoenen baby’s wereldwijd. Met deze kennis achteraf is het kwaad dat geschiedde wederom evident. Ook is meteen duidelijk dat dit het door ons gezochte grotere kwaad moet zijn.
Elementaire logica ondersteunt namelijk de perceptie dat het doden van een baby vele malen erger is dan het ten onrechte dwingen van een vrouw om haar ongewenste kind te dragen. Ik bepleit daarom dat we, zolang de mensheid het definitieve antwoord op de hamvraag schuldig blijft, er vanuit dienen te gaan dat abortus moord is, of in elk geval een zeer voorbarige terminerende daad betreft.
Dan is er nog de vraag waarom moord erg is en of het überhaupt een vereiste is om een geboren mens te zijn, wil men zich het slachtoffer kunnen noemen van één van die criteria. Is moord iets vreselijks omdat je iemand pijn doet dan wel fysieke schade toebrengt? Ja. Is het erg omdat de nabestaanden hun dierbare verliezen? Natuurlijk. Maar er is nog een reden: Het feit dat je iemand zijn of haar toekomst afneemt is misschien wel de voornaamste reden waarom moord zo onmiskenbaar eindig aanvoelt.
Het slachtoffer houdt op te bestaan en zal nooit meer gebruik kunnen maken van zijn recht om te ervaren, zolang de natuur hem nog niet om zeep hielp. Dit geldt net zo goed voor een foetus, die zo’n zelfde toekomst in het verschiet heeft indien wij slechts zouden besluiten zijn of haar natuurlijke proces met rust te laten. De logica staat u niet toe de in het verschiet liggende toekomst van een foetus of zelfs embryo te ontkennen. Uzelf bent daar immers een levend bewijs van. Oftewel: uw eigen lichaam getuigt tegen u indien u op ‘pro-choice’ bodem staat.
Want als ik u vermoord zou hebben tijdens uw veertiende levensjaar, heb ik dan niet tevens het leven beëindigd van de vijftienjarige versie van u, die van 22 en zo verder? Ironisch genoeg is het niet alleen zo dat een twee weken oude foetus in dit kader net zo goed aanspraak maakt op de claim vermoord te kunnen worden, maar dat het ongeboren leven cumulatief nog veel meer verliest dan een geboren mens: zijn geboorte en alle levensjaren daarna.
Om die reden ligt het voor de hand dat we tenminste één van bovengenoemde criteria voor moord toekennen aan zowel geboren als ongeboren organismen die voortkomen uit de mens. Dit alles heeft tot gevolg dat het afbreken van zwangerschap tot de categorie moord moet worden gerekend, waarbij ruimte voor uitzonderingen uiteraard dient te blijven bestaan. Ik zou het dan ook jammer vinden wanneer toekomstige argumenten vóór de huidige Abortuswet voornamelijk gestoeld blijven op voorbeelden uit de marge, zoals een zware handicap bij het kind, levensgevaar voor de moeder en verkrachting. De meeste ‘pro-lifers’ zijn niet tegen alle abortussen, zoals de meeste ‘pro-choicers’ het niet onder alle omstandigheden legitiem achten. De vuistregel is ook hier de keuze tussen twee kwaden.
Het abortusdebat is wat mij betreft een strikt filosofisch dispuut dat alleen middels de beslissingstheorie (of rationele-keuzetheorie) kan worden beslecht. De Gok van Pascal kan hiervoor als raamwerk fungeren: Wat weten we? Wat weten we niet? Wees bereid te handelen naar de mogelijke uitkomsten van het onbekende en je bent ethisch zuiver bezig. Eerder niet!