Achtergrond

Lodewijk Asscher is de baas

17-11-2014 10:57

De afgelopen tweeënzeventig uur waren niet plezant voor Diederik Samsom. Donderdag verscheen het rapport Politiek van Waarde waarin een commissie onder leiding van Jan Hamming uiteen zette wat de politiek – en in het verlengde daarvan de PvdA – de afgelopen tijd verkeerd heeft gedaan. 

Tegelijk met de publicatie van het rapport presenteerde de partij een resolutie met daarin negen opdrachten voor de eigen politici en bestuurders, lessen getrokken uit het rapport. De pers en de politieke opponenten van Samsom gingen prompt met opdracht negen – besteed een kwart van uw tijd buiten uw kantoor – aan de haal. Dit tot ongenoegen van Samsom zelf, die aangaf dat hij daar “een beetje van baalt“. Arme Diederik, de week was nog lang niet voorbij.

Pleuris

Diezelfde avond brak de spreekwoordelijke pleuris uit in Den Haag. Met veel bombarie en de nodige dramatiek verloor de PvdA-fractie twee leden, Tunahan Kuzu en Selcuk Öztürk. Hun afscheid is tekenend voor de koers die de PvdA de komende maanden gaat varen. Het conflict dat hun exodus inleidde draaide om het integratiebeleid van de partij. Kuzu en Öztürk konden zich, zoals Carel Brendel hier uiteen zet, in extremis niet verenigen met de wijze waarop de PvdA meent met name Turkse Nederlanders te moeten integreren.

Nadat Öztürk een bijzonder onverkwikkelijk dreigement bij integratiewoordvoerder Ahmed Marcouch neerlegde was de koek in de fractievergadering op. Of beide leden zelf uit het zinkende schip zijn gestapt of dat ze vriendelijk doch dwingend de deur gewezen zijn blijft ongewis. Samsom verklaarde enkel dat “de wegen scheiden”.

Ramkoers

Dat kon ook moeilijk anders, maar niet vanwege het integratiebeleid. Beide gevallen engelen zaten op ramkoers met uitgerekend de enige PvdA’er die ten koste van alles geen tegenspraak mag dulden: vicepremier Lodewijk Asscher.

Als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is Asscher de eindverantwoordelijke voor het uitvoeren van het integratiebeleid van het kabinet. Daarom is het logisch dat Kuzu en Öztürk, wanneer zij principieel tegen dit beleid zijn, tegenover Asscher komen te staan. Op zich geen ramp: politieke partijen horen een stevige mate van interne strijd te kennen. De VVD had Hans Wiegel en Frits Bolkestein, bijvoorbeeld – Bolkestein: “Ik vind dat de heer Wiegel een goede gelegenheid voorbij heeft laten gaan om zijn mond te houden.” – Zonder een dergelijke spanning ontstaan Marijnissen-achtige toestanden. Daar wordt niemand beter van. De PvdA had Jan Pronk en binnen het CDA deden Ad Koppejan en Kathleen Ferrier een povere poging deze rol te vervullen tegenover de gedroomde gedoogconstructie met de PVV.

Afvalligen

Het uiteindelijke probleem voor Kuzu en Öztürk was dat Asscher klaargestoomd wordt om Samsom te gaan vervangen – dat ziet inmiddels zelfs de Telegraaf. Wat de PvdA, wanneer Samsom weg is, ten koste van alles zal willen voorkomen is starten met een leider die geen gezag binnen de eigen partij uitstraalt. Dat zullen de beide afvalligen ook geweten hebben overigens, dus wat dat betreft hebben ze hun vertrek geheel aan zichzelf te wijten. Misschien was dat ook wel de bedoeling, want de eigen beweging die nu opgericht wordt krijgt in ieder geval direct de nodige publiciteit en twee zetels in de Tweede Kamer.

Bijkomend voordeel van dit echec is dat Samsom wederom niet in staat is gebleken zijn eigen partij bij elkaar te houden. De coalitie is nu geslonken naar zevenenzeventig zetels. Nog steeds een meerderheid, maar geen beste.

Vanuit de VVD worden wederom scheve blikken richting de weifelende partner geworpen, en terecht. Met de verkiezingen voor de Provinciale Staten in het vooruitzicht is het inderdaad een kwestie van tijd eer Samsom zelf inziet dat hij weg moet of wellicht een motiverende duw richting de uitgang krijgt. Asscher neemt het dan over, met naast hem de andere hoofdrolspeler in dit verhaal, Ahmed Marcouch.

Realpolitiek

Marcouch is noodzakelijk want de PvdA heeft dankzij deze catastrofe een klein electoraal probleem. Er wordt nogal eens grappend geopperd dat PvdA tegenwoordig voor Partij van de Allochtonen staat. Dat is een vertekening van de werkelijkheid maar feit blijft dat de partij een zo breed mogelijk publiek wil aanspreken, inclusief zij die uit den vreemde komen en hun nazaten.

Dat ideaal heeft nu linksom of rechtsom een tik opgelopen en daarmee is het electorale potentieel van de PvdA geschaad. Misschien is dat cynisch, maar een wat hardere dan wel realistischer koers zou de PvdA goed doen. Of, zoals Ibrahim Wijbenga van het CDA stelde, tijd voor realpolitiek. Doen ze bij zijn partij blijkbaar ook aan.