Het kabinet heeft geaccepteerd dat waarschijnlijk alle gijzelnemers zouden omkomen bij het militaire ingrijpen waarbij een einde werd gemaakt aan de treinkaping bij De Punt in 1977. Dat blijkt uit archiefonderzoek dat minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) heeft laten doen op verzoek van de Tweede Kamer.
“Het doel van het plan was de bevrijding en bescherming van de gegijzelde passagiers in de trein. De consequentie dat waarschijnlijk alle gijzelnemers zouden omkomen, werd aanvaard. Het uitgeoefende geweld door de precisieschutters en de mariniers viel binnen de grenzen van de geweldstoepassing die door het bevoegd gezag was voorzien en aanvaard”, aldus Opstelten woensdag in een verklaring. In het archiefonderzoek zijn geen feiten of omstandigheden naar voren gekomen waaruit blijkt dat het besluit tot ingrijpen destijds onzorgvuldig, onvolledig of onjuist is geweest. Het optreden berustte op een toereikende wettelijke grondslag, aldus de minister.
Het verslag beschrijft de politieke verantwoording die is afgelegd in 1977. Het archiefonderzoek bevestigt op vrijwel alle punten hetgeen het kabinet in 1977 in de Tweede Kamer heeft verklaard en in het kabinetsverslag heeft geschreven. Eén mededeling komt niet overeen met de bevindingen van het onderzoek. Dit is de mededeling dat er in de trein niet is geschoten op gijzelnemers die zich niet met een vuurwapen verzetten. Bij de gijzelnemers in de kop van de trein zijn wel wapens aangetroffen, maar er zijn geen aanwijzingen gevonden dat zij zich daarmee hebben verzet. Bij de vrouwelijke gijzelnemer op wie is geschoten is naderhand geen wapen aangetroffen.
In het archiefonderzoek wordt ook nader ingegaan op een interne nota van het ministerie van Justitie van 1 maart 1978 over de sectierapporten van de overleden gijzelnemers. In 2013 werd in de media bericht dat die nota zou vermelden dat de gijzelnemers door 144 kogels zijn getroffen. De nota heeft echter geen betrekking op het aantal kogels maar op het aantal uitwendige verwondingen. Volgens het NFI is het niet mogelijk om uit de autopsierapporten af te leiden door hoeveel kogels de gijzelnemers zijn getroffen.
Molukse jongeren hadden de trein bij De Punt eind mei 1977 gekaapt. Op 11 juni werd in opdracht van toenmalig premier Joop den Uyl en minister van Justitie Dries van Agt met veel geweld een einde gemaakt aan de kaping. Daarbij kwamen zes kapers en twee gijzelaars om het leven.
‘Dries van Agt wilde Molukse treinkapers De Punt dood hebben’