Natuurlijk staat de evolutietheorie van Darwin als een huis. Zoals dat altijd gaat met theorieën die miljarden jaren verklaren waren er nog wat plekken die ingevuld moesten worden. De explosie van leven die zo’n 530 miljoen jaar geleden plaatsvond is zo’n plek.
Eerder werd ontdekt waarom Darwin het plotselinge ontstaan van fossielen tijdens de Cambrische Explosie niet kon verklaren. Voor die explosie waren er simpelweg geen dieren met skeletten, en daarom geen fossielen. Het Cambrium markeerde niet het begin van leven, het markeerde het begin van leven met harde delen. Wetenschappers ontdekten eerder dat evolutie in die periode vijf keer sneller dan normaal ging.
Maar waarom?
Onderzoekers van de University of Texas hebben ontdekt wat mogelijk de eindoplossing van Darwin’s Dillema is. Op de grens van het Precambrium en en Cambrium vonden enorme veranderingen in op tektonische gebied plaats. Daardoor verspreidde zich ondiep oceaanwater over de continenten, waardoor meercellig leven met skeletten mogelijk werden.
De tektoniek zorgde ervoor dat zich tussen de oude continenten Laurentia (tegenwoordig Noord-Amerika) en Gondwanaland een instroomopening vormde. Daar stroomde voedselrijk oceaanwater binnen, dat voor ideale omstandigheden voor snellere evolutie zorgde.
Het is voor het eerst dat een dergelijk onderzoek geologisch bewijs van alle huidige continenten verzamelden. De tektoniek werkt nog steeds, en is verantwoordelijk voor de grote aardbevingen. Met deze ontdekking zijn de voorstanders van intelligent design alweer een stokpaardje kwijt. Eerst werd een missing link gevonden, en nu blijkt er een normale verklaring voor wat eerst Gods werk leek.