Aan alle feministen die oproepen het stuk van Thierry Baudet niet serieus te nemen een welgemeend ‘you-go-girl!’. Maar je kan het natuurlijk ook wél serieus nemen. Want wat is er eigenlijk gebeurd met oprechte, gelijkwaardige liefde? Baudet slaat de plank mis. Even recht timmeren, te beginnen bij het citaat van Nescio.
“Jongens waren we, maar aardige jongens.” De openingszin uit Titaantjes ontroert niet vanwege de nederlaag die er volgens Baudet in verborgen ligt maar vanwege de verontschuldiging. Het is de verontschuldiging van de romantische, goedbedoelende puberjongen die van zijn ouders heeft geleerd dat je niet alleen meisjes, maar iederéén moet respecteren.
Dat soort aardige jongens – daarvan zijn er niet veel meer. Maar dat ligt niet aan de vermeende wreedheid van de jonge vrouw. Jongens én meisjes zijn gecorrigeerd door onze tijdsgeest waarin mannen als Wolf of Wallstreet Jordan Belfort idolen zijn. Gecorrigeerd door de maatschappij waarin altijd alles te koop is. Je imago, je uiterlijk en zelfs de liefde.
Wie daarin niet in mee wil gaan maakt zich verdacht: waarom niet datgene aanschaffen waar je recht op hebt, als het zo eenvoudig te verkrijgen is? Baudets ansichtkaartje met ‘ik hou van je’ wordt niet verscheurd maar met argwaan in ontvangst genomen. ‘Welk doel dient dit kaartje, wat wordt er voor terug verwacht?’. Het geloof in de simpele oprechtheid ervan bestaat niet meer, er móét wel een verborgen agenda zijn. Dus dromen de naïeve jongelingen van een ongeveinsde liefde, van het ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’- sprookje dat inmiddels allang door de commerciële filmindustrie ten gelde is gemaakt.
Die dromen zijn tevergeefs. Aardige mensen halen het slechtste in minder aardige mensen naar boven. Daar kunnen best wat evolutionaire theorietjes tegen aangegooid worden: profiteren van ‘zwakkeren’, pakken wat je pakken kunt – alles voor het voortbestaan van je eigen ik. De excessen op Wallstreet zijn er het topje van de ijsberg van. Ze vallen op omdat het over enorme sommen geld gaat maar zijn in feite exemplarisch voor wat er dagelijks, overal ter wereld, op kleine schaal gebeurd. Zoals het meisje dat achterop de scooter van een klootzak stapt. Want hij heeft tenminste bewezen kapitaalkrachtig genoeg te zijn om voor zijn eigen vervoer te kunnen zorgen. En misschien valt er dan nog een graantje mee te pikken.
De aardige jongens en meisjes slaan het gade en voelen zich alsmaar kleiner worden. Want waar kunnen ze nog terecht met hun idealen over een mooie wereld? Kindertjes helpen in Afrika is big business, Max Havelaar is corrupt, een biologisch keurmerk is vooral een imagokeurmerk geworden en lid worden van een (linkse) politieke partij is al helemaal lachwekkend. Schofterige tegenpolen boezemen de goeiige sukkels steeds meer ontzag in waardoor er nog meer profijt van ze wordt gemaakt. En geef de zelfbewuste individualist eens ongelijk. Is al het liberale vrije markt-denken soms voor niets geweest?
Dít is de realiteit. Jongelui kunnen lid worden van Greenpeace, wegdromen in de bioscoop of hun hartenwens sublimeren tot een gedichtenbundel (die niet wordt uitgegeven natuurlijk – daar is geen publiek voor). En wachten op een kering van het tij is slechts een zoveelste fout die ze kunnen maken. Dus ja, dan maar het heft in eigen hand nemen en zich een tweede, brute, egoïstische, natuur aan meten. Zo kunnen ze op cursus gaan bij Jordan Belfort. Gisteren wist hij vijfduizend man naar de Rai te trekken met zijn verhaal over ‘hoe je alles wat je wil kan krijgen’.
Salesguru’s zoals Belfort hebben, net als de door Baudet aangehaalde versiercoach Julien Blanc, een methode ontwikkeld om de relatie met concurrerende partijen (iedereen dus) te manipuleren. Door ‘allerlei slimme technieken voor lichaamshouding, gesprekswending en interactie met de rest van de omgeving’ leren zij je hoe je de ander het gevoel kan geven dat jij de machtigste bent. Niet de ander maar jij bent het beste product. Het blijkt inderdaad dat met ‘een aantal truukjes’ onzekerheden kunnen worden overwonnen en de ene na de andere deal gesloten kan worden. “Don’t be afraid to sell yourself,” voerde een opgefokte Bellfort het hongerige publiek.
Het is niet de angst voor het bed die volgens Baudet overwonnen moet worden maar de angst voor de marktplaats. De arena moet niet betreden worden met het idee: ‘Help, wat zou de ander (m/v) van me vinden…’ maar met de gedachte: ‘Ik ga je pakken.’ Doe je dat niet dan zal dat opnieuw de nodige argwaan wekken bij de andere partij. Je moet wel de indruk wekken dat je gelooft in het product dat je verkoopt. In jezelf dus. ‘Zelfvertrouwen, dominantie: focus’, het is letterlijk wat Belfort predikt.
En, ja, het werkt. Wat een hypocrisie om Belfort een despotische graaier te noemen als we massaal naar de bioscoop zijn gerend om ons te verlustigen aan de verfilming van zijn hoogtijdagen op Wallstreet. Dat het hem na zijn val weer gelukt is grandioos uit zijn as te herrijzen spreekt alleen maar meer tot onze verbeelding. De realiteit is dat mensen niet met respect behandeld willen worden door degene met wie ze zaken doen (again: iedereen). De realiteit is dat we overrompeld en verleid willen worden met de belofte op een ‘beter’ (lees: rijker) leven.
Dat er aardige jongens en meisjes zijn die zo naïef zijn in een goede wereld of ware liefde te geloven, en daardoor ‘de deksel op hun neus krijgen’ heeft niets met sekse te maken, zoals Baudet stelt, maar met de verschraling van ons gevoelsleven door ons treurige, ingebakken kosten-batendenken. Het kaartje met ‘ik hou van je’ is enkel nog een instrument om er iets anders voor terug te krijgen: liefde, aandacht of seks. Het is de wereld als markt en strijd waarin degene die van de liefde geen onderhandeling wil maken altijd verliest.
Bo van Houwelingen is psycholoog en journalist en schrijft onder andere voor nrcq.nl.