“Vergeet het maar dat ik ondernemer word in deze tijden. Want wie in de crisis een bedrijf begint die zal snel over de kop gaan.”, dat hoor ik vaak als ik op mbo’s en hbo’s mijn zoveelste praatje over ondernemen kom vertellen.
Ik vraag me af of de crisistijd zoveel anders is dan de gouden jaren negentig. Zelf zit ik al jaren als tussenpersoon in de huishoudelijke apparaten. Ik verkoop onderdelen van machines. Mijn stalen en ijzeren pinnetjes zitten in naaimachines, stofzuigers, strijkijzers, u noemt het maar. Ik begon mijn bedrijf toen ik nog als verkoper werkte bij de Mediamarkt, en zocht ’s avonds naar de beste fabrikanten, distributielijnen en afnemers. Lang heb ik voor niets gewerkt, met slaapgebrek en een beperkte beurs als gevolg. Maar altijd hield ik vertrouwen, een glimlach en ik durfde het kaartenhuis van producent-ondergetekende-producent op basis van losse afspraken op te zetten, voordat ze in de inkt van harde contracten werd gezet.
De Amerikaanse econoom Paul Collier wees erop dat volken in de diaspora vaak zo’n goede zaken deden (The Bottom Billion). De Chinezen, Indiërs en Libanezen in ballingschap, ze hielpen elkaar met vriendendiensten en ze vertrouwden elkaar. Vertrouwen is het sleutelwoord voor wie met weinig geld een bedrijf op wil zetten. Collier denkt dat het er in Afrika economisch veel beter voor zou staan als de mensen elkaar daar maar (konden) vertrouwen.
Ik denk dat dat het verschil tussen de millennials en de ondernemers die in de jaren negentig een bedrijf startten, een gebrek aan vertrouwen is. Begrijp me niet verkeerd, dat is meer dan terecht gezien de jeugdwerkloosheid in sommige Europese landen, het jarenlange bombardement met crisiscijfers in de kranten. Maar de jongere die hier niet bang voor is, zijn beste glimlach op kan zetten en een bedrijfje begint, die is spekkoper. Vooral als zijn generatiegenoten van bangheid achter Facebook blijven zitten.
Als jij vertrouwen hebt in je markt, in je toeleveranciers, je medewerkers, je bank, dan voelen zij jouw vertrouwen ook. Zo zal de toeleverancier je serieus nemen in prijsonderhandelingen, je medewerkers zullen naar je luisteren, en je bank is misschien iets eerder bereid om je een lening te geven voor die noodzakelijk investering. De markt, dat zijn de mensen. En ja, die kopen het liefst bij iemand met een brede glimlach dan bij een bang muisje.
Dus wees niet bang om als je ’s avonds thuis komt aan dat kaartenhuis te bouwen. Zolang je rustig blijft ademen zul je de kaarten niet omblazen. Het beton, dat komt later wel.