De komst van de Westermoskee in Amsterdam was niet voor iedereen goed nieuws. Een Turkse bezwaarmaker tegen de moskee-in-aanbouw is naar eigen zeggen afgeperst en bedreigd. Onder grote druk van de Turkse onderwereld, en dankzij bemoeienis van een medewerker van het Turkse consulaat, trok de man zijn bezwaar terug. Dit was een overwinning voor woningbouwvereniging Het Oosten (het huidige Stadgenoot), dat het bezwaar van tafel wilde hebben. Voor ‘de klus’ werd 125.000 euro betaald. Onder meer deze feiten tekende journalist Kemal Rijken op zijn boek De Westermoskee en de geschiedenis van de Nederlandse godsdienstvrijheid.
Rijken kreeg het dossier van het Openbaar Ministerie omtrent de zaak in handen. In 2008 deden de bezwaarmaker en zijn advocate Famile Arslan aangifte van afpersing en bedreiging, waarna het OM aan een onderzoek begon. De Turkse Nederlander was verschillende malen lastiggevallen en bedreigd door Turkse onderwereldfiguren. Rijken: “Uit het Justitieel dossier blijkt dat de bezwaarmaker zo zwaar onder druk stond dat hij wel móest tekenen.” De man was tegen de komst van de Westermoskee omwille van mogelijke archeologische vondsten. “Omdat er door het bezwaar niet gebouwd kon worden, werd de kapitaalvernietiging voor projectpartner Het Oosten te groot”, zegt Rijken.
Ex-medewerkers van Het Oosten verklaren en het boek destijds ineens met de onderwereldtypes te zijn geconfronteerd. Ze spreken van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. “Het bezwaar moest hoe dan ook van tafel, zodat Het Oosten de appartementen naast de moskee kon bouwen”, aldus Rijken.
Door het intrekken van het bezwaarschrift (begin 2008) kon de bouw alsnog doorgaan. Dit was een overwinning voor Het Oosten, maar een tegenvaller voor het toenmalige moskeebestuur. “Het bestuur had de grond verkocht aan de gemeente Amsterdam voor 6,13 miljoen euro, maar was er na een hertaxatie van overtuigd dat het terrein 11 miljoen euro waard zou zijn.” De gronddeal had één uitzonderingsregel: indien er niet vóór 31 december 2009 werd gebouwd, zou het moskeebestuur de grond terugkrijgen. Daarna kon het terrein voor een hoger bedrag opnieuw worden verkocht, zo dacht toenmalig moskeevoorzitter Fatih Üçler Dağ. “Het bezwaar was voor het bestuur op zijn zachtst gezegd interessant te noemen”, stelt Rijken vast. Uiteindelijk kwam de moskee er in 2014.