Achtergrond

Waarom de stakingsbereidheid in België zo groot is

25-11-2014 18:38

Zijn de Nederlandse vakbonden zulke doetjes of zijn de Belgische vakbonden keiharde diehards? Hoe het ook zij, de Nederlanders begrijpen niks van de overweldigende stakingsbereidheid in België die niet zozeer gericht is tegen de noodzakelijke regeringsmaatregelen, maar die gaat om unverfroren politieke macht. 

Eerst een kort woordje van uitleg. In tegenstelling tot Nederland is België nog altijd een sterk verzuild land. Je hebt er drie grote vakbonden die samenvallen met deze drie zuilen: de katholieken (ACV), de socialisten (ABVV) en de liberalen (ACLVB), de kleinste vakbond. Wie lid is van bijvoorbeeld de katholieke vakbond is meestal ook lid van de christelijke mutualiteit (ziekenfonds), stuurt zijn kinderen naar katholieke scholen of universiteiten, in het weekend gaan hun kinderen naar de Chiro (soort katholieke padvinders, want als je liberaal bent dan gaan ze naar de scouts) en hij heeft zelfs zijn spaarcenten ondergebracht bij een katholiekgezinde bank. Voor de liberalen en de socialisten geldt hetzelfde. Ook zij hebben hun eigen ziekenfondsen, banken, vakantieparken, enzovoort. En ook al neemt het aantal zwevende kiezers in België toe, als je lid bent van de christelijke vakbond stem je veelal voor een centrumpartij zoals de christendemocraten en als je socialist bent dan gaat je stem naar links.

Verregaand cliëntilisme

De zuil waar je lid van bent zorgde in het niet zo verre verleden voor je van de wieg tot het graf. Vooral bij de socialisten ten zuiden van de taalgrens is die zuilenbinding nog altijd heel sterk aanwezig. De Parti Socialiste zorgt er als gevolg van verregaand cliëntilisme in heel veel gevallen voor dat je een (overheids)baan krijgt, of van een uitkering kunt genieten als je onverhoopt je baan verliest.

Historisch gezien hebben de Belgische vakbonden altijd een heel sterke positie gekend. Toen heel Nederland nog koeien melkte was België na het Verenigd Koninkrijk het eerste land op het Europese continent dat in de 19e eeuw zijn intrede deed in het industriële tijdperk. Door de uitwassen van het kapitalisme hebben de Belgische vakbonden hun bestaansrecht toen dubbel en dwars bewezen. Tot aan de dag van vandaag hebben zij daar een sterke positie aan overgehouden.

Vakbondslidmaatschap kost geen drol

Bijna iedere Belgische werknemer is lid van de vakbond. In totaal zijn er dat zo’n kleine 3,5 miljoen. Een aantal waar de Nederlandse vakbonden hun vingers bij zouden aflikken. Maar het vakbondslidmaatschap kost ook bijna geen drol. Het overgrote deel wordt trouwens vergoed door een verplichte werkgeversbijdrage. Voor dat luttele bedrag, dat je uiteindelijk zelf op tafel moet leggen, krijg je als vakbondslid heel wat terug:

  • Je kunt er je kinderen voor een appel en een ei naar zomervakantiekampen sturen die zij zelf in hun bezit hebben. Want die zuilen zijn verre van armlastig.
  • Ook vormen de bonden voor hun leden vaak een soort sociaal secretariaat. Als je niet weet hoe je bijvoorbeeld een bepaalde subsidie aanvraagt of als je hulp nodig hebt hoe je je belastingbiljet moet invullen dan maakt de bond dat graag voor je in orde.
  • Maar de meeste klantenbinding hebben de bonden doordat ze de werkloosheidsuitkeringen aan hun leden betalen, mochten zij plotsklaps werkloos worden. Natuurlijk betalen de bonden die niet uit eigen zak. Het is een sigaar uit eigen doos, want ze krijgen dit geld van de overheid en storten dat na afhouding van een percentage door aan de uitkeringsrechthebbenden. Zo denken veel werknemers dat niet de staat maar de vakbond de wilde weldoener is van al die uitkeringsgelden. Wellicht is dit de belangrijkste manier van de Belgische vakbonden om aan klantenbinding te doen.

Dan is er nog een andere verklaring waarom de vakbonden zo sterk staan in België. In tegenstelling tot Nederland is er in België veel meer machtsafstand. Het is een katholiek land dat overheerst en onderdrukt is geweest. Hierdoor is er veel meer hiërarchie dan in het egalitaire Nederland dat zijn waarden en normen veel meer ontleent aan het calvinisme. Nederlanders geloven ook veel meer in het consensusmodel. In onze strijd tegen het water moet er immers gepolderd worden en daarin is iedereen gelijk. In België is echter veel meer sprake van een conflictmodel. Een model dat stamt uit de 19e eeuw maar dat door de vakbonden maar al te graag in stand wordt gehouden.

De allerbelangrijkste reden van de huidige stakingsacties zijn echter niet de broodnodige veranderingen die ook in België moeten worden doorgevoerd. De ware reden is namelijk dat de socialisten geen deel meer uitmaken van de nieuwe Belgische regering. Vooral de socialistische vakbond heeft hierdoor het gevoel dat haar machtsbasis is aangetast nu ze niet meer aan de knoppen mag draaien. In die zin is het niet zozeer een staking tegen de noodzakelijke maatregelen, maar is het vooral een politieke staking waarbij het om de macht gaat.