Hij heeft net nog even gekeken naar de plek waar de laatste rock ’n roll held van Nederland zijn laatste levensminuten doorbracht. Waylon zit in de lobby van het Hilton Hotel, een van de beroemde hangouts van Herman Brood. ’Ja, je moet toch weten waar het gebeurde’, zegt hij. ’Ik ben even de trap opgelopen naar het dak.’
Waylon, winnaar van de tweede editie van de Herman Brood Award, is nog altijd onder de indruk van de dood van de rock ’n roll junkie die op 11 juli 2001 van het dak sprong van het Amsterdamse hotel.
’Hij is een van mijn helden, net als Hazes trouwens. Met Brood’s basgitarist Ivo Severijns speel ik in nu in de band. Dat is eervol. Brood was een artiest die zijn eigen plan trok. Ik deel artiesten in drie categorieën in. Je hebt zangers, muzikanten en artiesten. De eersten zingen een liedje van een ander. Dan zijn uitvoerders. Dan zijn er de muzikanten, maar die hoeven niet per se op de voorgrond te treden. Tenslotte zijn er de performers. Zij zoeken het podium op met alle gevolgen van dien. Brood hield het lang vol omdat hij zijn lekker eigen gang ging.’
Waar is Waylon #
Waylon lijkt hier bijna in de derde persoon over zichzelf te praten. De als Willem Bijkerk geboren zanger ontpopte zich in 2014 tot een van de meest eigenwijze en tegendraadse publieke figuren toen hij ineens verdween na het succesvolle songfestival optreden met Ilse de Lange.
’Ik was gewoon thuis hoor. Maar op internet stond: ‘#Waar is Waylon’. Er was niks aan de hand, mijn contractuele verplichtingen was ik nagekomen and that was it for me. Ik was drie dagen onder de radar na twee maanden elke dag in het nieuws te zijn geweest. Ik was gewoon aan het chillen. Als er iets teveel aan mij getrokken wordt, zet ik de hakken in het zand. Maar omdat ik niks op Twitter of Facebook plaatste, dachten ze: oh, hij ligt weer in de goot.’
Maar Waylon ligt niet in de goot. Hij drinkt keurig koffie verkeerd, waar Brood op zulke momenten graag crème de menthe naar binnen tikte. Toch zijn de parallellen tussen de twee knuffelbare bad boys opvallend. Waylon reisde net als Brood naar Amerika om de nuffige poldernatie te ontvluchten en maakte vervolgens een prachtige cd die lovende recensies ontving en een platina positie veroverde in de hitparade.
Eigenwijze autodidact
Net als Brood is Waylon een eigenwijze autodidact die zichzelf opleidde aan de hand van het werk van zijn muzikale peetvaders. Brood ging nog naar de kunstacademie – inmiddels is er zelfs een rockacademie naar hem vernoemd- maar daar werd hij verwijderd wegens onhandelbaarheid.
Beiden gebruikten drugs, maar bleven altijd helder over hun doel: succesvol worden in de kunsten. Waylon’s cd Heaven After Midnight, die op 1 binnenkwam, is het werk van een buffelende artiest die onderdook in Nashville en sleutelde aan nummers die afrekenen met demonen uit zijn verleden. Alleen de zeer sterken kunnen het rock ’n roll bestaan aan.
Vandaar dat we onze cowboyhoed afnemen en chapeau wuiven en hem eren.
Waylon is de enige ware troonpretendent van de laatste rockzanger van de lage landen. Zijn compromisloze overgave aan muziek, zijn laconieke omgang met het BN-er-schap en zijn neiging om overal eerlijk over te zijn maken hem tot schatbewaker van het werk en gedachtegoed van Herman Brood.
Heb je wel eens gewanhoopt dat je het niet zou redden? Brood overleefde in zijn beginjaren door in te breken.
’Er was wel een moment, nadat ik afgekickt was van alle drugs en ik een beetje bezinning in mijn hoofd kreeg en mezelf afvroeg: wat moet ik doen?’
Toen was je al tien jaar aan het aanmodderen. Wat heb je die jaren gedaan?
’Learning my crap and paying my dues. Ik heb overal gezeten. Een jaar Amerika, Rosmalen, Den Bosch. Arnhem. Baantjes gehad. Overal. Ik ben taxi-chauffeur geweest, heb gewerkt in een slachthuis, aan de lopend band: ik moest de levers eruit snijden. Als je fout sneed, gutste het bloed over je handen. In winkels gewerkt. Me ingezet als vertegenwoordiger in kozijnmaterialen. Op de bouw gestaan als manusje van alles. Schoonmaker. ’s Ochtends vroeg koerier spelen. Sigarettenautomaten vullen. Lease-auto’s wegbrengen. Alles.’
Waarom niet naar de Herman Brood rockacademie?
’Nee, dat is allemaal veel te conformistisch voor me. Ik had ook vier jaar kunnen studeren. Maar een garantie is er niet dat als je naar school gaat dat je dan krijgt wat je ambieert. Ook niet op een muziekschool of een kleinkunstacademie. Joh, ik zou ruzie krijgen met alles en iedereen. Daar kan ik niet zoveel aan doen. In de jaren dat ik overleefde heb ik wel mijn helden ontmoet. Ik heb nog stoned met Willy Nelson in de bus gezeten na een optreden in Paradiso.
Waylon Jennings, de held waarna ik mezelf vernoemd heb en bij wie ik een tijdje in huis woonde in Nashville, had geregeld dat ik backstage naar binnen kon bij Willy Nelson. Dus, ik naar dat concert toe, maar die Willy Nelson zegt helemaal niks tegen mij. Na de show pakt hij me ineens vast: You’re coming with me. Ik zat een dik uur in de bus en we speelden en blowden. Als hij een gitaar pakt en begint te zingen dan naait hij iedereen op deze wereld.’
Hoe erg was je toen verslaafd?
’Toen nog niet zo.’
Wim Kieft niveau of recreatief?
’Ik ging later wel elke dag te keer. Alles wat ik had ging daar naar toe. Ik had een hoop schulden, al met al tussen de 70.000 euro en een ton. Dat krijg je als je vijf jaar geen belasting betaalt, omdat je leeft als een zwerver. Dit speelde zich vooral af na mijn eerste huwelijk. Ik was vader, maar zag mijn kind niet meer. Maar het is een mooi verhaal.’
Brood zei ooit: ’Ik ben nog steeds blij met de man die mij destijds aanzette om drugs te gaan gebruiken.’
’Ja. Ik vond het schitterend. I kissed the street. Lekker.’
Pardon?
’Mensen zeggen wel eens: nou je hebt een hoop meegemaakt, nee ik heb een hoop veroorzaakt. Dat is nét wat anders hè. Maar ik hoef geen medelijden, want het waren mijn eigen beslissingen. Ik stond ’s ochtends op en het eerste wat ik wilde was even iets scoren. Na het wakker worden begon ik meestal eerst met blowen. Ik woonde in Arnhem en ging dan spelen in een café. Kreeg je 100 euro. Kon je twee gram van kopen. Dat hield ik zo’n 3,5 jaar vol.’
Hoe zag je eruit?
’Niet. Ik zat in een circuit met niet de meest frisse figuren. Maar ik heb persoonlijk nooit iemand benadeeld of gevochten ofzo. Knokken. Dat vind ik zo zinloos: Mijn vader zei altijd: wat hier zit (wijst op zijn armspieren) ben je daar kwijtgeraakt (tikt op zijn hoofd). Ik kwam er altijd wel uit met mijn bekkie. Ja, bij de belastingdienst en de zorgwetverzekeraar stond ik in het krijt. Kom me maar halen, dacht ik dan. Wat wilden ze me afnemen dan? Ik had helemaal niks.’
Brood zei: ’Ik verzamel geen geld, maar mooie momenten.’
‘Ik heb altijd een gekke vorm van aandacht nodig gehad. Ik heb geen behoefte om de BN-er te zijn. Ik wil aandacht om wat ik doe. Je wordt muzikant, maar je wordt er meteen BN-er bij. Een halen, maar twee betalen. Het enige privilege dat ik van Bekend Zijn heb is dat ik wel eens een tafeltje krijg in een restaurant als ik met mijn naam bel. Voor de rest alleen maar nadelen. Op straat keihard worden aangeklampt als je haast hebt. Altijd maar met je willen praten en op de foto. Het is de vloek en de zegen. De fans zorgen ervoor dat ik naar die restaurants kan en in dat mooie huisje kan wonen. Dat ik in een fijne auto rij en een mooie jas kan kopen. Ik ben deze mensen ook dankbaar. Maar ik ben niet dankbaar dat ik BN-er ben. Naar gala’s vol types die zichzelf feliciteren ga ik nooit toe. Met zo’n strikje. Ik heb niet eens een smoking. Als er op de uitnodiging van een rode loper event staat dat je in smoking moet komen, dan….kom op….dat is gewoon een dom verkleedfeest!’
Brood verkleedde zich ook, om in functie te zijn.
’In dat opzicht lijk ik wel op hem. Een bepaalde mate van ijdelheid wordt me opgedrongen, terwijl ik het liefst een gezellige dikke man wordt. Maar als artiest mag je geen dikke plofkop krijgen.’
Je houdt van vrouwen, maar ze zijn ook je beschermengel, zoals Xandra Brood bij Herman, lijkt het.
’Ik ben 24 uur met mijn meissie samen, Joëlle Witschge. Al bijna een jaar. Toen het succes gekomen is ben ik op dat gebied rustiger geworden. Alle mannen in haar familie (Joëlle Witschge is dochter van oud-voetballer Richard Witschge) zijn nog jongetjes. De hele schoonfamilie bestaat voor grote meerderheid uit vrouwen trouwens. Dat is een voorrecht hoor. De dames zijn verzorgender. Dat zijn de aanpakkers. De mannen zijn flodderaars.’
Bij een cd-presentatie in het Utrechtse winkelcentrum Hoog Catharijne stonden er drie rijen dik vrouwen die je allemaal even enthousiast knuffelt en gedag zegt. Maar allemaal in het nette.
Begint te lachen: ’Ik zeg altijd: als je aan de lijn begint, moet je hem afmaken. Dat zei ik ook altijd als ik coke gebruikte. Ha. Ik probeer mensen maar een beetje op hun gemak te stellen, want anders wordt het voor mij ook weer ongemakkelijk. Tegelijkertijd ben ik heel erg op mezelf. Ik heb geen enorme vriendengroep waarmee ik op donderdagavond afspreek omdat ze ’kennissen’ zijn. Dat doe ik niet. Twee vrienden heb ik en daarmee praat ik overal over muziek.’
Brood zei ooit: ’Overal ben ik welkom, en toch hoor ik nergens bij.’ En bij Ilse de Lange dan? Op je cd staat nog een nummer dat je samen met haar schreef en dat zelfs je nieuwe single is: Love Me.
’Daar praat ik niet meer over, alleen als zij hier bij komt zitten. Dan heb je hoor en wederhoor. Maar dan wordt het echt huilen. Twee dagen na het songfestival zei ze dat ik een leuke jongen was. We waren ’net een broer en zus’, alle superlatieven kwam voorbij. Twee maanden later hoor ik dat het songfestival ’de meest zwarte periode’ uit haar leven was. Dat vond ik heel raar. Het is beter dat ik daar nou geen uitspraken over doe.’
En dus?
’Wat ik erover kan zeggen is dat ik me niet gewaardeerd voelde. Zakelijk en muzikaal gezien. Mijn grootste frustratie was dat ik me als artiest niet genoeg kon uiten in The Common Linnets. Ik heb the odds against me, dat weet ik ook. Maar gevoelsmatig klopte het niet. Ik kon mijn artiest zijn niet opzij zetten. En als het niet goed voelt, kan ik het niet. Ik kan totaal niet voetballen, maar als ik moet voetballen trek ik een heel pak aan, nieuwe scheenbeschermers, gympies met felle kleuren. Dan lijkt het of ik iets kan. Dan voelt het goed.’
Waarom niet iets opportunistischer?
’Ik ben een slechte opportunist. Als ik iemand een ongelofelijk klootzak vind, maar ik er wel heel veel geld aan kan verdienen dan geef ik het weinig kans. Daar ben ik niet goed in. Als iemand een klootzak is, dan hoef ik zijn poen ook niet. Ik ben eens halverwege een optreden van een podium gestapt. Een aannemer had een hele wijk gebouwd en die huizen moesten verkocht worden op een informatiemiddag. Ik was de smeerolie en moest een half uurtje optreden. Maar die mensen bleven met elkaar doorlullen over wat voor soort schutting of coniferen ze zouden plaatsen om gezamenlijk gelukkig te zijn. Bij het tweede liedje ben ik naar die vent toegelopen en gezegd: ’Ik hoef je geld niet, want ik ga hier niet meer zitten. We voldoen elkaars tijd, man. Ik ga lekker naar huis en jij gaat lekker huizen verkopen.’
Jagger en Richards haten elkaar ook, maar het werkte wel. Je zet je er niet overheen?
’Soms moet je op je hoogtepunt stoppen. Dat heb ik maar gedaan dan.’
Donderdag treedt Waylon op in het Paard van Troje in Den Haag. Op deze avond zal hij uit handen van de familie Brood een geschenk krijgen en een award ontvangen namens ThePostOnline. En er zal een special guest optreden.