Het lijkt de afgelopen maanden wel of er iets aan het broeien is in Nederland. Steeds weer gebeuren er dingen die dezelfde oorsprong hebben. Of het nou de Turkse gemeenschap of de Zwarte Pieten-discussie is, racisme leeft meer dan ooit. Hopelijk niet openbaar en vooral in woord en discussie, maar er is de laatste maanden niet aan te ontkomen. Voor- en tegenstanders die op een extreme manier hun mening verkondingen (die vaak de enige juiste is), zorgen voor een ongekende polarisatie in onze samenleving. Gelukkig zijn er ook nog mensen die bewijzen dat het anders kan, waardoor opmerkelijke vriendschappen toch nog bestaan.
Ik heb het over Daryl Davis. Misschien een naam die niet meteen een belletje doet rinkelen, maar deze man doet er toe in de Amerikaanse muziekwereld. Zo speelde hij in de band die met Bill Clinton door het land toerde, en is hij al jaren lang lid van de Legendary Blues Band die eerst bekend stond als de Muddy Waters Band. Zijn piece de resistance is een piano bespelen die in brand staat en bovendien is Davis donker gekleurd. Iets dat normaal gesproken niet uitmaakt, maar wel voor het volgende. Davis is niet alleen een succesvolle muzikant, maar ook iemand die iets voor elkaar heeft gekregen dat onmogelijk leek.
Het begon allemaal ergens in het zuiden van Amerika, in een bar waarvan Davis de naam ook niet meer weet. Het was 1983 en als enige donkere man in een witte bar (segregatie was dan wel afgeschaft maar men wist in de samenleving wel beter) sprong Davis er nogal tussenuit. Na zijn set gespeeld te hebben werd Davis aangesproken door een man die de show had bijgewoond. De man vertelde dat hij onder de indruk van het spel van Davis was, en dat hij nog nooit een donkere man net zo goed als (de witte) Jerry Lee Lewis had zien spelen.
In plaats van zijn spullen te pakken en er als een speer ervandoor te gaan, vertelde Davis dat Lewis een vriend van hem was. En dat Lewis bovendien aan hem verteld had dat hij geschoold was door donkere artiesten. Na verdere details over Lewis te vertellen bekende de man dat hij Davis bijna niet kon geloven. De man was namelijk lid van de Ku Klux Klan. Dit zou voor een normaal mens al helemaal genoeg zijn om de bar uit te stormen, maar niet voor Davis. Hij schoof samen met de man aan de bar, om vele uren later het pand pas te verlaten. Inclusief een nieuwe vriendschap die ontstaan was door gedeelde liefde voor muziek.
Enkele jaren gingen voorbij zonder dat de twee contact met elkaar hadden. Tot Davis opeens onaangekondigd op de stoep van het KKK-lid stond. David had namelijk besloten een boek te schrijven over de KKK en wist dat zijn oude vriend een ingang was. Uit angst voor de wraak van de Klan wilde zijn vriend niets loslaten, maar wist hem wel in contact te brengen met Roger Kelly, de leider van de KKK in Maryland. Zonder te vertellen dat hij gekleurd is, maakten de twee een afspraak in een motel voor een interview. Inclusief gewapende bodyguard kwam Kelly het motel binnen, waar hij Davis in een kamer trof. De twee bleven van schrik verstijfd in de deur opening staan, want ze hadden verwacht hun propaganda uitgebreid los te kunnen laten op een witte journalist.
Davis was echter voorbereid en bood de twee iets te drinken aan, dat aarzelend aangenomen werd door Kelly die zich vervolgens in een stoel liet zakken. Door de gespannen sfeer kwam het gesprek niet echt op gang, alsmede door de bodyguard die iedere keer naar zijn pistool greep als Davis ook maar een beetje bewoog. De ommekeer kwam echter toen er een luide knal in de kamer klonk. Vol adrenaline spong Davis op, sloeg met zijn handen op de tafel en zei: “Als u me iets aan wilt doen moet u het nu doen, want ik blijf niet langer wachten.” Toen echter bleek dat het ijs waar de drankjes in lagen gesmolten was waardoor de flesjes op elkaar vielen was het ijs letterlijk gebroken.
In een relaxte sfeer werkten de twee mannen het gesprek af, en begrepen van elkaar dat ze het niet eens waren over zaken maar dat ze wel naar elkaar konden luisteren. Ook met dit lid van de KKK bouwde Davis een hechte vriendschap op. Niet alleen leverde het hem een bestseller op, maar ook een positie waar hij tot op de dag van vandaag nog steeds gebruik van maakt. Hij helpt mannen met het verlaten van de Klan. Hij helpt ex-Klanleden met bescherming, acceptatie en een plek om hun verhaal te kunnen doen. Davis is een vertrouwensman geworden voor de afvalligen van de KKK.
Zijn grootste trots zijn de kenmerkende KKK pakken die hij krijgt van de ex-leden. Waarmee Davis laat zien dat er niet alleen een manier is om uit de sekte te stappen, maar ook voor acceptatie en realisme. Niet alleen helpt hij ex leden om een nieuw leven op te bouwen, maar is hij ook aanwezig op bijeenkomsten van de Klan waar hij gerespecteerd wordt als een van hen. Niet door de ideologie, maar wel door het feit dat hij ergens voor staat en niet bang is om dat te tonen. Daryl Davis is een bijzondere man, en ik denk dat we iemand als hem goed zouden kunnen gebruiken in Nederland.