De aanvallen die de Israëlische luchtmacht deze zomer op vier hoge gebouwen in de Gazastrook uitvoerde, stonden gelijk aan oorlogsmisdaden. Dat constateert Amnesty International in een dinsdag gepubliceerd rapport, zo meldt de BBC. De luchtmacht bombardeerde de gebouwen aan het eind van de oorlog tegen Hamas. Amnesty meent dat de gebouwen met opzet werden vernietigd en dat de acties geen enkel militair doel dienden.
Onder de vier gebouwen waren gebouwen van zestien en twaalf verdiepingen in Gaza-Stad en het gemeentelijk handelscentrum in Rafah aan de grens met Egypte. In de gebouwen kwam niemand om, omdat het Israëlische leger ervoor had gezorgd dat de bewoners waren geëvacueerd, maar talrijke mensen in de omgeving raakten gewond. Van honderden inwoners van Gaza-Stad en Rafah werd het huis verwoest.
Israël gaf Amnesty geen toestemming om onderzoek in de Gazastrook te doen. Het land heeft de beschuldigingen in het rapport als niet op feiten gebaseerd van de hand gewezen. De mensenrechtenorganisatie had er volgens de Israëlische ambassade in Londen beter aan gedaan de raketaanvallen vanuit de Gazastrook op Israël te onderzoeken.
De vijftig dagen strijd kostte volgens de Verenigde Naties deze zomer aan zeker 2189 Palestijnen het leven, onder wie ten minste 1486 ‘gewone’ burgers. Aan Israëlische kant vielen 73 doden, onder wie 67 militairen.
Anp