Je bent eens flink aan het doorzakken in de kroeg en ineens kom je bezopen op straat een collega tegen. Dat is misschien even schrikken, maar geen ramp. De situatie wordt een stuk erger als die collega je overal kan volgen waar je bent en je vervolgens op het werk weer tegenkomt. Het meest intiem wordt het wel als hij erbij is om te zien wat je op het seksuele gebied doet: je lichamelijkheid is misschien wel een van de meest persoonlijke aspecten van een mens. De privésfeer is erg belangrijk voor de ontwikkeling van iemands karakter. Hoe je echt bent hoeft niet iedereen altijd te weten. Als je continu onder toezicht staat van anderen die je een bepaalde rol willen opleggen waar je niet uit mag stappen, voel je je niet jezelf. Aan bovenstaand proces heeft burgemeester Onno Hoes gerefereerd nu hij zijn positie ter beschikking heeft gesteld. Zaken die hij privé heeft gezegd waarvan hij hoopte dat ze niet publiek zouden worden, werden vervolgens uitgebreid besproken in de pers. In zijn rol als burgemeester hoort hij niet kwaad te spreken over de raad, of zijn seksuele aantrekkingskracht tot bepaalde mannen kenbaar te maken. Het is duidelijk geworden dat hij zich niet altijd en overal in die rol schikt.
De vraag is dan waar de grens ligt tussen de privé-situatie van de burgemeester en zijn publieke voorbeeldfunctie. Alle burgemeesters zullen wel eens iets onaardigs over (leden van) de gemeenteraad zeggen, en zullen de seksuele voorkeuren die ze hebben ongetwijfeld ook nastreven. Anderzijds verwacht het publieke ambt dat ze bekleden een bepaalde voorbeeldfunctie naar de gemeenschap, en moeten ze integer handelen. In ieder geval hoeft die publieke rol niet altijd gehandhaafd te worden als we net constateren dat burgemeesters ook een privésfeer kennen.
Als het niet erg is dat een burgemeester ook een privéleven heeft, is de vraag wat Hoes nou heeft gedwongen tot aftreden. Het feit dat publiek wordt dat hij niet altijd in zijn publieke rol zit? Mag je dan van een ambtsdrager vragen altijd en overal de kans in acht te nemen dat wat hij of zij zegt publiek kán worden? Iedereen zou daar paranoïde neigingen van krijgen, want je mag wel privé doen, maar altijd met het risico dat het toch publiek wordt. Dat lijkt me menselijk gezien niet vol te houden. In die zin gaven de recente ontboezemingen niet direct aanleiding om te veronderstellen dat Hoes zijn functie niet zou kunnen uitoefenen. Hij was zich juist duidelijk bewust van zijn publieke rol en deed voor zover ik het kon overzien niks dat de integriteit van zijn functie schaadt. Hoogstens zat hij tijdens werktijd wel eens met zijn telefoon te spelen, of had hij een afspraak die los staat van het werk. Dat haalt op zichzelf het nieuws natuurlijk niet.
Het voorbeeld van die collega en de kroeg laat niet alleen maar zien hoe belangrijk privé is voor de ontwikkeling van iemands karakter, maar ook hoe machtig de positie is voor iemand met dergelijke informatie om dat publiek te maken. Iedereen herkent de schaamtegevoelens en vindt het ook domweg spannend en sappig om anderen door zo’n openbaarmaking te zien gaan. Zeker als er voor de tweede keer tegen dezelfde steen gestoten lijkt te worden.
Dat is het enige schadelijke wat ik hier heb gezien: de bezoedeling van het karakter van Hoes, buiten zijn macht om. Het had Nederland als land en de Maastrichtse politiek in het bijzonder gesierd als zij Pownews en Robbie Hasselt die symbolische macht niet hadden gegeven. Dan hadden we nu niet op de rechter hoeven wachten om het uiteindelijke oordeel tussen publiek en privé te vellen.