De officier van justitie heeft een celstraf van twintig jaar geëist tegen Alberto T. voor de moord op de 25-jarige Guido Kosterman in Maastricht. Kosterman was een infiltrant voor de Criminele Inlichtingen Eenheid van de politie. De rechtbank doet op 27 januari uitspraak.
In ruil voor geld verlinkte hij vrienden en kennissen in het drugsmilieu, onder wie de verdachte. In een loods in Maastricht werd Kosterman in december 2012 urenlang gemarteld. Na zijn dood werd het lichaam in brand gestoken.
Tijdens de rechtszaak maandag werd duidelijk dat Alberto T. de moord heeft opgebiecht tegen een vriend. Vlak voor zijn dood waarschuwde Kosterman zijn vader dat hij vreesde voor zijn leven. Hij had zich in de loods verstopt.
Volgens advocaat Arthur van der Biezen is T., die een bandenhandel wilde beginnen in de loods, onschuldig. In de buurt van de plaats delict zag een getuige twee personen sjouwen met een zwaar voorwerp, mogelijk het lichaam van Kosterman. T., net als het slachtoffer afkomstig uit Wijk bij Duurstede, vond het stoffelijk overschot en dumpte dat uit een raam. Hij verzweeg dit voor de politie, die hij niet vertrouwde. Hij verwijt de politie dat die Kosterman onvoldoende bescherming bood.
“Mijn cliënt heeft in zijn kennissenkring verteld dat er iets erg was gebeurd”, aldus Van der Biezen. “Hij vond Kosterman. Dat wordt door het Openbaar Ministerie als bewijs gebruikt.”
De advocaat vermoedt dat Kosterman elders is vermoord en daarna in de loods is neergelegd. Hij wijst op DNA-sporen die ter plekke zijn gevonden van een onbekend persoon. Refererend aan een andere soortgelijke zaak, concludeert hij: “Er is kennelijk te veel getunneld tijdens het onderzoek. Logischer zou het zijn geweest om de moord op een andere plek te plegen, die niet direct naar mijn cliënt zou wijzen. Zijn strafblad komt niet overeen met dat van een gewetenloze crimineel.”