Nederland was deze week in de greep van een mogelijke kabinetscrisis. Zo’n crisis heeft niet alleen grote gevolgen voor de coalitiepartijen die er in de peilingen slecht voorstaan, maar juist ook voor nieuwe partijen zoals PVV-afsplitsing Voor Nederland (VNL) van Joram van Klaveren en Louis Bontes. VNL zal niet de eerste partij zijn die struikelt over vervroegde verkiezingen. Wat zullen de heren blij zijn dat de crisis voorlopig is afgewend.
Het probleem van nieuwe partijen is dit: na Paars-1 (1994-1998) zijn alle kabinetten voortijdig aan hun einde gekomen, wat meestal leidde tot een vervroegde verkiezingscampagne. Partijen kunnen het proces van de kandidaatstelling, het partijprogramma en de campagnevoering nog zo zorgvuldig plannen, een kabinetscrisis gooit vrijwel per definitie roet in het eten. Er ontstaat tijdnood, met name bij relatief onbekende nieuwkomers.
Twee voorbeelden laten dat duidelijk zien. In 2006 deed de PVV voor het eerst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Lange tijd leek het erop dat de PVV een samenwerkingsverband zou worden van meerdere rechtse politici: Geert Wilders, Marco Pastors, Joost Eerdmans en Bart-Jan Spruyt. Maar de samenwerking liep verkeerd en zo werd de PVV de eenmanspartij van Wilders.
Pastors en Eerdmans wilden toch aan de verkiezingen deelnemen. Zij kwamen als reactie op de PVV met een eigen partij: EénNL. Die partij zou nooit tot volle wasdom komen: tijdnood maakte het vrijwel onmogelijk voor de nieuwe partij om aanhangers te vinden en naamsbekendheid op te bouwen. Wilders liep met zijn PVV mijlenver voor op EénNL, simpelweg omdat hij in die tijd al in de Kamer zat en dus veel meer aandacht kreeg. EénNL haalde nipt de kiesdrempel niet.
Recenter had Hero Brinkman hetzelfde probleem. In 2012 stapte Brinkman uit de PVV en kondigde een eigen politieke partij aan: de Onafhankelijke Burger Partij (OBP). Maar de partij was nog niet aangekondigd, of deze was al ten dode opgeschreven omdat Wilders de gedoogconstructie van Rutte-1 opblies. Er kwamen vervroegde verkiezingen en Brinkman had geen tijd meer om überhaupt nog een organisatie op te bouwen.
De problemen waren dermate groot dat Brinkman al snel fuseerde met Trots op Nederland, in de hoop de organisatorische problemen op te lossen, gemakkelijker campagne te kunnen voeren, meer handtekeningen te kunnen verzamelen en meer vrijwilligers te hebben. Dit alles onder een nieuwe naam: Democratisch Politiek Keerpunt (DPK). Maar ook die partij had te weinig tijd om überhaupt enige bekendheid te krijgen en haalde de kiesdrempel niet.
Stel dat het kabinet deze week was gevallen. Wat zou er dan overblijven van de nieuwe partij VNL van de oud-PVV’ers Joram van Klaveren en Louis Bontes? Het antwoord ligt voor de hand: niets, ongeacht de vraag of VNL een goed programma heeft, een aansprekende kandidatenlijst en een goede campagnestrategie. De vraag is simpelweg of er voldoende mensen zijn die VNL kennen en daarom überhaupt erop zouden kunnen stemmen. VNL heeft eerst nog heel veel media-aandacht nodig om een deuk in een pakje boter te slaan.
Een kabinetscrisis is ongetwijfeld een ramp voor de PvdA en VVD, maar hangt ook als een zwaard van Damocles boven VNL. De geschiedenis leert: als er op korte termijn verkiezingen komen, gaat het vrijwel zeker mis. Dit is ongetwijfeld een van de redenen waarom Wilders het kabinet het liefst vandaag nog ziet vertrekken. Het is de ideale manier om nieuwe tegenstanders uit te schakelen zonder er zelf enige moeite voor te hoeven doen.
Chris Aalberts en Dirk-Jan Keijser interviewden de afgelopen maanden betrokkenen bij de partijen die sinds 2002 rechts van het midden werden opgericht zoals de LPF, Trots op Nederland en de PVV. In 2015 komt hun boek uit over ‘De puinhopen van rechts’. Vanaf nu schrijven zij wekelijks over hun bevindingen.