Onlangs beweerde een onderzoekster van de Rijksuniversiteit Groningen dat een langdurige celstraf niet meer van deze tijd is. Zij wil een debat over een zinvol alternatief voor gevangenisstraffen. Op basis van 40 jaar ervaring met jonge delinquenten wil ik hierover enkele suggesties doen. Op 100 jongeren die door de politie worden aangehouden, zullen er 97 geen nieuwe misdrijven meer plegen. Voor die groep is elke maatregel die de rechter zou opleggen, overbodig. Hier kunnen honderden miljoenen worden bespaard. De overige drie staan aan het begin van een criminele carrière tot ver in de volwassenheid. Meestal hebben ze al vóór de leeftijd van twaalf jaar hun eerste misdrijf gepleegd. Zij worden steeds gewelddadiger en elke vorm van hulpverlening mislukt. Zij komen in de jeugdgevangenis terecht.
In 2007 verscheen van de Nederlandse Algemene Rekenkamer een vernietigend rapport over de jeugdgevangenissen. Twee op de drie jongeren hervallen in hun crimineel gedrag binnen zes maanden. Alle kosten samengerekend kost een jongere in de jeugdgevangenis 250.000 euro per jaar. Volgens de Rekenkamer wordt er niet echt behandeld en het blijft ’bij mooie woorden en weinig deskundigheid’. Ook de nazorg is onvoldoende. Na zo’n rapport is de typische reactie vanuit het veld ’dat we ondertussen hard aan het werken zijn aan de reorganisatie’. Tot het volgende vernietigende rapport.
De verklaring hiervan moet niet ver worden gezocht: als je criminele jongeren een jaar of langer samen plaatst in een groep, dan is het negatieve effect op elkaar groter dan de invloed van de beste hulpverlener. Een celstraf heeft echter niet alleen nadelen. Zo lang een crimineel in de cel zit, kan hij geen nieuwe misdrijven plegen.
Niet alle gewelddadige criminelen zijn over één kam te scheren. Een kopschopper bijvoorbeeld heeft weliswaar een afschuwelijk misdrijf gepleegd, maar dat deed hij in een dronken bui of opgehitst door een groep. Als die jongere in het gewone dagelijks leven zich normaal gedraagt, naar school gaat en niet eerder met de politie in aanraking kwam, zal hij niet recidiveren. Hier doet een celstraf meer goed dan kwaad. Laat deze jongere liever de volgende jaren financieel opdraaien voor het letsel en het leed dat hij heeft toegebracht.
Een andere groep bestaat uit jongens die in paniek een moord begaan. Ik heb ooit een jongen in behandeling gehad die op 15-jarige leeftijd zijn nichtje op afschuwelijke wijze had vermoord. Omdat de moordenaar niet onmiddellijk werd gevat, hield deze moord de gemoederen wekenlang bezig. Deze jongen had seksuele avances gemaakt en toen zijn nichtje wegliep was hij in paniek geraakt. Toen hij achttien zou worden was de vraag of hij nu volgens het volwassenenrecht veroordeeld moest worden. In elke geval kon hij naar zijn dorp niet terugkeren, want hij zou ter plekke gelyncht worden. Hij had tijdens zijn verblijf in de jeugdgevangenis een diploma behaald en hij kon onmiddellijk aan de slag bij een aannemer bij wie hij stage had gelopen. Ook voor jongens als deze moordenaar is een langere celstraf contra-productief.
Er is echter een groep die onbehandelbaar is. Ik geef een paar voorbeelden. Een paar jaar geleden had ik een jongen van 14 jaar in behandeling. Hij was extreem gewelddadig. Hij had een kleuter die op straat voor zijn voeten liep, bijna gewurgd. Omstanders kondig tijdig ingrijpen. Op seksueel gebied was hij pervers. Ik had gewild dat de ouders in de wijk ervan op de hoogte werden gesteld dat dit kereltje heel gevaarlijk was. Dank zij een zeer intensieve gezinsbegeleiding kon ik samen met mijn team het gedrag van deze jongen onder controle houden. Deze behandelingsvorm is echter op den duur onbetaalbaar en kan niet worden uitgevoerd door jeugdzorg of reclassering.
In het begin van mijn carrière leerde ik twee jongens kennen die samen een koelbloedige moord hadden gepleegd. Zij hadden ‘s nachts een politieman in hun dorp opgebeld, zogezegd omdat er een ongeval was gebeurd. Toen die man met zijn fiets aankwam, schoten zij hem neer en namen zijn pistool mee. Zij wilden namelijk een tweede pistool om bankovervallen te plegen. Deze jongens kwamen na een tijd ook vrij. De volgende jaren kwamen zij regelmatig in het nieuws wegens het plegen van roofovervallen. In een daarvan werden twee politieagenten doodgeschoten.
We moeten durven erkennen dat de behandeling voor de groep gewelddadige en gevaarlijke recidivisten faalt. Het is onze plicht de samenleving te beschermen tegen deze criminelen. De voor de hand liggende oplossing is dat zij na de detentie nooit meer de volle vrijheid herkrijgen. Zij zouden continu onder controle moeten staan met behulp van een chip die in hun lichaam is ingeplant. Het gaat landelijk slechts over een paar honderd criminelen.