Leven

Mans’ Brulding: Lotus Esprit V8

04-01-2015 18:00

LotusV8front

 
In den beginne was er een conceptauto, een wigvormig aerodynamisch studiemodel getekend door Ital Designs Giorgetto Giugiaro. Dit concept werd in 1972 tijdens de Turijn Auto Show wereldkundig gemaakt. Lotus ontwikkelde het verder, en nam het eindresultaat in 1976 in productie als Lotus Esprit S1 (Series 1). Een auto met een ruggengraatchassis van staal, afgewerkt met een carrosserie van glasfiber. In het midden huisde een dubbel ge-Dell’Orto’de viercilinder 2.0 (1973 cc) zestienklepper uit de Lotus 900 motorenserie. De 160 pk bij 6200 tpm hieruit waren voldoende om de S1 in zo’n 8.7 seconden naar de honderd te brengen, om het iets voorbij het dubbele hiervan welletjes te vinden.

Ook voor 1976 niet echt supersnel, maar toch een aardig voorbeeld van hoe je met een bescheiden viercilinder leuk mee kan komen met lui die er veel meer voor nodig hebben. Colin Chapmans filosofie van meer-door-minder hield de Esprits gewicht net onder de 900 kilo, zodat de Lotus redelijk mee kon praten. Wat Q wel aansprak, dus kreeg Bond er een in 1977. Bonds stunts hielpen om de Esprit een lang productieleven te geven, dat pas in 2004 eindigde toen de laatste van 10.675 Esprits de Lotusfabriek verliet. Een vijfde generatie Esprit V8. De V8 series waren op hun gewicht na in veel opzichten het dubbele van de S1.
 
Soms wordt een auto er niet beter op als mensen er met hun tengels aan gaan zitten. En soms wel. In 1987 frunnikte Peter Stevens, die nadien o.a. de McLaren F1 tekende, aan de Esprit. Zijn aangebrachte rondere lijnen hielden de Lotus bij de tijd. De introductie van het Lotus gepatenteerde VARI (Vacuum Assisted Resin Injection) ter vervanging van handmatige glasfiberconstructie, samen met het gebruik van kevlar, maakten de Esprit solider.

In 1993 nam Julian Thomson -als ‘vader’ van de Lotus Elise eveneens behept met edelvingers- het ontwerp verder onder handen. De inmiddels al sinds de tweede serie geblazen motor hiervan pompte er voor de S4 in 2.2 liter turbo-gedaante tot 300 pk uit, wat de Esprit naar 270 km/u bracht, met een 0-100 tijd van 4.7 seconden.

1996 Lotus Esprit V8 (foto: bewerking van Lotus-brochure, via www.lotusespritturbo.com)
LotusEspritV8Brochure1996b

 
1996 werd het jaar dat Lotus Jezus jaloers maakte. Vermenigvuldigde de timmermanszoon naar verluidt twee visjes, Lotus vermenigvuldigde het metalen viertal midscheeps tot acht. Een achtcilinder die ondanks de aanwezigheid van twee Garrett T25 turbo’s niet meer ruimte in nam. Een mirakel onder andere mogelijk gemaakt door de ‘platte‘ krukas in deze M71/918 serie V8 motor. Een complex technisch verhaal, maar een platte krukas is lichter dan een krukas met kruislings versprongen zuigerstangverbindingen (cross-plane) en neemt bovendien minder ruimte in. Zo’n platte constructie kan ook meer omwentelingen aan. De bijbehorende ontstekingsvolgorde maakt het geluid ervan wel minder ‘typisch’ V8.

Niet dat de 353 pk niet klinken die Lotus bij 6500 tpm uit de elektronisch aangestuurde en ingespoten 3506 cc DOHC 32 kleps motor haalt. Tenminste, als je de tijd neemt om te luisteren wanneer je in 4.9 seconden naar de 100 sprint. Of in minder dan 10 de 100 mph doorbreekt. Het versnellen stopt ondanks het vier-werd-acht, en alle extra’s die oplopende series kregen, toch wonderbaarlijk licht gebleven (1380 kilo) Esprit V8 bij circa 270 km/u.

Lotus V8 (foto: Lotus via www.lotusespritturbo.com)
LotusEspritV8engine

 

Was Chapman een uitstekend filosoof, sommige andere kwaliteiten om een succesvolle autofabrikant te zijn ontbraken. Het maakte Lotus als ontwerper wel baanbrekend, maar het meeste dat de fabriek in Chapmans tijd verliet was nogal breekbaar. De jaren dat General Motors na het overlijden van Chapman (1982) het bedrijf in bezit had (1986-1993) verbeterde de bouwkwaliteit aanzienlijk. Verbeteringen die nadien in handen van Proton bij Lotus verder werden voortgezet om de geschiedenis te kunnen schrijven van hoe de gammele Esprit S1 een storingsvrije, Patagonië bedwingende Esprit V8 werd.

Dat was een ‘gewone’. De vijftig gebouwde Sport 350 series bestudeerden meer filosofie, verloren er kilo’s door, en deden Lotus-traditiegetrouw meer met hetzelfde motorvermogen. Een motorvermogen waar nog in te vissen is. Gebruik de bagageruimte voor een inlaat-waterwarmtewisselaar (charged intercooler), frunnik hier en daar, pomp de turbo’s verder op, en het vermogen zou opnieuw kunnen verdubbelen, voorbij de 500 pk waar deze Lotus V8 in den beginne al toe in staat werd geacht.

 
Meer, veel meer Esprit bij www.lotusespritturbo.com
 

 

 
(Titelfoto: screenshot youtube)