Honderden demonstranten kwamen woensdagavond bijeen op het Luxemburgplein in Brussel. Zij herdachten de aanslag op het satirische tijdschrift Charlie Hebdo, waarbij vandaag in Parijs zeker twaalf mensen omkwamen. “Het is oorlog voor de democratie, en tegen kwade reflexen.”
Het Luxemburgplein voor het Europees Parlement is om zeven uur vergeven van kaarsen, cartoons en opgeheven pennen, symbolen van het vrije woord. In het midden hangt aan het standbeeld van industrieel Cockerill een groot bord met de tekst “Je suis Charlie”. Hetzelfde motto dragen dikke rijen betogers op A4’tjes met zich mee. Het is vrijwel stil op het plein.
Op straat deelt Katharina von Schnurbein witte kaarsen op stokjes uit. De lichtjes vinden onder de demonstranten gretig aftrek. “Een kaars is het symbool van solidariteit”, zegt Von Schnurbein, lid van het interreligieuze burgercomité For the Voiceless. “We hadden er nog vijfhonderd over van een kerstwake voor slachtoffers in Syrië. Nu komen ze van pas. Vandaag zijn we allemaal Fransen. Dit is een nieuwe dimensie van terreur. Ik kan het niet uitleggen.”
Een betonblok met de stam van een afgezaagde kerstboom doet aan de zijkant van het plein dienst als altaar. Aan de stam hangen tekeningen en foto’s van de vermoorde cartoonisten. Aanwezigen hebben er tientallen kaarsjes onder gezet, waarvan het merendeel door de wind is uitgeblazen. Een cameraman van de Vlaamse commerciële omroep VTM raapt een weggewaaide foto van hoofdredacteur Charb op en legt hem terug op zijn plaats.
“De vermoorde tekenaars waren een deel van mijn leven”, zegt Benoit Van Cauwenberghe, docent op een middelbare school. “Ze maakten intelligente humor. De cartoonisten vertegenwoordigden de vrijheid in de pers en de maatschappij. Ik ben benieuwd hoe mijn leerlingen morgen reageren.”
Iets verderop staat Serge Honorez, directeur van stripuitgeverij Dupuis, dat onder meer Robbedoes uitgeeft. “We zijn een uitgeverij van mainstream-strips en hebben nog nooit stelling genomen”, zegt hij, “maar dat gaan we nu wel doen. In print. Dat is niet politiek, maar ethisch. Dit gaat verder dan welke politieke overtuiging ook. Links of rechts, er is geen plaats voor zulk een misdaad. Het ergste is dat andere auteurs en tekenaars nu ook bang worden. Dat is logisch, maar het mag niet zo zijn.”
Volgens de politie zijn er achthonderd tot duizend betogers op het Luxemburgplein aanwezig. Eerder betuigden al enkele honderden mensen hun steun bij het Franse consulaat. “Pas op voor de bus”, klinkt het plotseling uit een megafoon van een politieauto. Langzaam rijdt de stadsbus rond het plein. Een man met muts houdt een A3’tje vast met daarop zoekfiguur Wally, die in het Frans Charlie heet.
Behalve Brusselaars herdenken op het Luxemburgplein ook veel Europese ambtenaren de slachtoffers van de aanslag in Parijs. Op straat klinkt behalve Frans en Nederlands ook Engels en Italiaans. “Ik kon het niet geloven en ben er nog steeds verdwaasd van”, zegt ambtenaar Julie, die haar achternaam niet wil noemen. “Als kind keek ik al naar de tekenaar Cabu op televisie. Hij is nu vermoord. Ik wilde ook striptekenaar worden en ging naar tekenles, maar ik had geen talent.”
“We moeten heel voorzichtig zijn”, zegt Julie. “Politici mogen de aanslag niet gebruiken voor hun eigen doelen. Het is misschien oorlog, maar niet tegen de islam. De daders vandaag waren geen moslims, maar moslimterroristen. Het is oorlog voor de democratie, en tegen kwade gedachten en reflexen.”
Tegen half negen wordt het rustiger op het plein. De bus kan zijn rondjes maken, maar nog steeds staan tientallen betogers rondom het standbeeld. Uitgever Honorez heeft met vrienden een fles rode wijn opengetrokken. “Om twee redenen. Ten eerste wegens de kou. Maar ook omdat we hier met een groep artiesten samen zijn. Ik ben hier om iedereen te steunen die iets te zeggen heeft, met zijn pen of penseel of hoe dan ook. Dat is het leven. We proosten op Charlie Hebdo.”