Ironischer wordt het niet. Door de laffe en barbaarse anti-vrijheid aanslag op de redactie van Charlie Hebdo komen rechtse kringen met bizarre voorstellen die de vrijheid van godsdienst beperken. Emotie lijkt de baas over het verstand te zijn. Tijd voor reflectie ontbreekt en in de nacht reageren we op een steen zonder de gooier ervan in het vizier te hebben.
Annabel Nanninga, Joost Niemöller, Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders geven allen in koor aan dat we in een oorlog zitten. Een oorlog met de islam. Enige nuance is niet meer relevant, want iedere moslim zou achter de terreuraanslag in de Franse hoofdstad zitten. “Het is de schuld van de islam. Kom mij niet aan met de miljoenen vredelievende moslims in Europa, het kan me geen reet schelen dat er ook aardige mensen bij die club horen, het is mooi geweest.” schrijft Nanninga.
Voor je het weet komt deze groep met een aantal scheve statistieken die laten zien dat moslims in Nederland trots zijn op de aanslag op Charlie Hebdo, vergetend dat de moslimgemeenschap in Europa zich meteen heeft gedistantieerd van deze terreurdaad en dat in Nederland de campagne #NietMijnIslam grote aanhang heeft.
Maar wat als Geert Wilders en Ayaan Hirsi Ali wel gelijk hebben? Wat als onze vrijheden inderdaad door de islam beperkt worden? Dan is het belangrijk om naar hen te luisteren. Maar welke remedie hebben zij tegen deze ziekte die ze islam noemen?
Teleurgesteld moet ik u melden dat zowel Wilders als zijn rechtse aanhang geen concrete oplossing voor terrorisme hebben. Zo komt Marine Le Pen met voorstellen om de doodstraf weer te introduceren. Een voorstel die niet past bij het continent van Voltaire en Locke.
Dezelfde kring heeft het over het afnemen van paspoorten voor Jihadisten. Het is een illusie om te denken dat iemand die bereid is om zijn leven op te offeren voor een God en een hemel wakker ligt van het verlies op een paspoort of Nederlanderschap. Nog ironischer is het te denken dat je daarmee terrorisme de wereld uit helpt.
Het wordt interessanter wanneer Joost Niemöller pretentieus 10 punten presenteert die ons kunnen helpen om de islam om banden te leggen. Een verbod op godsdienst. Werkelijk, kunnen wij ons dat permitteren? De aanval op vrijheid beperken door een vrijheid te ontnemen? De rechtse kring waar Niemöller zich in bevindt, komt niet verder dan een quota op moskeeën, een boerkaverbod, een verbod op hipsterbaarden en ritueel slachten.
Serieus, kunnen wij terrorisme bestrijden door de islam uit te bannen en verbod op ritueel slachten te introduceren? Als dat werkelijk zo is, dan wil ik best overwegen om een handje mee te helpen. Maar kamp Wilders en co. weet net goed als ik dat je een gedachtegoed nooit kunt uitbannen mits je daar een waarachtig debat over voert en goede argumenten voor hebt. Je zou moskeeën kunnen sluiten en mensen die zich distantiëren van terreurdaden hun vrijheid van godsdienst beperken, toch moet je je afvragen of je daarmee terrorisme bestrijdt.
Daarnaast moet je de volgende vraag kunnen beantwoorden. Als er vandaag een verbod op de islam komt, volgt het christendom morgen ook? Of moeten wij christenfundementalisten die moslims in Centraal-Afrikaanse Republiek moorden niet tellen?
Het is belangrijk om naar de verklaringen van terrorisme te kijken voordat wij vanuit duistere wanhoop roekeloze maatregelen treffen. Terroristische daden worden deels door onmacht en haat gemotiveerd. Hoe komt het dat haat onze vrijheden in het Westen onder druk zet? Ik daag Wilders en co. uit om deze vraag te beantwoorden. Alleen zo komen we verder. Want waar liefde en verbinding heerst, hoeven wij niet elkaar constant de vinger te wijzen, maar kunnen we waar nodig de pijnlijke zaken benoemen en samen vooruit naar de toekomst te kijken.
Misschien dat wij van de Ubuntu-filosofie nu meer kunnen gebruiken. Ik ben omdat wij zijn. In deze strijd tegen fundamentalisme en voor vrijheid kunnen we beter in de kracht van eenheid geloven om vooruit te gaan. Want alleen door samen te trekken kunnen wij terrorisme bestrijden. En niet vanuit wanhoop, intellectuele luiheid en roekeloosheid. De #JeSuisCharlie-campagne bewijst dat.