De pijn die jongetjes hebben bij een besnijdenis kan mogelijk het risico op het ontwikkelen van autisme verhogen. Dit schrijven Deense onderzoekers van het Statens Serum Instituut in Kopenhagen deze week in het Journal of the Royal Society of Medicine.
De onderzoekers volgden maar liefst 340.000 kinderen vanaf de geboorte tot aan hun negende levensjaar. Ze onderzochten de link tussen besnijdenis en autisme, omdat in een eerdere studie ook al kleine aanwijzingen waren dat er een verband was. Zo zijn er meer gevallen van autisme in landen waar jongens besneden worden.
Voorhuid
Uiteindelijk kregen vijfduizend kinderen uit de groep de diagnose autisme. Vervolgens bleek dat de aandoening inderdaad vaker voorkomt bij jongetjes die bij de geboorte besneden zijn, dan bij jongens die hun voorhuid mochten houden. Het verschil in autismerisico was onafhankelijk van iemands culturele achtergrond.
Pijn
Eerder onderzoek bij zowel mensen als dieren wees al uit dat iemands pijnperceptie permanent verandert bij vroege blootstelling aan pijn. Ook de algehele stressreactie van het lichaam kan veranderen door eenmalige heftige pijn. De wetenschappers denken nu dat deze factoren samen tot veranderingen kunnen leiden die autisme tot gevolg hebben.
Tegenwoordig worden besnijdenissen vaak met verdoving uitgevoerd. Hierdoor is het lichamelijke of psychisch trauma van het verwijderen van de voorhuid minder.
