Stelt u zich de volgende situatie voor. Bij de Tweede Kamerverkiezingen scoort een partij twee zetels. Ze hebben een kandidatenlijst opgesteld met vier personen. Vrijwel direct na de verkiezingen haakt de lijsttrekker af en zegt ook de nummer twee van de lijst dat ze geen zin heeft zitting te nemen in de Kamer. De redenen blijven duister. De nummers drie en vier worden geïnstalleerd maar nummer drie komt na de installatie nooit meer opdagen. Na een jaar vertrekt ook zij en blijft de nummer vier alleen achter. De tweede zetel blijft de rest van de periode leeg.
Den Haag zou te klein zijn. De partijleiding zou ter verantwoording worden geroepen hoe het mogelijk is dat er in korte tijd drie kandidaten afzeggen en iedereen zou de vraag stellen of het wel verantwoord was dat deze partij aan de verkiezingen deelnam. Hoe rekruteert de partij haar kandidaten? Alle talkshows zouden uitgebreid stilstaan bij het verkwanselen van de belangen van de kiezer.
Ook op lokaal niveau levert het discussie op als zetels niet worden ingenomen, zoals niet zo lang geleden in Amsterdam Zuidoost.
Maar niets van dit alles als het een waterschap betreft. De Partij voor de Dieren deed in 2008 mee aan de verkiezingen voor het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). Het was een groot electoraal succes: 11.063 mensen brachten hun stem uit op de Partij voor de Dieren en zo kreeg men twee zetels. De PvdD had een kandidatenlijst aangeleverd met vier personen. Om nooit duidelijk geworden redenen wilden zowel lijsttrekker Erik Huijsman als zijn echtgenote en nummer twee Janine Zand Scholten hun zetel niet innemen.
Zo kwam de nummer drie aan de beurt: Hélène Swart-van der Wal. Zij werd geïnstalleerd maar liet zich geen enkele vergadering zien. Ze ontving wel vijftien maanden lang de vergoeding van enkele honderden euro’s per maand die een bestuurslid standaard krijgt. Swart had onvoldoende tijd, meldde ze en stapte na druk van de PvdD op. Ze zei toe de ontvangen vergoeding niet terug te willen storten, maar aan een goed doel te schenken. Of dat ooit is gebeurd is onduidelijk. De PvdD weigerde vervolgens wel enkele jaren de fractievergoeding die ze bij AGV had kunnen krijgen.
De nummer vier Lammert van Raan bleef bij de PvdD alleen over. De tweede zetel is daarmee nu vier en een half jaar vacant. De website van AGV vermeldt droogjes: ‘de Partij voor de Dieren [heeft] besloten deze tweede zetel niet meer op te vullen.’ De PvdD wijt het probleem aan een gebrek aan ervaring toen de lijst werd opgesteld. De lijst was te kort en veel kandidaten te onbekend. De PvdD heeft voor de komende verkiezingen wel een lijst kandidaten bij AGV waarvan zeker is dat ze zitting willen nemen in het waterschap, verzekert PvdD-directeur Lieke Keller ons.
Zo ziet politiek zonder publieke controle er dus uit. Je kunt na verkiezingen een zetel innemen, of je doet het gewoon niet. Als je het niet doet, vindt niemand dat een probleem. Als je niet komt opdagen omdat je geen tijd hebt, kraait er geen haan naar. Of je een vergoeding incasseerde zonder er iets voor te doen, interesseert eveneens niemand.
Cynisme over politiek is van alle tijden, maar zo wordt het wel heel makkelijk. Geen journalist die er al die jaren naar vroeg, geen burger die er iets van merkte en geen collega-bestuurder die er iets over blogde of twitterde. Waar ligt de ondergrens voor publieke controle op bestuurders, vraag je je af.
Chris Aalberts volgt de komende twee maanden de campagne voor de waterschapsverkiezingen.