Achtergrond

Michiel Adriaanszoon de Ruyter

28-01-2015 20:00

Michielderuyterfilm
Naast “Aha, met melk meer Mans” denken sommige mensen bij een eerste introductie ook gevat te zijn met ‘Aha, Michiel de Ruyter”. Toegegeven, dat was vooral in mijn jeugd, maar het blijft een beetje een trauma. Eén dat nogal irrationeel maakt waardoor ik het niet zo op die Adriaanszoon heb, en zeemijlen van hem vandaan blijf. Nu ‘zijn’ film uitkomt, en sommigen daar over vallen want hij zou ‘fout’ zijn geweest, tijd om deze zeeheld toch aan de borst te drukken. Als je tot vervelens toe zijn naam krijgt aangemeten, voel je je ook aangesproken door de kritieken van, zoals hij zelf vermoedelijk zou zeggen, ‘snotlodders’.

Laten we er niet moeilijk over doen, bekeken door de bril van nu was De Ruyter zoals wereldwijd vrijwel iedereen in zijn tijd, hardstikke ‘fout’. Zeker in de tijd dat hij voer voor de rijke familie van het Zeeuwse handelshuis Lampsins, dat vuistdiep in zowel de WIC als VOC zat.

Slavenhandel

De Ruyter maakte menige tocht voor de Lampsins naar de West-Afrikaanse kust, Zuid-Amerika en de Caraïben. Zo er bij deze tochten al geen slaven benedendeks vastgeketend zaten, waren de tochten en de gevechtsacties daarbij gericht op het versterken van de handelspositie van de Lampsins, van Zeeland, en ter meerdere glorie van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

En, in die tijd van strijd om (meer) koloniën, waren slaven ‘handel’. Althans, buiten Nederland. In Nederland zelf was slavernij verboden. Dit, in tegenstelling tot talloze andere Europese landen, waar het veelal in de vorm van lijfeigenschap tot in de 19e eeuw bleef voortbestaan.

De ‘pure’ vormen van slavernij, immer geassocieerd met slaven uit Afrika, waren ten tijde van De Ruyter op dat continent de normaalste zaak van de wereld. Mensen waren er slaaf, maakten er slaven, en verhandelden of hielden slaven. Slavernij blijft tot op de dag van vandaag in landen als de Islamitische Republiek Mauritanië min of meer voortbestaan. Niet dat dit De Ruyter, bekeken door een nette westerse 21e eeuwse bril, minder fout maakt.

Barbarijse piraten

Als er al nimmer een slaaf benedendeks vastgeketend zat in de schepen waar De Ruyter op voer, was hij wel selectief bij de bevrijding van slaven, met name van of bij de Barbarijse piratenstaten. De Ruyter zou er in zijn loopbaan zo’n 2500 hebben bevrijd of vrijgekocht. Dit waren vrijwel uitsluitend christenen, liefst van Protestantse snit, wat hij zelf was.

De Barbarijse piraten maakten in de loop der eeuwen tot aan de IJslandse kust toe in Europa tussen de een- en anderhalf miljoen ‘blanke’ slaven. Daar deze piratenstaten nominaal onderdeel vormden van het Ottomaanse Rijk, zouden ‘we’ hier nog excuses voor mogen vragen aan Turkije. Waarbij we dan wel achter Afrikanen in de rij moeten aansluiten, want van hen werden er heel wat meer tot slaaf gemaakt voor de Europese koloniale Noord- en Zuid-Amerikaanse- en Ottomaans-Arabische markten.

Overigens hoor je snotlodders nooit over dat Ottomaans-Arabische aandeel in het mondiale slavernijverleden. Net zomin als ze het hebben over het slavernijverleden van ‘zwart’ zelf. Snotlodders discrimineren misschien anders, maar net zo hard.

Donkere Zeeuwse medelander

Toch bestaat de verdediging van Michiel niet alleen uit ‘anderen deden het ook’. Hij was namelijk best multicultureel. En had omgang met ‘allochtonen’. Eén donkere Zeeuwse medelander in het bijzonder. Zijn jeugdvriend Jan Compagnie (Jan Kompany). Later zou hij deze jeugdvriend, inmiddels een ‘onderkoning’ in West-Afrika, weer zijn tegengekomen. Waar www.geschiedenis.nl interessante anekdotes en verhalen over heeft. Twee passages uit het geschiedenis-Jan Compagnie artikel:

 

“Als van der Zaan by zyn zeggen bleef, verzocht de Neger, Jan Kompany genoemt, dat men hem aan de Ruiters boord zou brengen; op dat hy zyn’ ouden makker en fpeelgezel, met wien hy gevaaren had, noch eens mocht zien en fpreeken. Men was hem te wil: en de Ruiter hem, na ’t verloop van zo veele jaaren, ziende en hoorende fpreeken, ftond niet min verwondert dan de Neger over die zeldzaame ontmoeting. Hier zag de Neger dat de Bootsmans jongen eertyds zyn medemaat, een Admiraal van deeze Hollandfche vloote was geworden, en hy vertelde, dat het geluk hem, weleer een’ arme slaaf, ook had begunftigt, en tot ‘ Onderkoning’ over eenige Negers van dat geweft verheven. Daarna begoft hy te fprekenvan d’oude tyd hunner kindsheit, en toonde een fterke ja byna ongelooffelyke geheugenis te hebben. Hy wift al de naamen der bruggen , ftraaten en kaajen te Vliffingen onderfcheidelijk te noemen en men hoorde hem vele voorvallen van zyne jeugt, en al wat hem in in ’t gezelfchap van de Ruiter, te waater of te land, was bejegent, omftandiglyk verhaalen. De Ruiter onthaalde hem vriendelyk, en had groot vermaak in zyn gefprek, dat hem d’onnoozele geneugten van zyne kommerlooze jaaren in de gedachten bragt.”  

 

Uit het: – Journael, gehouden op ‘slants schip de Spiegel, van ‘tgene gepasseert en verricht is op de vloot van [..] de heeren Staten Generael [..] Onder’t beleyt van [..] Michiel de Ruyter [..] in den jare 1664 en 1665 

 

“Onze luytenant Hondius hadde dien dagh een boodt water gehaeldt/en daer wiert voor den Capitein van der Saen een Neger aen boordt gebracht/ die door de Wandeling genoemt wierde Jan Compagny, die voor 5 of 46 Jaren geleden/ al kennis hadde gehadt/ aen den Heer Vice-admiraal de Ruyter, en wist alles perfeckt te verhalen/ wat in die tijdt ghepasseert was/ dat hy onmoogelijck scheen dat op sulcke Barbarische Menschen sulcken memorij was/ om alles weder soo perfeckt te verhalen/ deze Neger zijnde een oud bedaert Man/ die soo wij verstonden op dat Eylandt soo veel als Vice-Koninck was/ en hadden veel dienst aen de Hollandsche West-Indische Compagny ghedaen hadde/ wij bewesen alle de Negers groote vrientschap/’t Welck sy aen ons Volck van ghelijcken deden/ maer mochten de Engelsche niet lyden.”

 

Samengevat, Michiel de Ruyter zat 21e eeuws bekeken in foute handel en deed foute dingen, máár hij was gezien zijn vrienden, vermoedelijk geen racist. Fijn toch?

Zeeheld

Mochten snotlodders nog andere zeehelden willen afzeiken, moeten ze Maarten Tromp met rust laten. Hij is namelijk zelf als kind slaaf geweest van Barbarijse piraten (nadien nog een keer), dus al zijn foute daden kunnen door een nare jeugd worden verexcuseerd.

Gaan we nu -met of zonder het welnemen van snotlodders- hier en daar verder met het bejubelen van de zeeheld Michiel de Ruyter. Die -tijd om ‘m terug te pakken- heel wat mans was.

 

 

(Titlefoto: screenshot filmtrailer)