Longread

Srebrenica, de wond die maar blijft etteren

29-01-2015 12:34

Het blijft een etterende wond: Srebrenica. Dat is niet zo gek, want de afwikkeling van het drama is, net als de missie zelf, een bijzondere puinhoop geworden. Nu zijn de Dutchbatters weer boos, vanwege verwijten over hun mislukte missie. Dat deze poets hen gebakken wordt door voormalig kolonel Charlef Brantz  – een Nederlander, nota bene – die zelf niet ter plekke was maar wel meent te moeten opperen dat de aanwezigen meer hadden kunnen en moeten doen om de plaatselijke moslimbevolking te beschermen, maakt deze nieuwe episode des te moeilijker te verteren.

Echt verrassend is het voorval helaas niet, het dossier-Srebrenica hangt van ellende aan elkaar. Omdat de nabestaanden nog steeds geen rust hebben en de Dutchbatters evenmin, en omdat de Nederlandse politiek er een enorme teringzooi van heeft gemaakt, bij deze een longread over een tragische aangelegenheid die niet vergeten mag worden.

 

Er ging iets gruwelijk mis

Dat er iets gruwelijk misging in 1995 was evident, maar wat? Nederland zou het uitzoeken. Het bleek een nogal schrijnend verhaal. De eenheden van de Luchtmobiele Brigade onder de vlag van UNPROFOR waren schandalig licht bewapend, aan eventuele luchtsteun van de NAVO zaten de nodige haken en ogen, en de safe area bleek ook nog eens niet safe.

 

Bosnian Serb general Milan Gvero

 

Toenmalig Bevelhebber der Landstrijdkrachten Hans Couzy uitte van te voren zijn bedenkingen over de effectiviteit van de Nederlandse troepen tegenover minister Relus ter Beek van Defensie. Het mocht  niet baten. Na een slecht voorbereide verkenningsmissie met diezelfde minister Ter Beek vertrok Dutchbat I eind januari 1994 naar Bosnië-Herzegovina. Deze eenheid werd in juni 1994 afgelost door Dutchbat II, dat vervolgens in januari 1995 vervangen werd door Dutchbat III.

Killing fields

De rest is, zogezegd, geschiedenis. Juli 1995 ging de boeken in als een van de donkerste maanden in de Nederlandse militaire en politieke historie. Met lede ogen moesten de manschappen van Karremans toekijken hoe de grootste massamoord op Europese bodem sinds de Holocaust plaatsvond.

 

ANP-1000_897864

 

Het verhaal van een van hen, opgetekend door journalisten van Vrij Nederland, heeft inderdaad nog het meest weg van een beschrijving van de Killing Fields. De enige fotografische documentatie van mogelijke Nederlandse medewerking aan de genocide, geschoten door kapitein Ron Rutten van Dutchbat, ging naar verluidt verloren dankzij een blunder van de Militaire Inlichtingendienst. Een tweede fotorolletje bleek eveneens onbruikbaar.

Compassie en ambitie

Dat was helaas niet het einde van het geschutter van de Nederlandse staat inzake Srebrenica. In 1996 gaf het kabinet-Kok, gesteund door de Tweede Kamer, aan het toenmalige Rijksinstituut Oorlogsdocumentatie (RIOD), de opdracht te onderzoeken en rapporteren wat er vóór, tijdens en na de val van Srebrenica gebeurde. Het RIOD was feitelijk werkloos nadat de mythische Lou de Jong zijn zesentwintigbandige, twaalfdelige relaas over de Tweede Wereldoorlog afrondde. Zes jaar later leverde het team onder leiding van Dr. Hans Blom een ruim zesduizend pagina’s tellend epistel af.

 

ANP-1000_918247

 

Diezelfde Blom verklaarde in zijn toespraak ter ere van het aanbieden van het rapport aan het kabinet dat Dutchbat “met compassie en ambitie door de Nederlandse politiek” werd uitgezonden “op een missie met een onhelder mandaat”, “zonder adequaat te zijn opgeleid voor deze specifieke taak” en “zonder diepgaand informatie in te winnen bij de Canadese voorgangers in de enclave.”

Historische conclusies

Verder noteerde Blom in zijn speech dat al onder de voorganger van Wim Kok, Ruud Lubbers, het toenmalige kabinet aanstuurde op de beschikbaarheid en inzet van de Luchtmobiele Brigade, en dat door Couzy aan signalen over een mogelijke genocide “geen ruchtbaarheid” werd gegeven. Deze en andere bevindingen waren onderdeel van de opdracht “een zo precies en volledig mogelijke reconstructie van de gebeurtenissen en een historisch-verklarende analyse” te geven voor hetgeen er gebeurd was.

 

ANP-1000_2465227

 

Hoewel Blom opmerkt dat het kabinet aanstuurde op de beschikbaarheid en inzet van de Luchtmobiele Brigade werden er verder geen politieke conclusies getrokken. Dat onderschrijft hoofd Onderzoek Peter Romijn in een reactie op kritiek van onder andere historicus Eelco Runia. Deze laatste stelt volgens Romijn onterecht dat het rapport geen conclusies bevat: er worden wel degelijk conclusies getrokken, maar geen politieke, alleen “historische”.

Politieke verantwoordelijkheid

De politieke consequenties van de bijzonder omvangrijke bevindingen werden zo doorgeschoven naar het enige domein dat historisch gezien zelden in staat is gebleken daadwerkelijk verantwoordelijkheid te nemen: de Nederlandse politiek.

Zo ook nu, al had het er in eerste instantie voor de verandering wel alle schijn van. In reactie op de presentatie van het rapport kozen ministers Frank de Grave van Defensie en Jan Pronk van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer eieren voor hun geld. Beide hadden in maart 2002 van Blom in het geheim de bevindingen uit het onderzoek samengevat gekregen, en met name Pronk kon daar niet mee leven.

Aftreden kabinet Kok

Toen diezelfde Pronk op 28 maart in Nova een voorschot nam op de openbaringen van het rapport haastte Kok zich openlijk afstand van zijn eigen minister te nemen. Op 13 april besloot het kabinet de politieke consequenties van het rapport een week voor zich uit te schuiven.

In de daarop volgende drie dagen zag Kok alsnog het licht en op 16 april bood hij het ontslag van het voltallige kabinet aan bij de koningin. In de verklaring daarvoor gaf Kok te kennen verantwoordelijkheid te willen nemen voor het in het rapport blootgelegde falen, maar “nadrukkelijk” niet de schuld te accepteren.

Nadat Blom in het rapport concludeerde dat er voor Dutchbat geen “duidelijke eigen exit-strategie” was, besloot Kok zijn abdicatie met de treffende woorden “komen is niet eenvoudig, gaan is nog moeilijker. Vooral als je je eigen moment kiest.”
Een dag later hield de bevelhebber van de landmacht, generaal Van Baal, geheel zonder ironie de eer aan zichzelf.

Inhoudelijk debat

CDA-leider Jan Peter Balkenende gaf in reactie op het aftreden van het kabinet aan nog met een aantal vragen te zitten. Hij was bepaald niet de enige. In het debat volgend op het aftreden van het kabinet, op de dag dat Van Baal aftrad, vielen Thom de Graaf en Bas van der Vlies over Balkenende heen om duidelijk te maken dat er toch zeker met het kabinet, ook al was dat inmiddels demissionair, gedebatteerd moest worden over het rapport. Hans Dijkstal en Ad Melkert vonden dat niet nodig, aangezien volgens Melkert Kok al op “ultieme wijze” de verantwoordelijkheid genomen had.

 

ANP-1000_27973280

 

Kok zelf hield de boot af met beleefde niemendalletjes als “voor je het weet, voeren wij een inhoudelijk debat.”
Dat moest niemand willen natuurlijk. Als bliksemafleider trok Melkert een bijzonder konijn uit zijn hoge hoed: na heftig verzet streek de PvdA nu toch met de hand over het hart en zou de partij een parlementaire enquête over Srebrenica steunen. Het mocht niet baten, uiteindelijk ging Kok overstag en zegde toe een debat bij te wonen.

De dagbladen

Ondertussen klapten de dagbladen er collectief bovenop. Logisch, want er gebeurde weer eens iets. De Volkskrant ging voor de hoofdprijs met de mededeling dat het kabinet de juiste keuze had gemaakt door af te treden, anders “zou het voor de oppositie wel erg gemakkelijk zijn geweest: meer dan zevenduizend doden, een vernietigend onderzoeksrapport en nog geen politieke consequenties, zouden Marijnissen, Fortuyn, Rosenmöller en Balkenende hebben geschamperd.”
Briljant. Er waren meer dan zevenduizend mensen dood en het feit dat Kok het hazenpad koos werd uitgelegd als een politieke meesterzet.

De Telegraaf kleedde het iets anders in: “Alle respect” voor het besluit op te stappen.

NRC Handelsblad sprak over “een ongekende intensiteit” in de afscheidsrede van Kok.

Dagblad van het Noorden noemde het besluit “politiek zuiver” en “dapper.”

Het Parool stelde evenwel de impertinente vraag of het kabinet wel had moeten aftreden. Immers, er was geen onoverkoombare breuk met de Kamer als directe aanleiding, en dat Pronk en De Grave hun portefeuilles ter beschikking wilden stellen hoefde in principe ook geen reden voor een collectief weglopen te zijn.

Schuld van de Verenigde Naties

Negen dagen nadat Kok de koningin bezocht vertrouwde Jozias van Aartsen de wereld toe dat het kabinet niet had hoeven vallen omdat “de werkelijke verantwoordelijkheid” voor Srebrenica bij de Verenigde Naties lag, niet bij de Nederlandse regering. Door af te treden “miskende” Kok die realiteit, aldus Van Aartsen. Gelukkig zou de onderste steen alsnog boven komen, dankzij het mede door Melkert gesanctioneerde ultieme politieke reinigingsmiddel: de parlementaire enquêtecommissie.

 

ANP-1000_15773082

 

De commissie stond onder leiding van D66’er Bert Bakker en moest de Kamer dusdanig informeren dat deze een “definitief politiek oordeel” over Srebrenica kon vormen. De meer cynisch ingestelde mens zou kunnen denken dat dit een staaltje partijpolitiek van de bovenste plank was. Er kwamen immers nieuwe verkiezingen aan, dus terwijl bekend was dat de commissie het gepruts van twee PvdA-kabinetten zou gaan onderzoeken voerden landelijk nieuwkomer Pim Fortuyn en de overige lijsttrekkers driftig campagne.

Couzy

Het was tevens maar de vraag van welke werkelijke waarde de bevindingen van de commissie nog konden zijn. Kok had zelf al zogenaamd de verantwoordelijkheid genomen door af te treden en daarmee was de kous in principe af: hij kon moeilijk een tweede maal ontslag nemen.

Van 11 tot en met 28 november 2002 voelden Bakker en zijn collega’s de Nederlandse hoofdrolspelers aan de tand. Hans Couzy meende dat Joris Voorhoeve hem voor een onmogelijke taak had gesteld, Ruud Lubbers haalde uit naar de Verenigde Naties vanwege het uitblijven van steun en het supertrio Kok, Van Mierlo en Voorhoeve schoof de hele internationale gemeenschap de schuld in de schoenen.

 

ANP-1000_11244075

 

Verder bleek dat Couzy ternauwernood aan ontslag ontsnapte vanwege de door Voorhoeve gevreesde publieke reactie en het feit dat Couzy een essentiële rol speelde bij het hervormen van de landstrijdkrachten, en dat de Nederlandse legertop al vanaf het begin geluiden over genocide systematisch in de doofpot gooide.

Conclusie: Couzy draaide Voorhoeve een loer door informatie over oorlogsmisdaden achter te houden, Nederland was in den aap gelogeerd door Janvier die Dutchbat luchtsteun door de neus boorde, het mandaat van Dutchbat was van meet af aan onduidelijk en met het ergste was geen rekening gehouden.

Oordeel: het aftreden van Kok was terecht. Einde oefening.

Nabestaanden

Vervolgens wilde de halve Kamer Relus ter Beek nogmaals verhoren omdat hij de steun die Nederland van de VN kon verwachten in geval van nood iets te rooskleurig voorgesteld had. Bert Bakker wist uiteindelijk te voorkomen dat Ter Beek aan de hoogste boom zou eindigen.

Vervelend genoeg voor de nabestaanden van de slachtoffers van Srebrenica, en niet te vergeten voor de Dutchbatters zelf, gebeurde er in de tussentijd het nodige in Nederland. Toen Bakker zijn bevindingen presenteerde was Balkenende de eerste CDA-premier sinds Lubbers.

 

ANP-1000_1023652

 

Belangrijker, terwijl de commissie nog bezig was met het onderzoek werd op 6 mei 2002 de voornaamste kandidaat voor de opvolging van Kok, Pim Fortuyn, vermoord. In reactie daarop uitte Kok als demissionair premier met eenzelfde intensiteit als bij zijn eigen aftreden de wens “in godsnaam de kalmte” te bewaren.

Parlementaire enquêtecommissie

Dat is wat Srebrenica betreft gelukt: Nederland had andere dingen aan het hoofd. De koek was na de parlementaire enquête voor de Nederlandse politiek min of meer op, terwijl de nabestaanden en de Dutchbatters zelf met een nogal onbevredigend gevoel achterbleven. Alle relevante politici hadden het veld geruimd – sommigen, zoals Ter Beek, al  jaren tevoren – en konden in alle rust aan de rest van hun leven beginnen, terwijl nabestaanden en Dutchbatters nog iedere dag met de gevolgen moesten leven.

Tijdens het onderzoek van de parlementaire enquêtecommissie had de aap uit de mouw moeten komen, maar die bleek naderhand doodgeboren. Langzaam maar zeker bloedde de politieke en publieke interesse in hetgeen er zich in 1995 in Srebrenica afspeelde dood.

Moeders van Srebrenica

Geen wonder dat de nabestaanden op een andere manier genoegdoening gingen zoeken. Een nieuw fenomeen deed zijn intrede in Nederland: de Moeders van Srebrenica. Moeders van nabestaanden, die zo Nederland na de naturalisatie van Máxima Zorreguieta in datzelfde 2002 nog een Argentijns tintje gaven. Een reeks rechtszaken volgde, met wisselend succes. Met name Thom Karremans moest het stevig ontgelden.

 

ANP-1000_5736677

 

Elf jaar nadat Bakker zijn bevindingen wereldkundig maakte oordeelde de rechtbank in Den Haag op 16 juli 2014 dat de Nederlandse Staat verantwoordelijk was voor de deportatie van in ieder geval driehonderd moslims. Daardoor werd het mogelijk om Karremans, diens adjudant Berend Oosterveen en plaatsvervanger Rob Franken zelf voor de rechter te dagen. Op hun beurt betoogden de advocaten van Karremans vervolgens dat die van de VN zelf, specifiek van generaal Rupert Smith, de opdracht kreeg om de moslims uit te leveren, als onderdeel van een deal van de VN met Mladic.

Karremans voor de rechter

In november 2014 moest Karremans, met Oosterveen en Franken, wederom voor de rechter verschijnen, ditmaal in Arnhem. Het Openbaar Ministerie onderzoekt of zij persoonlijk vervolgd kunnen worden voor medewerking aan de moord op in ieder geval driehonderd moslims.

 

ANP-1000_917923

 

Voormalige Dutchbatters applaudisseerden bij de rechtbank om hun steun aan Karremans te betuigen. Voor hen voelt het alsof zij zelf voor de rechter staan, terwijl de omstandigheden hen geen andere keus lieten. Zelfs Radovan Karadžić schaart zich wat  dat betreft achter het optreden van Karremans.

In een tussenvonnis verklaarde de rechtbank dat het OM informatie over het vernietigde fotorolletje vrij moet geven en dat de beslissing over het lot van Karremans nog even op zich laat wachten.

VN-missie ingerommeld

Dat de nabestaanden iemand willen vervolgen is op zichzelf nog te begrijpen. Zij willen gewoon genoegdoening en gerechtigheid, en de vervolging van Karremans is tot nu toe een van de weinige enigszins vruchtbare opties gebleken. Er klopt alleen, grof gezegd, geen zak van. De omstandigheden waaronder Dutchbat moest opereren zijn keer op keer tot praktisch onmogelijk verklaard. De Nederlandse politiek is veel te enthousiast en zonder enige serieuze overwegingen de VN-missie ingerommeld, de VN heeft Dutchbat laten stikken en naderhand nam Kok de makkelijkste uitweg door nog vóór er een parlementaire enquête aan te pas was gekomen af te treden, zonder dat daar een van de twee historisch gebruikelijke oorzaken – een vertrouwensbreuk met de Kamer of een onoverkoombaar intern conflict – aan ten grondslag lag.

 

ANP-1000_1014790

 

Uiteindelijk was de beslissing deel te nemen aan deze missie, en de voorwaarden waaronder dat ging gebeuren, een politieke, want zo gaat dat in een constitutionele monarchie. De advocaten van Karremans hebben aangegeven dat als hij inderdaad strafrechtelijk vervolgd wordt, in ieder geval Kok en Voorhoeve als getuigen opgeroepen zullen worden. Daar kunnen ze nu Brantz ook bijvoegen, kan die onder ede verklaren dat het aan Karremans en zijn mannen lag.

Wachten op erkenning

Getuigenverhoren zouden echter een eerste stap zijn. Als Karremans inderdaad vervolgd wordt dan mag het OM meteen doorpakken en zelf strafrechtelijke onderzoeken naar de politiek verantwoordelijken beginnen. Zij, Kok voorop, hebben zogenaamd met hun aftreden al het boetekleed aangetrokken, maar daarmee is de kous voor de nabestaanden niet af. Twintig jaar later wachten zij nog steeds op gerechtigheid, net zoals de Dutchbatters nog steeds op erkenning wachten.

De Nederlandse politiek kennende wachten ze over twintig jaar nog.