De NOS sloeg vorige week alarm: door de grotere instroom van asielzoekers kwam het beschikbare aanbod van huurwoningen onder druk te staan. Gemeenten zouden moeite hebben vluchtelingen onderdak te bieden. Donderdag debatteerde de Tweede Kamer over de kwestie. Wat blijkt: volgens minister van Wonen Stef Blok (VVD) gaat zes procent van het aantal sociale huurwoningen dat jaarlijks vrijkomt naar vluchtelingen met een verblijfsstatus. Dit jaar gaat het om 15.000 huurwoningen. “Een aanzienlijk aantal, maar ook weer niet heel veel”, aldus de minister. Volgens Blok biedt Nederland nu eenmaal bescherming en onderdak aan vluchtelingen met een verblijfsstatus. Een zorgvuldige asielprocedure toetst of mensen daar recht op hebben, zei hij. Er is echter een groter probleem dat de doorstroming in de sociale sector frustreert: scheefwoners.
Van de 2,4 miljoen sociale huurwoningen worden zo’n 700.000 bezet gehouden door scheefwoners: bewoners met een te hoog inkomen. Daardoor komen er te weinig woningen vrij voor mensen met een laag inkomen. Om deze aan te sporen te verhuizen, krijgen zij jaarlijks meer huurverhoging opgelegd dan mensen met een laag inkomen. De SP op haar beurt vindt dat teveel huurders nu een te forse huurverhoging voor de kiezen krijgen. Blok is echter niet van plan de wettelijke ruimte die corporaties hiervoor hebben te beperken. Wel heeft hij aanwijzingen dat veel corporaties de verhoging dit jaar beperkt houden.
Tijdens het debat botsten Sietse Fritsma (PVV) en Sadet Karabulut (SP )met elkaar. Volgens Fritsma krijgen als het aan de SP ligt nog veel meer asielzoekers voorrang bij het vinden van een huurhuis, waardoor anderen nog langer moeten wachten. “Het enige wat u doet is het opnemen voor asielzoekers en andere allochtonen en daarmee laat u de gewone man en vrouw in de steek.” SP-Kamerlid Karabulut antwoordde daarop dat Fritsma ‘liegt en bedriegt’ en dat de PVV dat wel vaker doet. Volgens haar moeten waar mogelijk mensen in de regio worden opgevangen, maar ze benadrukte dat dat niet altijd mogelijk is en dat Nederland geen land is dat wegkijkt bij wereldproblemen.