In de tijd dat de vier cilinders van een Honda CB750 of Kawa Z1 900 heersten, was er een kleintje dat er in veel opzichten de vloer mee aanveegde. Zoals met hoeveel vermogen er per cc uit de motor werd gepeuterd. Waar deze heersers het nog met minder dan 100 pk per liter deden, deed dit kleintje het toen al met meer. Uit minder. Er stond wel 350 op, maar ze zaten er niet allemaal in. Er waren slechts 325.6 cc’s om benzine kinetisch in te maken. Wat wel behoorlijk efficiënt gebeurde, daar er 36 pk bij 10.500 tpm uit het blok kwam (voor een top van circa 170 km/u). Het geheel woog leeg 149 kilo. Hiermee kon je de heersende kolossen van dik boven de 200 kilo regelmatig het nakijken geven. Zeker op wegen die uitnodigden om te gaan gooien en smijten. Een uitnodiging waar ik op mijn eigen CB350 graag op inging.
Daar dacht ik weer aan toen ik recent de film The Girl with the Dragon Tattoo zag op de buis. Tattoo Rooney Maram of haar stuntdubbel roste erin rond op een in Cafe Racer-stijl uitgeklede CB350. Meestal rijden dames in films schaars of helemaal niet gekleed rond op een CB350 Twin. Om te gaan gooien en smijten is het beter je wél aan te kleden. Liefst in dik leer.
Mijn leren overall kwam samen met de motor in één koop (titelfoto). De kuip en alle andere extra’s zaten er bij aanschaf in 1975 al op. Ik nam de motor over van een Avis monteur, een autoverhuur collega op Schiphol. Daar was ik ‘hiker’. In die tijd was de autoverhuur standplaats Schiphol een leerschool voor gooien en smijten. Met vier wielen. Net in het bezit van een rijbewijs, iets wat ik nog leren moest. Op twee wielen al helemaal (echt, vergeet je bromfiets ervaring).
Een standaard CB350 model 1972 (foto: wiki – Nicolas Will)
Het tweewielige leren gebeurde aanvankelijk zonder bezit van een rijbewijs A. Wat toen nog kon met een proefrijbewijs. Een papiertje waar je geen meter bekwaam voor hoefde af te leggen. Met zo’n papiertje mocht je op een motor in je woonplaats en directe omgeving rondrijden. Wel met L-bord aan je kentekenplaat. Wat natuurlijk geen porem was op mijn gele brul-350, dus dat ging er nog wel eens af. Zeker als je woonachtig was in Uithoorn, en wel eens wat verder wilde dan het aanpalende De Kwakel en Vrouwenakker.
Het stukje langs de Amstel naar gehucht Vrouwenakker was indertijd wél geknipt om gooien en smijten te leren. Daar had je circa drieënhalve kilometer slingerende asfaltvreugde zonder hinderlijke drempels voor. Om je grenzen te leren kennen. Of de Amstel. Mijn 350 kon op Dunlop TT100 rubber ‘plat’ gelegd worden tot diverse metaaldelen de grond raakten. Wat in het donker soms fraaie vonkenregens gaf. Waar je om het droog te houden, zelf niet naar keek.
L-route
Vanwege mijn toen reeds aanwezige goddeloosheid had het engeltje om droog en ongeschonden te blijven me verlaten. Een combinatie van geluk en vaardigheid -dat redelijk gelijke tred hield met de jeugdige overmoed- maakte dat het leer heel bleef. Ook dat van de geërfde handschoenen. Antieke cavalerie exemplaren uit de paardentijd. Deze bleken ongeschikt in de winter. Na het behalen van het rijbewijs A, en Schiphol verruilt was voor een kazerne in Wezep, maakte een nachtelijke winterrit daarheen duidelijk dat elegant beklede vingers niet met negatieve celsiussen om willen gaan.
De 350 zelf had geen last van kou. Of nattigheid. De kuip hield alleen niet van zijwind. Verder was ze ondanks één hardnekkige makke, een fantastische motorfiets. Of de makke was ontstaan bij de verbouwing door de vorige eigenaar, of er af-fabriek in zat, is nooit duidelijk geworden. Maar, het was best vervelend als alle bougie bevonkende stroom uitviel net als je de TT100s op de kleine letters legden. Deze soms optredende ‘schuine’ storing kon uiteindelijk verholpen worden door alle kabelboomverbindingen onder de tank met kroonsteentjes opnieuw aan te sluiten.
Natuurlijk wilde ik spoedig nadat ze elektrisch volmaakt was, en ik kon lezen en schrijven met haar, iets krachtigers en snellers. Een wens die niet werd vervuld met de opvolgende -zo bleek- kromme Honda CB500. Ondanks de fraaie, wat walmende roffel uit de obligate vier-in-een pijp, kon hier alleen log mee gezwabberd worden.
De moraal van dit verhaal? Wees blij met wat je hebt. Zeker als het een CB350 Twin is. Waar sommigen nog steeds verliefd op worden.