Op de Veluwe ligt vrijdag en zaterdag nog aardig wat sneeuw. Het maakt zenderpark Radio Kootwijk nog indrukwekkender en sprookjesachtiger dan het al is. Het terrein is dit weekend voor de tweede keer het decor voor winterfestival Grasnapolsky.
Een doorsnee festival is Grasnapolsky niet echt te noemen. Geen campings vol tentjes die kris kras door elkaar staan, geen duizenden bezoekers die ‘even lekker gek’ komen doen en muzikaal gezien is het veelal wat rustiger. Een festival met weinig pretenties, dat is ook het publiek wat erop af komt. Het publiek bestaat veelal uit roomblanke eind-twintigers en begin-dertigers, maar er zijn daarnaast ook veel veertigers en vijftigers te vinden. Ook zijn er op de zaterdag veel gezinnen met jonge kinderen op het terrein. Opvallend is dat de artiesten die spelen, buiten hun optredens om op het terrein zijn te vinden om van andere muziek te genieten, een complimentje in ontvangst te nemen en lekker een biertje te drinken.
De bezoekers slapen dit jaar op Rabbit Hill, een bungalowpark dat te bereiken is met een pendelbus. Wanneer de programmering op het zenderpark om elf uur is afgelopen, begint het feestje op het park. Op vrijdagavond wordt er gedanst op Falco Benz, Norbert Pek en DJ HNK. Het Atrium vooraan het park staat rammend vol tijdens het feestje. Er worden vast vrienden gemaakt en de sfeer wordt er goed in gedanst.
Er is niet alleen nagedacht over het randprogramma op het bungalowpark, ook op het festivalterrein is veel meer te zien dan muziek. Zo wordt er onder andere veel aandacht besteed aan de geschiedenis van Radio Kootwijk, dat in 1917 werd gebouwd om de communicatie met onze koloniën te onderhouden. Door middel van documentaires, exposities en een beleefroute, een app om het terrein te leren kennen, leert de bezoeker langzaam meer over het terrein met de rijke geschiedenis.
Eén van de hoogtepunten van het randprogramma is alleen op zaterdag. De Utrechtse DJ St. Paul verzorgt in de Kadasterkamer de hele dag zijn eigen radioshow die over het hele terrein is te horen. Naast een breed scala aan genres dat hij draait, interviewt hij een aantal artiesten die op het festival spelen. De studio is ingericht als een huiskamer waar de hele dag mensen met hun drankje zitten om de DJ live te werk te zien gaan.
Als de zaal rond half acht vol staat met dansende mensen, breekt Paul abrupt een plaat af. “Fuck it jongens, laten we die meubels opzij schuiven en gewoon gaan dansen.” Het publiek juicht en stapelt de banken en stoelen op tegen de randen van het zaaltje. De rest van de avond staat er een rij voor de studio. DJ St. Paul weet prima hoe hij een goed feestje moet bouwen.
Ook zijn er verschillende kunstprojecten op het terrein en in het Zendergebouw te zien. Grasnapolsky combineert muziek, kunst en natuur daarmee moeiteloos. Het doet de bezoekers ook goed: sigaretten worden netjes weggegooid op de juiste plek, niemand laat bekers of flesjes slingeren en mensen blijven netjes op de paden. Het natuurgebied wordt gerespecteerd door het publiek.
Alleen het eten is een kleine deceptie. De kwaliteit van het eten is fantastisch, maar het aanbod is wat karig. Er is keuze tussen ambachtelijke pizza, verse friet van de Frietfiets, heerlijke stamppot met worst en een vegetarisch aanbod van Rammenas. Gevolg van de weinige eettentjes is dat er bijna de hele dag een lange rij staat. Zeker wanneer de Frietfiets zaterdags van zes tot acht geen friet meer kan bakken. Gelukkig is er weer friet wanneer de vegetarische burgers zaterdag om negen uur volledig zijn uitverkocht.
Op vier podia is muziek te vinden. Annex B is een kleine zaal tegenover de grote zendertoren. Voor elk optreden staat een rij en wanneer het begonnen is, is het bijna niet mogelijk om naar binnen te komen. We kunnen dan helaas ook pas bij het laatste nummer van IX naar binnen. IX is een project van Marnix Dorrestein, die onder andere bij Über-Ich, Kris Berry & Perquisite en Herman van Veen speelde. Tegenwoordig maakt hij vrolijke elektronische synthpop. De zaal staat niet alleen constant rammend vol én kent het hele optreden een rij, het publiek schreeuwt na het laatste nummer om meer. De programmering is strak, volgens de organisatie heeft hij nog twee minuten. “Dan speel ik het nummer wel dubbel zo snel,” grapt hij. Nog één liedje wordt er gespeeld. De band klinkt strak en het geluid is goed. De zang van Marnix is niet altijd even zuiver en beheerst, maar klinkt wel alsof hij daar nog in kan groeien.
Op zaterdag om kwart voor vier verzorgt Dotlights op het kleine podium in de Zenderzaal een hypnotiserend optreden. Met alleen een gitaar, een boel effecten en een sampler, zorgt hij voor een bijna magische sfeer in de bijzondere zaal. Wie gisteren iets te hard heeft gefeest op het bungalowpark, kan even lekker tot rust komen met slow coffee of verse jus d’orange.
In de Zenderzaal wordt afgewisseld tussen het hoofdpodium en een kleiner podium rechts achterin de zaal. Het kleine podium is strak achter het hoofdpodium geprogrammeerd, maar als de kleine act klaar is, valt er vaak een lange stilte die vaak niet met muziek wordt opgevuld. Vooral het gat tussen Bent van Looy en Janne Schra is veel te lang. Muzikaal gezien volgen die twee elkaar namelijk moeiteloos op. Toch is er na Bent ruim een half uur vooral een soundcheck en geroezemoes van het publiek te horen.
Waar het in de middag nog allemaal wat rustig verloopt in Radio Kootwijk, barst bij Maask het feest los. De beatboxende held uit Leeuwarden zorgt voor een ongekende energie in het gebouw. De absurdistische DJ samplet zijn eigen stem en creëert daarbij een bijzondere act. Hij weet te provoceren op hoog niveau. “Ik zeg naakte, dan zeggen jullie kinderen. Naakte?” Het publiek reageert uiteraard met ‘kinderen’. Ook IS en neonazi komen voorbij. Maask maakt het publiek los voor feest. De zaterdagavond is begonnen. Na het bijna absurdistische optreden van Maask, is het vrijwel direct tijd voor Fresku op het hoofdpodium. De twee acts sluiten totaal niet op elkaar aan, waardoor Fresku aanvoelt als een anticlimax.
Een bekend gezicht later die avond in dezelfde zaal. Het is aan Nuno dos Santos om de energie erin te houden. De set sluit perfect aan op het publiek. Uiterst dansbaar, maar niet keihard beuken. De Utrechtse dj krijgt een groot gedeelte van de zaal mee als de rest zich opwarmt voor het zwembadfeest op het bungalowpark. Daar wordt aan de rand van het zwembad Veluws bier gedronken onder het genot van muziek.
Op de zondag heerst er in de middag een aangename brakheid. Men zit rustig te kletsen terwijl Julien Mier draait. Langzaam wordt hier en daar een stoel ingeruild voor de dansvloer. Maar ook zonder te dansen is Julien Mier aangenaam. Hoogtepunt van de zondag is toch wel Nouveau Velo. De band is niet in volledige bezetting vanmiddag. Met de drums wordt dan ook geïmproviseerd. Strakke gitaren en een meer dan goede stem van de zanger maakt het dat de Paardenschuur bijna uit haar voegen barst. Nouveau Velo klinkt bijna on-Nederlands. Het publiek schreeuwt na een bescheiden moshpitje tijdens het laatste nummer dan ook niet voor niets dat men ‘nog een liedje’ van ‘nieuwe fiets’ wil.
De afsluiter van de zondagavond op het terrein is perfect gekozen. De Utrechtse producer David Douglas zorgt voor een fantastische set. Grasnapolsky’s programmaboekje noemt zijn muziek ‘luisterelectronica’, en dat is een prima omschrijving. Douglas gaat van lage, dansbare beats naar rustige stukken met een live trompet. Inmiddels is een groot deel van de festivalbezoekers naar het bungalowpark of naar huis, waardoor er een kleine groep mensen overblijft in de grote zaal. Het wordt daarmee een intiem feestje waar zowel mensen losgaan op de dansvloer als staan te genieten van Douglas’ luisterelectronica.
Terug op het bungalowpark lijkt de zondagavond rustig te worden en begint de avond met een popbingo. De hoop op een laatste feestje dat nog een beetje wild is ebt weg. Maar als verrassingsact Klangstof begint te spelen, breekt er toch nog een fijn feestje uit in de bistro van het Landall-park. En wanneer de tent om half drie dichtgaat, gaan de feestjes gewoon door in de bungalows. Dat uitchecken op maandag om half elf was misschien toch iets te optimistisch.