De eerste keer dat ik de man hoorde zingen dacht ik, die zit met zijn vinger tussen de deur. Maar de Pakistaanse zanger Nusrat Fateh Ali Khan (1948-1997) is een grootse zanger. Een Qawwali-zanger, soefistische muziek, gezongen poëzie. Het soefisme komt uit de vroege islam en wordt wel het ‘hart’ van de religie genoemd. Qawwali-zangers geloven niet in een ‘ware’ islam en zoeken graag contact met andersdenkenden. Door jihadisten en salafisten worden zij dan ook ten diepste gehaat.
Nusrat Fateh Ali Khan bezingt zijn religieuze poëzie – en ondertussen wordt het een vrolijke boel. Hij maakte meer dan honderd albums, trad op in het Westen – met Westerse sterren – en geldt als een grondlegger van de wereldmuziek.
In India heb ik veel religieuze haat en geweld gezien, van radicale moslims en van extremistische hindoes. Maar in India heb ik ook de Qawwali leren kennen. Niet een ideologie van dood en verderf, maar een poëzie vol liefde en verlangen.
http://youtu.be/D9Ui2deAKr8