Je moet wel erg cynisch en hardvochtig zijn om te zeggen dat het je geen fluit interesseert of arbeidsgehandicapten, wajongers en mensen uit de sociale werkplaatsen uiteindelijk een normale plek op de arbeidsmarkt krijgen. Dat vonden ze in Den Haag nou ook, en dus hebben we sinds 1 januari dit jaar de Participatiewet. Het doel daarvan is om binnen tien, elf jaar 125 duizend extra mensen ‘met een afstand tot de arbeidsmarkt’ aan het werk te helpen. Helaas lijkt het onwaarschijnlijk dat dat doel wordt gehaald.
De wet komt niet uit de lucht vallen – hij heeft een lange voorbereidingstijd gehad. Alle werkgevers wisten dus dat het er aan zat te komen. We (arbeidsmarktonderzoeker Intelligence Group) hebben daarom eens gekeken naar de vacatures in de maand januari 2015. Dat waren er 110 duizend. In 160 gevallen (dus ongeveer 1,5 promille) werd er in die vacatures verwezen naar de Participatiewet. In die 160 vacatures ging het 140 keer om een beleidsmedewerker voor de uitvoering van de Participatiewet. En twintig keer echt om een oproep aan mensen uit de doelgroep om te solliciteren.
Bij die 140 vacatures voor beleidsmedewerkers werd niet eens speciaal gevraagd naar bijvoorbeeld hbo’ers die zelf in een rolstoel zitten. Terwijl die toch bij uitstek zouden kunnen weten hoe die wereld in elkaar steekt.. In de eerste maand na invoering van de Wet is het aantal vacatures voor beleidsmedewerkers zeven keer zo groot als het aantal vacatures voor de arbeidsgehandicapten.
Die beleidsmedewerkers zullen ongetwijfeld heel hard nodig zijn om de Wet te gaan uitvoeren. Daar zit de zorg dus niet. Maar het aantal van twintig vacatures in een maand voor de doelgroep is wel zorgelijk. Met twintig vacatures per maand heb je er in tien jaar 2.400, een fractie van de gewenste 125 duizend. Je hebt geen twintig, maar duizend vacatures per maand nodig. Of eigenlijk vijfduizend, maar dat leggen we verderop uit.
Er zijn nog een paar andere redenen waarom de wet problematisch is. Er is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de manier waarop de doelgroep naar werk zoekt. Op veel van de ‘gewone’ vacatures is het in de huidige arbeidsmarkt zinloos om te solliciteren. Maar ook als een werkgever doelbewust op zoek gaat naar arbeidsgehandicapten, kan hij ze niet vinden. Ze staan niet apart geregistreerd en kunnen dus niet direct worden aangesproken.
Waar vraag en aanbod elkaar niet vinden, werkt de markt niet. Wij doen een poging om dat te verhelpen met de website www.participatiewerkt.nl, waar we naast vacatures ook de informatie uit onze onderzoeken publiceren over arbeidsmarktwensen en arbeidsmarktkansen voor de doelgroepen van de wet. Misschien is het een druppel op de gloeiende plaat, maar in ieder geval een poging om vraag en aanbod bij elkaar te brengen.
De Participatiewet voorziet erin dat werkgevers straks, als ze te weinig arbeidsgehandicapten in dienst hebben, een boete kunnen krijgen. En dat mensen met een uitkering gekort kunnen worden als ze geen baan hebben. Maar hoe zit dat nou in de werkelijkheid? Mensen die behoren tot de doelgroepen van de Participatiewet hebben nu veelal een uitkering. Als ze geluk hebben een sociale huurwoning die aangepast is. Ze overleven dankzij een ragfijn en zeer kwetsbaar netwerk van mantelzorgers, instanties die hun dossier kennen en specifieke vergoedingen voor een scootmobiel, een taxi, bijzondere medische hulp en dergelijke. Deze mensen komen in een bureaucratische horror terecht als ze verhuizen van Middelburg naar Groningen. Nog afgezien van de problemen die ze ondervinden om in een nieuwe stad weer een sociaal netwerk op te bouwen.
De mensen voor wie de Participatiewet is bedoeld gaan dus NIET verhuizen. Maar wat nu als er in Middelburg honderd arbeidsgehandicapten zijn en nul vacatures, en in Groningen nul arbeidsgehandicapten en honderd vacatures? Dan bestaat de mogelijkheid dat de arbeidsgehandicapten in Middelburg worden gekort op hun uitkering, en de werkgevers in Groningen een boete krijgen omdat ze er te weinig in dienst hebben.
Het punt is: de wet houdt onvoldoende rekening met regionale verschillen tussen vraag en aanbod, zowel kwalitatief als kwantitatief. Op papier dus veel goede bedoelingen, in de praktijk onwerkbaar. Als de wet over een paar jaar wordt geëvalueerd zullen dit precies de pijnpunten zijn die naar voren komen.
De werkgevers zijn met het idee op de proppen gekomen om een ‘veiling’ te organiseren waarmee ze hun plicht doen om arbeidsgehandicapten te kunnen aanbieden aan andere werkgevers. Ook dat is een beetje een cynische boodschap: ze betalen nog liever dan dat ze je in dienst nemen. Maar het kan een oplossing zijn voor regionale of kwalitatieve mismatch op de markt.
Tot slot nog iets anders. We hebben eens een analyse gemaakt van hoeveel vacatures je nodig hebt om 125 duizend mensen uit de doelgroep de komende tien, elf jaar duurzaam aan het werk te helpen. Dat zijn er tussen de 500 duizend en een miljoen. Simpelweg door verloop, pensionering, uitval, (regionale) mismatch, vervangingsvraag en niet ingevulde vacatures.
Dat zijn allemaal wetmatigheden die zich ook voordoen in een normaal werkende arbeidsmarkt. Als we aan de onderkant gaan zitten (500 duizend) betekent dat dat er vierduizend vacatures per maand nodig zijn om de doelstelling te halen. Het waren er in de maand januari twintig….. Het is te hopen dat de 140 beleidsmedewerkers die binnenkort hard aan de slag gaan daarin wat verbetering kunnen brengen.
Door Ben Rogmans