Het lijkt een succesverhaal uit de oude doos, maar voor de Amsterdamse culturele elite geldt dat niet. De fotograaf Oliviero Toscani werd wereldberoemd met zijn foto’s voor de campagnes van het modemerk Benetton. Zijn werk voor Benetton begon met foto’s van blanke en zwarte mensen en het eindigde met foto’s van allerlei kwesties die werkelijk niets met mode of met kleur te maken hadden. De foto’s waren altijd herkenbaar door dat ene groene embleem: ‘United Colors of Benetton’.
De campagnes van Toscani zijn allang verleden tijd, maar daar is deze dinsdagmiddag in De Balie niets van te merken. Er is massale interesse in de visie van Toscani op ‘de maatschappelijke verantwoordelijkheid van kunstenaars’. De grote zaal zit vol met mensen die zich het werk van Toscani nog als de dag van gisteren herinneren. Het blijken vrijwel allemaal fotografen, art directors, grafisch ontwerpers en anderen die professioneel iets met cultuur of fotografie te maken hebben. Wat konden zij deze middag leren?
Er hangt een grote foto met gekleurde, uitgerolde condooms boven het podium. Het is een van de vele foto’s die Toscani beroemd maakten. In een presentatie laat hij tientallen foto’s zien, waarvan een zeer groot deel niet uit de Benetton-campagnes komt. Pas later zien we de foto’s die hem beroemd maakten: de stervende aids-patiënt, de baby die nog aan een navelstreng zit, bebloede kleding van een gevallen soldaat, parende paarden, een heleboel geslachtsdelen en een serie ter dood veroordeelden.
Toscani spreekt met een zwaar Italiaans accent en meer dan de helft van zijn woorden is nauwelijks te verstaan. Het is nauwelijks mogelijk een coherent betoog te ontcijferen. Dit is niet alleen het probleem van uw verslaggever: aan het einde van de middag stelt Toscani een vraag aan de zaal. Hoewel iedereen aan zijn lippen hangt, reageert er slechts één jongen en kijkt de rest verdwaasd om zich heen. Niemand begrijpt wat Toscani wil weten. Dat zet de hele middag in geheel nieuw licht.
Wat doe je als je een zaal vol bewonderaars voor je hebt terwijl je jezelf nauwelijks verstaanbaar kunt maken? Je komt dan met kreten die heel diepzinnig klinken, maar nauwelijks iets voorstellen. We leren dat Toscani bang is voor mensen met ideeën omdat hij die zelf nauwelijks heeft, dat foto’s nooit gruwelijk zijn omdat de werkelijkheid dat is, dat als je iedereen probeert te plezieren je niemand een plezier doet en dat de menselijke conditie van deze tijd ‘zwakte’ is. Ieders visie is uniek en dat maakt dat iedereen ook een verantwoordelijkheid heeft, doceert Toscani.
Gespreksleider Lennart Booij begrijpt heel goed dat het verhaal van Toscani nauwelijks inhoud heeft en nauwelijks te volgen is. Meerdere keren probeert hij lijn te krijgen in Toscani’s verhaal, mede door zijn lange monologen te onderbreken. Maar Toscani praat gewoon door. Booij is zichtbaar blij als hij zijn interview met Toscani kan afsluiten en als een soort Oprah Winfrey door de zaal mag lopen om het publiek vragen te laten stellen. Verdieping zit er toch niet in.
Allerlei mensen in het publiek doen hun best een inhoudelijke vraag te stellen, maar Toscani heeft er geen zin in. Iemand vraagt of Benetton ooit foto’s weigerde. Geen antwoord. Een ander wil weten of Benetton een maatschappelijk verantwoord bedrijf is. Geen antwoord. Een jongen vraagt wat Toscani zou doen als hij politicus zou zijn. Geen antwoord. Toscani stelt steeds vragen terug, komt met losse kreten of doet alsof hij de vraag niet begrijpt.
Nergens klinkt boe-geroep en als het even kan klapt iedereen de handen blauw. Toscani komt met alles weg. Hij was een hele onafhankelijke geest en natuurlijk geen commercieel vehikel, houdt hij ons voor. Hij haat reclame en heeft nooit blootgestaan aan commerciële overwegingen. Het is natuurlijk onwaarschijnlijk dat er nooit overleg was tussen Toscani en Benetton en dat er geen enkele monitoring vanuit Benetton plaatsvond. Maar dat vergeten we hier gewoon.
Het gaat dit publiek slechts om wat Toscani representeert: een onafhankelijke geest die daarmee succes kreeg. Of dat beeld klopt maakt niet uit, het is slechts een mooi concept om in te blijven geloven. Al is het maar omdat je zelf graag zo zou willen zijn. En dus luister je anderhalf uur naar onsamenhangende statements, pakt er een paar mooie uitspraken uit en praat daarover na met je vrienden uit de culturele scene van Amsterdam. Net alsof je het allemaal begrepen hebt. De uitgerolde condooms boven het podium vormen niet alleen een bewijs van Toscani’s werk, ze representeren ook de leegheid van de mensen in de zaal.
Na anderhalf uur stopt de bijeenkomst abrupt en moeten we van De Balie snel naar buiten. Er is een ander programma in deze zaal gepland, horen we. Toch is het moeilijk je aan de indruk te onttrekken dat ook De Balie deze bijeenkomst liever zo snel mogelijk vergeet.