In het proces tegen Sharia4Belgium zijn recentelijk zware straffen uitgedeeld aan enkele prominenten van deze beweging, onder wie leider Fouad Belkacem, die tot 12 jaar cel veroordeeld werd. De uitspraak van de rechter is een cruciaal moment in de aanpak van radicalisering en ronselen voor de jihad in België.
De standaard voor toekomstige processen is vastgesteld en het is duidelijk dat men de harde kern van de jihadistische bewering in België stevig wil aanpakken. Het is nu zaak dat ook Nederland volgt in een hardere aanpak van ronselaars, radicale predikers en de jihadistische netwerken die ervoor zorgen dat onze jongeren radicaliseren en afreizen naar Syrië.
De rechter in België stelde in het vonnis vast dat de aanhangers van Sharia4Belgium ‘aanhangers zijn van het gewelddadige jihadistische ideeëngoed’, die ‘vanuit gewelddadig jihadisme bestaande regimes omver wilden werpen en wilden vervangen door een totalitaire islamitische staat’. De rechtbank was daarnaast van mening dat Sharia4Belgium groepen jongeren door middel van training voorbereidde op de gewapende strijd, waarbij het martelaarschap constant verheerlijkt werd door S4B-leider Belkacem.
Ronselaars, radicale predikers en jihadistische netwerken spelen een cruciale rol bij het rekruteren, radicaliseren en afreizen naar Syrië van jongeren, in zowel België als Nederland. De AIVD stelt dat de connecties van organisaties als Sharia4UK en Sharia4Belgium van groot belang zijn bij het afreizen van jongeren naar Syrië. Eerder bleek al uit onderzoek dat een charismatische leidersfiguur een cruciale rol speelt bij binnen deze jihadistische netwerken die actief ronselen voor de jihad. Het zijn vaak de radicale predikers die potentiële radicalen dusdanig kunnen inspireren dat zij daadwerkelijk radicaliseren en afreizen naar het kalifaat.
Een groeiend deel van het ronselen en radicaliseren gaat via social media. Maar dat neemt niet weg dat de bestaande jihadistische netwerken, en met name hun leiders, hier in Nederland nog steeds van groot belang zijn bij het ronselen voor de jihad in Syrië en Irak. Het is tijd om ook in Nederland deze groepen en individuen harder aan te pakken. België heeft de lat hoog gelegd. En wat onze zuiderburen kunnen, kunnen wij ook.
De straffen bij de veroordelingen van (teruggekeerde) jihadisten zijn tot nu toe relatief laag geweest. In een aantal gevallen zijn relatief invloedrijke ronselaars ook vrijgesproken, een feit dat ervoor gezorgd heeft dat in sommige wijken van Nederland menig ouder niet meer rustig slaapt uit angst dat zijn of haar kind binnenkort naar Syrië af zal reizen. Enkele prominente jihadronselaars zitten op dit moment in de penitentiaire inrichting in Vught in afwachting van hun proces. Hun invloed is in het verleden vaak cruciaal gebleken bij het ronselen en radicaliseren van jongeren.
Het is zaak dat wij voorkomen dat in onze samenleving dergelijke figuren vrij spel hebben. Willen wij onze wijken veiliger maken en onze jongeren tegen de invloed van deze figuren beschermen, dan is het zaak dat de leiders van de jihadistische beweging ook in Nederland voor langere tijd in de cel verdwijnen. Dit is om drie redenen van belang.
Als eerste speelt het uit de sociale omgeving plaatsen van radicalen, bijvoorbeeld door ze in de gevangenis te zetten, vaak een belangrijke rol bij de-radicalisering. Men keert in sommige gevallen dan ‘gereinigd’ terug in de maatschappij.
Ten tweede betekent het feit dat deze radicalen achter de tralies zitten dat zij geen of veel minder invloed kunnen uitoefenen op hun netwerk en potentiële radicalen buiten de gevangenis. Veel jongeren in de Nederlandse samenleving wordt daarmee het lot van afreizen naar Syrië bespaard. Als laatste wordt onze samenleving als geheel er veiliger op wanneer de belangrijkste ronselaars in de cel zitten. Mits zij gescheiden van niet-radicalen opgesloten worden, zodat zij niet in de gevangenis hun praktijken rustig voort kunnen zetten.
Een hardere aanpak van met name de kopstukken van de jihadistische beweging in Nederland is dus nodig om onze samenleving veiliger te maken. Het ziet er voorlopig niet naar uit dat de conflicten in Syrië en Irak spoedig over zullen zijn. Er blijft dus een reële kans dat we in de komende jaren de problematiek van jongeren die vanuit Nederland afreizen naar het kalifaat zullen blijven houden.
Willen we deze stroom indammen, dan is een brede aanpak van radicalisering nodig, waarbij het element van het stevig straffen van de kopstukken van de jihadistische beweging niet mag ontbreken. Laten we daarom het voorbeeld van België volgen en ons land, onze wijken en onze straten veiliger maken opdat we kunnen voorkomen dat onze jongeren ook in de toekomst zullen radicaliseren en in het kalifaat eindigen.