Terwijl er regelmatig stemmen opgaan voor een nationale DNA-databank, weigeren nog steeds zo’n 300 agenten om hun dna af te staan. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) wil dit om de dienders snel te kunnen uitsluiten bij een misdrijf. Door de weigering lopen onderzoeken vaak onnodige vertraging op.
Van de circa 1.250 forensisch rechercheurs in Nederland hebben er 949 vrijwillig hun DNA afgestaan. Dat zijn er iets meer dan in 2013, toen 837 agenten DNA hadden ingeleverd. In dat jaar kwam de weigering ook in het nieuws. Lilian Helder (PVV) stelde hierover destijds Kamervragen.
Minister Opstelten zei in antwoord hierop dat het belangrijk is dat zo veel mogelijk medewerkers in de eliminatiedatabank worden opgenomen. Ook stelde de minister er alle vertrouwen in te hebben dat de Nationale Politie zou zorgen voor afdoende registratie.
Een deel van de weigerende rechercheurs heeft principiële bezwaren tegen de databank. Pogingen van minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) en de politietop om die bezwaren weg te nemen blijken tot nu toe vruchteloos.
“Ik kan me voorstellen dat agenten vraagtekens zetten bij de opslag van hun celmateriaal”, zegt Han Busker, voorzitter van de Nederlandse Politiebond (NPB). “Het gaat om hele persoonlijke, gevoelige informatie.”
