Hoewel het krantenartikel waarover hij schreef niet getraceerd kon worden (en het geheugen de schrijver parten moet hebben gespeeld), blijft het een krachtig en droevig verhaal. Eind 1939 of begin 1940 las Vladimir Nabokov een stuk over een aap in de Jardin des Plantes, die, na maanden van training door een wetenschapper, als eerste dier een tekening maakte met houtskool: de schets toonde de tralies van de kooi waarin het arme dier gevangen zat.
Hieraan moest ik denken toen ik het artikel las van Sam Ghilane, studente aan de acteursopleiding van de Hoge School voor de Kunsten, in de Volkskrant. Ghilane speelt mee in de voorstelling Pax Mama, geschreven door Arnon Grunberg op initiatief van de acteur Sabri Saad el Hamus. Dit toneelstuk draait, volgens haar eigen zeggen, om “moeders, fundamentalisme en menselijkheid”.
De cynische lezer zou kunnen opmerken dat moederschap en fundamentalisme in al hun geschakeerdheid voortkomen uit menselijkheid, maar de cynische lezer moet zijn ongevoeligheid nog even in bedwang houden als een ongemanierde hond.
Na afloop van de voorstelling was er een gesprek met het publiek. El Hamus betrok na de nodige loftuitingen de zwijgende aanwezige moslimvrouwen bij het gesprek. En wat bleek? Deze waren in het geheel niet gecharmeerd van het stuk. Zij vonden het stuk vooral een belediging van de islam en er werden dingen op het toneel gedaan met de pop(!) die de moeder voorstelde die anti-islamitisch waren. Deze kritische toeschouwsters bleken zelfs over een vuile geest te beschikken, aangezien zij meenden te zien dat de popmoeder seksueel bevredigd werd door de man, in dit geval de zoon in het stuk.
Dat deze vrouwen aanstoot namen aan de acteurs die op het eind naakt op het toneel stonden, valt ze enigszins niet kwalijk te nemen: zij kennen het Nederlands theater niet, waarin bloot de rigueur is. functioneel naakt of niet, existentieel-filosofisch naakt of niet, dat is aan zulk publiek niet besteed. Naakt is naakt.
Dat is een fundamentalistische kijk op de wereld, dus niet “haast fundamentalistische kijk op religieuze en culturele denkbeelden”, zoals Ghislane het noemt. Fundamentalisme kent geen nuance en context: het is niet voor niks dat de orthodoxe islam voorschrijft dat de seksuele daad niet geheel ontbloot verricht dient te worden (Mohammed zou zelfs zijn hoofd hebben bedekt) – zo wordt de daad van de nacht de daad van de kledingdracht.
Het is vreemd dat Ghislane, die een islamitische Marokkaanse vader heeft en een Joodse moeder, hiervan opkijkt. Idioot wordt het helemaal als zij schrijft: “Ik was boos dat mijn eigen cliché van de intolerante moslim werd bevestigd.”
Cliché? Dit voorbeeld zou haar juist moeten hebben doen inzien dat het hier niet gaat om een cliché, maar om een feit. Hoe sentimenteel religieuze folklore en volksvermaak ook met de moeder omgaat: de moeder die als Niobe een en al tranen is om haar zoons die het verkeerde pad op zijn en haar man die in den vreemde voor de kost zorgt; hoe sentimenteel en weerzinwekkend islamitisch kroost de lof zingt van de analfabete moeder (“maar ze is heel wijs”) die haar leven opgeeft voor baarmoeder en brood, met het paradijs onder haar voeten en pijn in haar rug, een verpakte depressie – dit moederschap komt blijkbaar niet voort uit evolutionaire en biologische ontwikkeling van zorg en voeding, maar is een islamitische plicht.
Toon een acteur die een zieke moeder in de vorm van een pop ontkleedt en haar (ongetwijfeld teder) wast en je hebt de islam beledigd. Dit heeft niks met zelfverloochening te maken, dit is het resultaat van langdurige, memetische intimidatie en indoctrinatie – wat blijft er over na het verwijderen van een vorm van ego? Niet eens een identiteit van gedepersonaliseerde moederschap. Nee, slechts een dorre geest waarin de islam de schaduw van zijn tralies neerwerpt. Vraag deze vrouwen te tekenen wat hun verbeelding beheerst en ze zullen het niet kunnen: ze hebben nooit houtskool leren hanteren.
We weten dat sommige van hun dochters die tralies wel kunnen tekenen en proberen te verhullen met zonnige kleurtjes en franjes – maar tralies blijven tralies zolang ze onomgebogen of gebroken worden.
Er is eerder erop gewezen dat mensen die in beperking opgroeien en leven een Stockholmsyndroom ontwikkelen met de onderdrukkende en beperkende elementen van hun leefomgeving en sociale context. Dit is nog erger, meen ik, dit is het Gekooide Aap-Syndroom.
Hoe treurig het verhaal van de gekooide aap. Hoe hopeloos het verhaal van de islamitische kouw zonder klaverzode.