Tweede Kamerlid Mei Li Vos is boos. Het V&D-personeel moet van de eigenaar van de warenhuizen 5,8 procent loon inleveren. Deze introductie van de bijeenkomst ‘Liefde voor werk’, die de PvdA dit weekeinde organiseerde, is veelzeggend. Het gaat steeds om de vraag wat de overheid kan doen en meestal is dat niets. De politiek heeft immers besloten het internationale bedrijfsleven geen strobreed in de weg te leggen en dus kunnen de investeerders van V&D doen wat ze willen. Werknemers van V&D hebben pech.
Dit roept meteen de vraag op of het goed of slecht is dat de PvdA een middag organiseert over werk. De middag gaat over allerlei trends die door een deel van de bevolking met argusogen worden gevolgd. Zaken als sociaal ondernemerschap, de toename van ZZP-ers en robotisering staan centraal. Deze thema’s zijn verweven met de geschiedenis van de PvdA, maar is de PvdA zich daar wel van bewust? Het lijkt er niet op.
De PvdA kwam in de jaren negentig met ‘de derde weg’. Het was een wat vage filosofie die vooral inhield dat de traditionele sociaaldemocratie hopeloos ouderwets was. Ten tijde van Wim Kok moest de PvdA het neoliberalisme omarmen en via die weg voor de zwakkeren zorgen. Het was een soort tussenweg tussen de sociaaldemocratie van Joop den Uyl en de VVD. De derde weg leverde maatregelen op waar vandaag de dag meer kritiek op is dan destijds, zoals de Europese interne markt en grootschalige privatisering. Bedrijven kregen meer te zeggen en de politiek minder.
In deze context discussieert de PvdA drie uur lang over werk. Er komen ‘sociale ondernemers’ aan het woord die allerlei maatschappelijk wenselijke initiatieven ontplooien. In de zaal volgen enthousiaste reacties en roepen leden dat hier ‘meer van nodig is’. Zo heeft een mevrouw een bedrijf waaraan je een oud overhemd kunt sturen, dat je in de vorm van een boxershort weer terugkrijgt. Er werken alleen vrouwen die ‘een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben’. Applaus.
Bij een politieke partij verwacht je een brainstorm hoe dit soort initiatieven kunnen worden gestimuleerd. Maar bij de PvdA verzandt de discussie in uitspraken als: ‘de overheid moet vooral inspireren, dan komt het wel goed’, en ‘we moeten de mensen in hun kracht zetten’. We leren dat we arbeidsgehandicapten geen ‘autist’ of ‘mongool’ mogen noemen, ‘want dat is niet goed voor de participatie’. Het zou gaan om ‘een mentaliteitsverandering’ en niet om meer regels, want dat werkt niet. Waarom regels niet werken wordt hier als vanzelfsprekend geslikt door vrijwel alle aanwezigen.
Toch is er geen volledige eensgezindheid. Een man herinnert de PvdA aan de eigen geschiedenis. De PvdA deed de publieke diensten in de uitverkoop en dat heeft allerlei sociale gevolgen gehad. ‘Gaan die grote bedrijven wel goed met de maatschappij om?’ wil hij weten. De discussieleider weet niet hoe snel hij dit onderwerp moet afkappen.
Dat blijkt al snel een patroon. Een andere man vraagt zich af of de vrouwen die van overhemden boxershorts maken ook een gewone baan krijgen of altijd gesubsidieerd boxershorts blijven naaien. Ook dit thema wordt afgekapt: van gesubsidieerd werk naar gewoon werk blijkt een hele grote stap en niemand weet hoe die vergemakkelijkt kan worden. ‘Wat gebeurt er eigenlijk als een van deze vrouwen niet doorstroomt naar een gewone baan?’ vraagt iemand. Meteen gaat de mistmachine aan: ‘dat hangt van de situatie af’.
Een spastische man in een rolstoel neemt het woord. Hij kan nauwelijks uit zijn woorden komen, praat extreem langzaam en is slecht verstaanbaar. Hij is ongeveer de enige in deze zaal met een duidelijk aanwezige arbeidshandicap. Hij meldt dat het UWV hem tegenwerkt bij het krijgen van werk. ‘Het UWV zegt altijd nee’, klinkt het op het podium en we gaan snel verder met de volgende vraag. De PvdA heeft in de participatiesamenleving geen oplossing voor hem.
Een lid in de zaal probeert het nog een keer. ‘Philips neemt echt geen arbeidsgehandicapten aan, we praten over gesubsidieerd werk en die budgetten gaan door het kabinet naar beneden’, briest hij. Ook hij krijgt verder geen aandacht, laat staan een antwoord. We gaan snel door op het voorbeeld dat bij Atos in Duitsland met succes een grote groep autisten is aangenomen.
Zo zien we wat er van de PvdA is geworden. De partij maakte twintig jaar geleden keuzes waar linkse mensen nu van gruwen. De PvdA doet dat misschien ook wel, maar kan dit allemaal niet terugdraaien. En dus wordt ingezet op allerlei leuke initiatieven, kleine stapjes zoals het in dienst nemen van schoonmakers – Lodewijk Asscher komt er uitgebreid mooie sier mee maken – en vooral de vrolijke oproep allemaal te participeren. Maar echt iets veranderen, nee. Al helemaal niet voor de spastische man in de rolstoel.
Heeft de PvdA wel iets geleerd van de derde weg? De partij gaf destijds publieke voorzieningen uit handen aan bedrijven. Pas nu komt ze erachter dat de politiek die bedrijven nauwelijks kan aansturen. En toch doet de partij nu hetzelfde: overheidstaken worden uit handen gegeven aan burgers. Ook die zijn slecht aanstuurbaar. En dus zullen er weer allerlei mensen tussen wal en schip vallen, precies tegengesteld aan wat iedereen van de PvdA zou verwachten.
Rara waarom zijn de peilingen voor de PvdA zo slecht, vraag je je af.