Moslims op school worden gediscrimineerd – aldus het alarmerende persbericht dat de Anne Frank Stichting gisteren de wereld in slingerde. 61 procent van de Nederlandse docenten zouden vorige jaar getuige zijn geweest van “bedreigingen, scheldpartijen, vernielingen en mishandelingen” (Spits, RTL Nieuws, BNR, TPO, allen via het ANP). “Twee op de drie docenten zou het zelf hebben meegemaakt”(!), snottert de website van de Anne Frank Stichting. Laat ik in mijn onnozelheid nou altijd denken dat wat racisme en discriminatie betreft Turkse en Marokkaanse jongeren zélf koploper zijn?
Nog vorig jaar liet diezelfde Anne Frank Stichting een onderzoek doen naar antisemitisme. Turkse en Marokkaanse leerlingen blijken “Hamas, Hamas, joden aan het gas”, tot hun lijflied te hebben verheven en leerkrachten kunnen, op straffe van steniging, maar beter niet over de Holocaust beginnen. Anne Frank Stichting signaleert veel antisemitisme op middelbare scholen, luidde de decente kop van het persbericht destijds. Bij: ‘Turkse en Marokkaanse jongeren antisemitisch’, gaan wellicht de ruiten van het Anne Frank Huis eraan, moet het bestuur hebben gedacht en ‘Joden op school worden gediscrimineerd’, is – gezien het beperkte aantal Joodse leerlingen – natuurlijk geen écht pakkende kop.
Maar goed, antisemitisch of niet, dit jaar zijn de Turkse en Marokkaanse leerlingen zélf het slachtoffer. Niet dan? Lees het rapport, leg de berichten van de Anne Frank Stichting ernaast en concludeer met mij dat het op z’n zachts gezegd om gebakken lucht gaat. De zogenaamde ‘bedreigingen’ die de docenten hebben gesignaleerd (in werkelijkheid gaat het grotendeels om ‘grievende opmerkingen’) gelden vooral homoseksuelen: meer dan driekwart van de leraren signaleert nare opmerkingen over homo’s, tegenover moslims is dat 61 procent. De kop van het bericht had dus moeten luiden: Homo’s op school worden gediscrimineerd. Wie die homo-haters zijn? Dat vermeldt het rapport niet. “Docenten zijn gevraagd naar hun ervaring met moslimdiscriminatie”, staat er bij wijze van uitleg. Je hóórt het bestuur van de Anne Frank Stichting zuchten: “Néé, niet een rapport waaruit blijkt dat Turkse en Marokkaanse jongeren behalve antisemitisch ook nog homofoob zijn!”
De Anne Frank Stichting heeft een goede reden waarom dit jaar persé de witte leerlingen de daders moesten zijn. Follow the money en die reden wordt duidelijk. De Stichting leeft van de inkomsten van het bezoek aan het Anne Frank Huis. Om de bezoekersstroom een handje te helpen worden er jaarlijks, gesubsidieerd, honderden leerlingen door het pand aan de Prinsengracht gejast. De overheid geeft namelijk geld voor het ‘bestrijden van racisme en discriminatie’.
Vorig jaar kregen de docenten de vraag voorgelegd of ze bij de aanpak van het antisemitisme op scholen, geen behoeften hebben aan ‘ondersteuning’. ‘Jahhaa!’, kraaiden de docenten. Ook dit jaar zien ze die ‘ondersteuning’ helemaal zitten, vooral in de vorm van een ‘excursie’. Nogal wiedes! Wie wil er geen gratis schoolreisje naar de Prinsengracht in Amsterdam?
Maar als Anne Frank Stichting kun je bij de subsidieaanvragen van 2015 moeilijk alwéér aankomen met Turkse en Marokkaanse leerlingen die hoognodig moeten worden bijgeschoold. Dus rommelen we wat met de volgorde van de uitkomsten van het onderzoek en gooien we er een leugenachtig persbericht tegenaan.
Nog een interessant gegeven: volgens de leerkrachten was de ’emotionele schade’ die de ‘grievende opmerkingen’ van de witte leerlingen hebben veroorzaakt 2 op de schaal van 1 (onschuldig) tot 10 (ernstig). ‘Niet zeer ernstig dus’, concludeert het ‘onderzoek’, dat is uitgevoerd door Onderzoeksbureau Panteia.
Panteia: onthoud die naam!