In Den Haag noemen we journalisten die de politiek volgen ‘parlementair journalisten’. Dagelijks is merkbaar wat dat inhoudt. Toen de zorgplannen van minister Schippers werden afgeschoten, probeerden parlementair journalisten meteen een beeld te krijgen van de achtergronden en de gevolgen: om welke redenen waren Eerste Kamerleden tegen de voorstellen, hoe lagen de voorstellen in de verschillende partijen, welke compromissen waren er mogelijk en wat zouden de politieke gevolgen kunnen zijn? Via de media werden we overvoerd met dit soort informatie.
Hoe gaat dat in Brussel? Ook daar vinden politieke conflicten en onderhandelingen plaats, maar we horen er nauwelijks iets van. Een mooi voorbeeld is TTIP: het nieuwe handelsverdrag tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten. Momenteel onderhandelt de Europese Commissie met de VS en het Europees Parlement kijkt daarbij mee, aangezien het Parlement moet instemmen met de uitkomst. Maar informatie krijgen we nauwelijks. Hoe komt dat?
In Brussel bestaat geen parlementaire journalistiek zoals in Den Haag. Dat zien we al aan de naam: in Brussel heten journalisten ‘correspondenten’ en geen ‘parlementair journalisten’ ongeacht het feit dat Brussels beleid net als Haags beleid in heel Nederland gaat gelden. Volgens een recente uitzending van de podcast Onder Mediadoctoren is er een andere naam omdat Europa gevoeld wordt als ‘het buitenland’ en niet als ‘Nederland’. De naam ‘correspondent’ – die heb je immers alleen in het buitenland – sluit daarbij aan.
Maar het gaat nog een paar stappen verder. Want wat doen parlementair journalisten? Zij drinken vooral veel koffie met Kamerleden, medewerkers, voorlichters en andere betrokkenen en krijgen zo een gedetailleerd beeld van hoe allerlei politieke thema’s zich ontwikkelen. Als je maar met veel mensen praat, krijg je een beeld van wat er achter de schermen gebeurt. Zo kun je zelfs hele vergaderingen reconstrueren waar geen journalist bij aanwezig was. Deze verhalen zijn niet altijd betrouwbaar, maar ze geven wel een beeld van de politieke ontwikkelingen.
Deze Haagse praktijk bestaat in die vorm in Brussel niet. De Haagse wandelgangen en perscentrum Nieuwspoort waar alle onderonsjes plaatsvinden, hebben geen Brusselse variant. Contacten lopen vooral langs inhoudelijke lijnen en er zijn geen thema’s die het nieuws beheersen en die dus door iedereen worden gevolgd. In Europa heeft iedere politicus zijn eigen specialisme en weet men vaak niet wat er op andere gebieden exact gebeurt. Dat is niet vreemd: er zijn te veel onderwerpen, te veel Europarlementariërs, te veel belangen en te veel instellingen om een totaalbeeld te krijgen.
Hoe zou een journalist het moeten aanpakken als hij een goed beeld wil krijgen van hoe er op dit moment bij TTIP wordt onderhandeld? De Haagse werkwijze zou zijn met de betreffende politici te gaan praten en zo een beeld te krijgen van wie er allemaal betrokken zijn en wat hun meningen en acties zijn. Maar in Europa kan dat in het Europees Parlement bijna niet, want alle Nederlanders hebben andere portefeuilles en dus kun je geen enkel verhaal via Nederlandse politici controleren.
Daarvoor heb je die andere 725 Europarlementariërs met andere nationaliteiten nodig. Maar een aanzienlijk deel daarvan spreekt talen die zelfs Frans Timmermans niet spreekt, zoals Litouws, Kroatisch en Zweeds. Dat verkleint de mogelijkheden aanzienlijk om een beeld te krijgen van wat er besproken wordt. Tolken zijn aanwezig bij de vergaderingen, maar niet in elk kantoor of elke kantine. En dus ben je overgeleverd aan politici uit landen als Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië, terwijl het best kan zijn dat politici uit juist Estland en Polen op een dossier het belangrijkst zijn.
Daar komt dan nog bij dat Europa veel meer instellingen heeft dan alleen het Europees Parlement. De kans dat je bij al die instellingen begrijpt welk krachtenveld er speelt en weet welke spelers uit welke landen bepalend zijn, is nihil. En dus zijn de onderhandelingen over TTIP voor ons allen een grote black box en moeten we het doen met een zeer klein aantal openbare meningen over het nieuwe verdrag, terwijl niemand weet of deze meningen in de Brusselse wereld er echt toe doen en of ze enige voorspellende waarde hebben voor hoe het met TTIP zal aflopen.
In Europa is de rubriek van Chris Aalberts over Europese politiek.