Het boek van Erik de Vlieger getiteld Tot hier en nu verder; autobiografie over zijn leven kwam binnen op twaalf in de CPNB-Top 60. Tussen twee media-optredens door maakt hij natuurlijk tijd voor zijn oude vrienden.
Erik de Vlieger? Dat was toch de man die Femke Halsema uitdaagde op Twitter om te openbaren wat ze krijgt voor haar stukjes bij De Correspondent? De man ook die Tofik Dibi een baan aanbood zodat hij zijn wachtgeldcentjes niet hoefde op te halen? Maar tijdens alle interviews ter promotie van zijn boek lijkt hij de rust zelve en ook bij Dauphine hangt er behoorlijk wat zen rond de man van 43 miljoen (nummer 447 in de Quote 500).
“Er is nogal wat gebeurd sinds de ellende afgelopen leek na de vrijspraak in 2011. Een van de dingen die ik ben gaan doen is interviewen voor het programma Café Weltschmerz van AT5 (check hierboven het interview met Arnoud van Doorn waarin De Vlieger hem als een meeloper van WO2-achtige proporties neerzet, BH). Hiervoor ben ik getraind door Pim van Galen van Nieuwsuur en die heeft me geleerd dat ik moet luisteren.”
Natuurlijk, hij is inmiddels 55 jaar en bovendien is hij sterker uit de periode gekomen dat Justitie achter hem aanzat. “We dragen allemaal het onbevangen kind mee van toen we zestien, zeventien waren en ik ben erg beledigd en boos geweest. Bij 24 uur met…zag je goed dat ik tegen verbittering aanzat en die woede heb ik de afgelopen tijd achter me gelaten. Daarom geniet ik ook zo van het succes van het boek. Weet je dat ik gebeld werd door RTL met de vraag of ik wil meedoen aan een serie over succesvolle ondernemers? Nou, dat hadden ze een jaar geleden nooit gedaan. Ik was wel weer aan het zakendoen en terug in de Quote 500, maar dit geeft toch een extreem fijn gevoel.”
Het doet hem goed om bij Rutger Castricum en Humberto aan tafel te zitten of aan te schuiven bij Tijs van den Brink. “Tijs vind ik zo’n gave gast. Sinds ik zelf interview, kijk ik veel naar andere interviewers want ik wil natuurlijk uiteindelijk een combinatie van Ischa Meijer en Theo van Gogh worden op televisie. Ik schreef als opdracht in het boek voor Tijs: op een dag worden we vrienden. Hij heeft me een paar keer geïnterviewd en steeds gaf hij me een goed gevoel. Dat zijn ook mannen die je boek gewoon lezen in plaats van dat ze zeggen; ik heb er diagonaal doorheen gebladerd.”
Hoe ben je uit de fase van verbittering gekomen?
“Ik was een man die slecht luisterde naar andere mensen omdat niemand invloed op me had. Mijn vader zei vroeger alleen maar: eet het brood niet in een keer op, maar voor de rest kon ik gewoon mijn gang gaan. Jort Kelder zei, toen ik na 2011 bleef hangen in mijn woede: ga toch lekker naar Portugal, maar dat vond ik oprecht een belediging omdat vluchten geen optie is. Pas toen ik mezelf terugzag bij Wilfried de Jong wist ik dat het allemaal anders moest. Toen ben ik gaan interviewen, schilderen en het boek gaan schrijven. Dat hielp.”
Je zegt daarin ergens: ik heb de paal waaraan ‘ze’ me konden ophangen zelf in de grond geslagen.
“Zo was het. Ik deed zaken met Willem Endstra en dacht dat ik me alles kon veroorloven. Ergens wist ik dat het niet verstandig was, maar ik ging af op mijn vertrouwen in ING en Rabobank die ook voor hem werkten. Het was pure overmoed omdat in de bloeiperiode van het vastgoed gewoon alles lukte. Het is gebeurd dat ik het ene etablissement inliep met een pand en dat ik het een tent verderop weer verkocht. Ik liep te joggen in het Vondelpark toen iemand me aanspraak over een pand in Haarlem voor 2,5 miljoen gulden, een dag later was de deal rond.”
De Vlieger is ervan overtuigd dat zijn zevenjarige strijd met Justitie een bedoeling had, dat hij iets moest leren over nederigheid. “Ik was de controle kwijt over mijn bedrijven en zag niet wat er allemaal gebeurde. Er heeft een vastgoeddirecteur onder mijn neus 60.000 euro gestolen die daarvoor is veroordeeld terwijl ik van niks wist. Nu is het op deze manier verkeerd gegaan, maar anders had er misschien wel een vliegtuig neergestort waarop kranten zouden schrijven dat ik op onderhoud had bezuinigd. Het had erger gekund.”
Had je ook te weinig vrienden gemaakt in de media? Je vertelt in je boek over de huis-aan-huisbladen die je had gekocht, maar waar je ook journalisten hebt ontslagen.
“Als je een mediabedrijf hebt, moet je drie keer zo goed oppassen omdat er altijd wel verbitterde journalisten rondlopen die wraak willen nemen. Ik neem NRC echt kwalijk dat ze leugens hebben verspreid over mij. De grootste was dat ik zaken had gedaan met Willem Holleeder. Joep Dohmen van NRC begon echt op me te jagen. Het is toch wreed om uit een gewond dier een hapje te nemen? Max Pam, Yoeri Albrecht, Jan Kuitenbrouwer en Theodor Holman hebben allemaal slecht over me geschreven en achteraf bleek dat een vriendengroepje, allemaal subsidieslurpers natuurlijk. Max Pam schreef laatst weer over ‘het romannetje’ van Bram Moszkowicz terwijl die man nota bene failliet is. Dat is wreed. Met Albrecht wilde ik later een openbaar debat in De Balie, maar dan trekt hij zich terug. Weet je wat het is? Ik heb muziekblad Oor twaalf jaar overeind gehouden omdat ik van dat blad hou, maar er is geen journalist die me daarmee complimenteert.”
Maakte je teveel vijanden?
“Als je rijk bent heb je sowieso vijanden.”
Heb je nog wel vertrouwen in de objectiviteit van media?
“Natuurlijk, elke dag lees ik De Volkskrant én de Telegraaf. Ik hou van het jagerige van GeenStijl, maar de ingetogen werkwijze van De Volkskrant vind ik ook mooi. Het gevaarlijkst vind ik die hele jonge mensen die aan ‘Google-journalistiek’ doen. Objectiviteit bestaat natuurlijk niet, maar als je alleen maar even kort belt voor een soundbite en de rest bij elkaar Wikipediaat dan hou je gewoon niks over. Media hebben invloed en verantwoordelijkheid en ik hou ervan om verhalen van alle kanten te lezen en zo mijn standpunt te bepalen. Een discussie tussen een liefhebber van Joop.nl en GeenStijl is niet zo boeiend omdat je al weet wat ze vinden. Ik was bijvoorbeeld altijd tegen het afschaffen van Zwarte Piet, maar sinds die goede documentaire van Sunny Bergman ben ik om.”
De Vlieger is trouwens niet alleen media-ondernemer, maar hij maakt tegenwoordig ook zelf dingen. Interviews inderdaad bij AT5, maar hij schrijft ook columns voor Quote waarbij de opbrengst gaat naar de stichting Gered Gereedschap, wat hij even gezegd wil hebben. “Ik heb niks met BN-ers die goede doelen steunen voor eigen glorie, maar dit is een goede club waar ik ambassadeur ben. Zij knappen beitels, hamers en naaimachines op en sturen die naar startende ondernemers in Afrika. Misschien kan je ze even noemen want dit het enige goede doel wat ik verder waardeer.”