Na Parijs werd er een aantal dagen geleden in Kopenhagen een terroristische aanslag gepleegd. Als het een beetje tegenzit, wordt 2015 een ongekend spannend jaar met zo ongeveer elke maand een aanslag. Welke Europese stad is volgende maand aan de beurt? In Antwerpen nemen ze het zekere voor het onzekere. Bart de Wever, de burgemeester van die stad, is deze week zwaarbewaakt op skivakantie gegaan. Bart, vrouw en kinderen vertrokken in vier gepantserde wagens en onder begeleiding van tien politieagenten naar de sneeuw. Als de Antwerpse burgervader op de latten staat, moet hij uitkijken dat hij zijn gewapende begeleiders niet omver kegelt. Is dit niet een beetje overdreven? Of zijn de spreekwoordelijke intolerantie van de islam en alle bedreigingen die daarbij horen inderdaad “clear and present”?
Het antwoord op de vraag of er een tolerante islam bestaat is voor de meeste mensen duidelijk. Nee! De feiten spreken voor zichzelf. De hoeveelheid geld die we wereldwijd besteden aan het voorkomen en bestrijden van moslimterrorisme is gigantisch. Dit geld zou beter besteed kunnen worden aan het bestrijden van armoede in ontwikkelingslanden, voor het oprichten van scholen en ziekenhuizen in onderbedeelde gebieden of voor betere zorg voor onze eigen armen en ouderen.
In principe is geen enkele monotheïstische religie tolerant. Als er maar één God is die ons zijn geboden oplegt, dan kun je als mens nooit zelf voor god spelen. Eén God betekent één gebod, één waardesysteem, één waarheid. Intolerantie jegens mensen die er anders over denken is een logisch gevolg van monotheïsme. Binnen een monotheïstisch wereldbeeld is het niet aan de mens om geboden of verboden te verzinnen, zoals in een democratie. Wat mag of niet mag is vastgelegd in door God ingefluisterde teksten. Daarover discussiëren is zinloos. In een monotheïstische religie is God de enige weg en de enige waarheid. Er is niets anders.
In Europa zijn we (of waren we) gelukkig verlost van dit wereldbeeld en de daarbij horende onverdraagzaamheid. Sinds de verlichting zijn Kerk en Staat duidelijk gescheiden. En dat is een groot voorrecht. Voor moslims die graag op- en uitkomen voor hun religie is het daarom moeilijk leven in een westers land. Zij zien liever (of zijn gewend) dat Kerk en Staat naadloos in elkaar overgaan. De hoofddoekenkwestie en de controle op wat imams preken in de moskee zijn hier voorbeelden van.
Interessanter is de vraag of er tolerante moslims bestaan. De afgelopen jaren heb ik een paar honderd islamitische gezinnen thuis mogen bezoeken. Ik heb nooit iets gemerkt van intolerantie. Integendeel, zonder uitzondering ontmoette ik gastvrije mensen die (net als alle andere Nederlanders) niets liever willen dan een baan, een huisje en een tuintje.
Maar goed, er zijn natuurlijk uitzonderingen. Laat dat duidelijk zijn. Ik wil best aannemen dat ongeveer tien procent van de moslims volstrekt intolerant is. Dat betekent wat mij betreft dus dat ze tot het uiterste willen gaan om hun geloof te verdedigen en op te leggen aan anderen. Een ’Sharia for Europe’ die via terreur kracht van wet moet worden. Tien procent betekent dat we in Europa met zeven miljoen potentiële islamitische terroristen zitten. De overgrote meerderheid van de Europese moslims mag dan best tolerant en vredelievend zijn, die tien procent maakt hun positie helaas onmogelijk. Het niet-islamitische gedeelte van de bevolking zal dergelijk geweld en terrorisme niet langer pikken. Als we de gedachte serieus moeten nemen (en dat moeten we als tien procent van de moslims als intolerant gekenmerkt kan worden) dat er een vreselijke aanslag gepleegd kan worden, moeten we ons voorbereiden op een enorme volksopstand tegen de moslims. We moeten op het ergste voorbereid zijn.
Welke oplossing kan hier worden geboden? Ik denk dat we een duidelijk doel voor ogen moeten hebben en dat dit doel het Europees politiek beleid moet bepalen. Het doel is dat er vrede en voorspoed komt in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dat er goed onderwijs is, goede gezondheidszorg, voldoende werkgelegenheid, goede pensioenvoorzieningen en uitkeringen, een betrouwbare politiemacht, en dat er rechtvaardige politici zijn die hun macht combineren met een sobere levensstijl. Als dit is gerealiseerd, valt de motivatie om te emigreren weg. Dan kunnen de Europese moslims terugkeren naar de landen van herkomst om daar in overeenstemming met de islamitisch leer te leven.
Dit doel kan bereikt worden door een massale inspanning van alle moslims in Europa. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een vredeskorps dat als taak heeft de vrede te herstellen in de landen van herkomst en een begin te maken met de wederopbouw van deze landen. Om effectief te zijn, zullen voor dit korps honderdduizenden moslims gerecruteerd moeten worden.
In plaats van een jihad vol wreedheid en onverdraagzaamheid, moet er een constructieve beweging op gang gebracht worden die vrede en voorspoed brengt voor alle moslims in de regio’s die nu in brand staan. Zonder hulp van buitenaf zal dit nooit lukken. De moslims van Europa moeten hun verantwoordelijkheid nemen.