Interview

Arnold Karskens meets Tanja Nijmeijer: ‘Ik ben niet getrouwd met het wapen’

21-02-2015 14:04

Vijf minuten voor de afgesproken tijd stapt ze de hotellobby in: struis, zelfverzekerd, met stijl halflang kastanjebruin haar. Ditmaal niet gekleed in camouflagepak, maar in spijkerbroek, zwarte trui, open schoenen met kleine hak en blauwgroene oorbellen. Evenmin stelt de inmiddels 37-jarige Denekampse zich voor met haar nom de guerre Alexandra Nariño, maar met: “Hallo, ik ben Tanja Nijmeijer.” 

Het had veel combat shoes in de Cubaanse aarde voordat de enige Nederlandse vrouwelijke guerrillastrijder akkoord ging met een gesprek.

“Ik heb het wel gehad met de Nederlandse journalistiek,” vertelt ze deze ochtend. Ze wil af van het imago van exotische junglebabe. Ze gaat liever voor de inhoud. Waarom ze toch instemt?

“U bent lang op zoek geweest naar mij, toch?”

Ik bevestig. Vanaf het moment dat haar aansluiting bij de FARC bekend werd, na het vinden van haar dagboeken bij een legeractie in juli 2007, staat de guerrillera Holandesa hoog op de to speak wenslijst.

We nemen plaats aan een kleine tafel in het souterrain met uitzicht op het congrescentrum waar sinds oktober 2012 de vredesonderhandelingen plaatsvinden tussen de Colombiaanse overheid en de guerrillagroep ‘Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia’ FARC. In ons kielzog loopt een fors uit de kluiten gewassen man die af en toe wat zegt maar vooral zwijgt. Niet haar bodyguard. “Hij is een mede-strijder. Ik beschik niet over een bodyguard. Wel is het regel binnen de guerrilla, die we ook hier in Havana toepassen, dat we niet alleen de straat opgaan of de jungle in.”

200.000 levens

Deze week begint in de lommerrijke wijk Reparto Siboney in West-Havana de volgende onderhandelingsronde in een poging om een einde te maken aan een vijftigjarige binnenlandse oorlog die naar schatting 200.000 levens heeft gekost. De FARC is de laatste grote gewapende linkse verzetsgroep op het Zuid-Amerikaanse continent, terwijl het vroeger wemelde van de gewapende groepen die regeringen wilden verdrijven, zoals nu in het Midden-Oosten. Tanja Nijmeijer, afgestudeerd te Groningen in de Spaanse taal en letteren, is belast met woordvoering en de inhoud van de FARC-website. Ze vormt het visitekaartje bij persconferenties; spreekt vijf talen, heeft een representatief voorkomen, werkt uiterst stipt en – niet onbelangrijk – behoort ideologisch tot de gestaalde kaders.

“De gesprekken worden gevoerd in een kleine zaal. Aan een tafel zitten tien personen van iedere partij. Vijf die een volle stem hebben en vijf adviseurs. Er wordt gepraat en gepraat en op een gegeven moment wordt begonnen met het opstellen van akkoorden. En daar wordt weer over gediscussieerd, dan houdt het op en ga je door naar het volgende punt. Zes totaal. Daar gaan maanden over heen.”

Gestopt met roken

Er is geen koffie en ook vraagt Tanja Nijmeijer, ooit een kettingrookster, niet om een pauze. “Ik ben al een jaar gestopt.”
Dus beginnen we met het voor haar belangrijkste punt bij de vredesonderhandelingen: punt 2, de politieke deelname.

“Mensen denken vaak dat de FARC de wapens heeft opgenomen om het agrarische probleem, de ongelijke verdeling van de landbouwgrond. Maar alleen al het feit dat je aan de politiek wil deelnemen, wordt niet geaccepteerd door de elite. De exclusión, de uitsluiting, is de reden om de wapens op te nemen. Boeren hebben in 1964, het jaar dat de FARC werd opgericht, op de deur geklopt van de regering: ‘Help ons, wij willen land.’ Daar is altijd met geweld op gereageerd.”

De landbouwpolitiek, het eerste onderhandelingspunt bij de besprekingen is inmiddels afgerond. “Het belangrijkste dat voor ons is bereikt is dat de akkers die op dit moment door de kleine boeren worden bewerkt, geformaliseerd worden. Zij krijgen eigendomspapieren. Daarnaast zijn er 5 tot 6 miljoen verdreven boeren die in de steden verpauperen. Wanneer die willen, kunnen ze een stuk land krijgen.”

Dagloner

Het zwijgende FARC-lid aan tafel komt uit het noord-westelijke departement Chocó en is zoon van een dagloner. “Mijn vader had geen land en was genoodzaakt om naar de stad Barranquilla te verhuizen. De armoede die wij daar meemaakten was voor mij een reden om bij de FARC te gaan. Mijn ouders zijn overleden maar velen willen terug naar het platteland.”

Tanja Nijmeijer knikt instemmend. Het is nog altijd een politiek van grote bedrijven en van de regering om mensen te verdrijven voor het opzetten van mono-culturen, als soja of bananen. Ze benadrukt dat op landbouwgebied nog 10 punten, zogenaamde salvedades, uitgewerkt moeten worden. “De regering wil de diepere oorzaak, het neo-liberale beleid, niet ter discussie stellen. Wij wel.”

Het land met vijftig miljoen inwoners waar Tanja Nijmeijer met het M16 aanvalswapen in de aanslag jarenlang doorheen liep, kent veel onvolkomenheden, weet zij maar al te goed.

 

Karskens-Nijmeijer1

 

“Colombia is de oudste democratie van Zuid-Amerika, maar er is ook een groot verkiezingsapparaat dat zorgt dat de macht nooit beschikbaar komt voor gewone mensen. Om als politieke partij deel te nemen aan de verkiezingen moet je aan veel voorwaarden voldoen. Er ligt een akkoord over verlaging van die drempel. Iedere partij, ieder persoon moet aan de politiek kunnen meedoen. Voor ons is de aanpak van het paramilitaire apparaat, opgericht door grootgrondbezitters, daarom belangrijk. Want die houden de vernieuwing tegen. De paramilitairen en de staat zijn naar onze schatting verantwoordelijk voor tussen 70 en 85 procent van alle slachtoffers van het conflict; de precieze aantallen moeten onderzocht worden. Nog op 21 januari werd de belangrijke leider Carlos Alberto Pedraza van het Congreso de los Pueblos in Bogota vermoord aangetroffen. Bijna dagelijks worden mensen bedreigd of vermoord: linkse politici, medewerkers van televisiekanalen. Er bestaat in Colombia een hele extreemrechtse recalcitrante groep, onder leiding van voormalige president Álvero Uribe, die tegen het vredesproces is.”

Politieke partij

Linkse guerrillagroepen, zoals de FSLN die in 1979 Nicaragua bevrijdde van dictator Somoza en de FMLN van El Salvador die in de burgeroorlog van 1980-1992 vocht, transformeerden naar een politieke partij?

“Je moet het zo zien: de FARC is een politieke partij die op een gegeven moment de wapens heeft opgenomen omdat het niet anders kon. Maar we zijn niet getrouwd met de wapens. We kunnen die weer inleveren en doorgaan als politieke partij. Maar op dit moment is dat te riskant. Ik stel het me voor als een langdurig proces waarin continue stappen worden gedaan van onze kant en van de kant van de regering. Bijvoorbeeld een langdurig tweezijdig staakt-het-vuren. Nu is er alleen een eenzijdig staakt-het-vuren van onze kant, afgekondigd sinds half december, waarbij al zes mensen zijn gedood. Het grappige is dat de regering geen tweezijdig staakt-het-vuren wil omdat de FARC daar militair gezien ‘voordeel uit zou halen’, maar in de praktijk blijkt juist het tegenovergestelde.”

Hoe links is de FARC nog?

“Ik denk dat we ons al deze jaren op een leninistische manier georganiseerd hebben en een marxistische filosofie hebben gehad. Maar we zijn daar niet star in. Van: het moet zoals in de Sovjet-Unie. Maar ik zeg ook niet: ‘We gaan het marxisme opgeven’. Wij willen dat het volk politieke deelname krijgt en als da op een gegeven moment besluit een andere weg in te slaan, dan staan we open om een coalitie aan te gaan met andere partijen. We willen daar niet dogmatisch in zijn.”

Hoe groot zou de FARC dan zijn ten opzichte van andere partijen?

“U bedoelt hoeveel kans we zouden hebben? Ik denk dat het begin heel moeilijk zal zijn. Belangrijk zal de deelname in de media zijn. Al jarenlang wordt dagelijks op tv en in de kranten gezegd dat de FARC de bevolking aanvalt. Dat we terroristen zijn, dat we drugshandelaars zijn. Een heel groot deel van het Colombiaanse volk is daarin gaan geloven. We willen daarom ook meer macht in de media. Er is hier in Havana gesproken om radiofrequenties eerlijker te verdelen. Idem bij televisie. Wij willen gemeenschapsmedia, zoals in Venezuela, waar burgers zelf het nieuws maken. Het duurt misschien wel tien jaar voordat we op volle kracht zijn. Regeringsverantwoordelijkheid, zoals de oud-guerrillagroepen FSLN en FMLN in Midden-Amerika nu hebben, zou een eerste stap zijn. Ons doel wordt het bestrijden van ongelijkheid. Voor mij persoonlijk is het aller-essentieelste: onderwijs voor iedereen.”

Hotelfontein

Hotelgasten vragen het zwijgzame FARC-lid om wat foto’s van een gezelschap te maken. Vervolgens begint de hotelfontein te spuiten. Tanja Nijmeijer blijft onverstoorbaar. Ze legt alles zorgvuldig uit, corrigeert zo nodig en heeft geen krampachtig wereldbeeld, al zou je dat na al die jaren in de vochtige jungle van Colombia wel verwachten. Slapen op bladeren, eenzijdig voedsel en de constante oorlogsstress laat immers geen enkel wezen onberoerd. In de Verenigde Staten wacht maximaal zestig jaar gevangenisstraf voor haar deelname in het neerhalen van een vliegtuigje in 2003 en de jarenlange opsluiting van drie inzittenden werkzaam voor het Amerikaanse ministerie van Defensie. Er zijn krijgsgevangenen door de FARC gedood en honderden Colombiaanse militairen, politieagenten en lokale politici tijdenlang gegijzeld, zoals politica Íngrid Betancourt die in 2008 na zes jaar vrijkwam.

Mevrouw Nijmeijer (we vouvoyeren elkaar) blijft pragmatisch. Voor een succesvolle vrede moeten eerst talloze wonden helen, weet ze. “Wij hebben fouten gemaakt. Hier in deze zaal (ze wijst door de ramen van het Palco Hotel naar het belendende congrescentrum) hebben wij een meeting gehad met een groep nabestaanden en slachtoffers uit Bojayá, departement Chocó. In 2002 kwamen door een zelf gemaakte FARC-mortier 79 inwoners om het leven. De confrontatie was heel zwaar, maar belangrijk voor ons en ook voor de bevolking. Dat zijn dingen die niet in het nieuws komen. Het is wel geil om te roepen: ‘De FARC moet verontschuldigingen aanbieden, maar als het gebeurt, is het geen nieuws.”

Goudschaaltje

Over onderhandelingspunt vier, de drugsteelt – drogas ilícitas – weegt Tanja Nijmeijer haar woorden op een goudschaaltje. Dit is een gevoelig punt. Volgens berichten die op het internet circuleren bedraagt de omzet van cocaïne voor de FARC rond de half miljard US-dollars. Zonder deze narcodollars zou de strijd snel opdrogen. “Wat bereikt is, is een compromis met de regering om onder zekere voorwaarden te stoppen met de besproeiingen, om coca-bladeren te vernietigen. Ook worden de boeren die coca verbouwen niet langer als criminelen behandeld. De boeren vormen niet het echte probleem. Ook in de VS zeggen mensen dat drugs een wereldprobleem is. Dat the war on drugs is mislukt.”

De FARC verbouwt drugs of staat de verbouw toe in de gebieden die ze controleert. Is daar iets over besloten?

“Wij zijn geen drugshandelaars. We zijn een revolutionaire organisatie die woont en opereert in een land waar alles met drugs heeft te maken. Dat is wel een heel andere insteek. Er zijn afspraken gemaakt om de internationale maffia harder aan te pakken. We zijn ervan overtuigd dat boeren, als ze een kans krijgen, liever andere gewassen verbouwen dan coca, de grondstof voor cocaïne. Zeker als ze goede wegen hebben om hun producten naar de markt te brengen.”

Ander werk

Op de vraag hoeveel mensen van de FARC bij een vredesakkoord ander werk moeten zoeken, blijft Tanja Nijmeijer vaag. Het is het derde punt van de vredesonderhandelingen. De oorlog heeft diep wortel geschoten in de Colombiaanse economie. Want wat moet de staat met 500.000 militairen als er straks geen guerrilla meer is? Haar FARC-metgezel zegt dat er 70 FARC-fronten zijn, zowel in de stad als op het platteland. ‘Elk front telt 300 mannen gemiddeld.’ Dat komt neer op 21.000 strijders inclusief de gelegenheidsvechters. Andere cijfers schatten de vechtkracht van de FARC echter op nog maar 5.000 mensen.

Tanja Nijmeijer: “Dit is zeker enorm belangrijk voor ons als organisatie, maar het is gewoon nog niet ter sprake gekomen tot op heden.”

Wat zal Tanja Nijmeijer doen na haar guerrillatijd? Tuinieren of wacht haar een nieuw front?

“Heb ik alleen de optie tussen tuinieren of vechten? Dat lijkt me erg limiterend. Er zijn zoveel dingen die ik zou willen doen, maar één ding is zeker: Ik wil een bijdrage leveren aan een meer rechtvaardige wereld, zij het onderwijzen in Colombia, kritische journalistiek bedrijven of onafhankelijke media opzetten. Er staan enorme uitdagingen voor ons op de agenda; het einde van het gewapende conflict betekent niet noodzakelijkerwijs vrede. Zonder brood, dak, onderwijs, gezondheidszorg is er geen sprake van vrede. Daar wil ik me voor in blijven zetten.”

 

***

De onderhandelingen tussen de FARC-EP en de regering van president Juan Manuel Santos:

Punt 1: Landbouw. Een eerlijkere verdeling van de gronden.

Punt 2: Politieke deelname. Veilige en eerlijke participatie.

Punt 3: Einde van het conflict. Inleveren wapens en de demilitarisering.

Punt 4: Drugs. Hoe de cocateelt en cocaïnehandel te stoppen.

Punt 5: Slachtoffers. Compensatie en erkenning oorlogsgetroffenen.

Punt 6: Implementeren van de afspraken. De vorm waarop de akkoorden worden voorgelegd aan de bevolking en die daar het laatste woord in heeft.

 

***

 

FARC-guerrillalid Tanja Nijmeijer nodigt Nederlandse politici uit voor een bezoek aan Cuba. Ze wil Tweede Kamerleden voorlichten over de lopende vredesonderhandelingen met de regering van Colombia. “Als politieke partijen in Nederland en Europa het vredesproces van dichtbij willen leren kennen, zijn ze van harte uitgenodigd hier in Havana. Ik zou het leuk vinden als Nederland een actievere rol speelt. Momenteel kan dat niet want Nederland zit in de Europese Unie en daar staat de FARC op de lijst van terroristische organisaties. Want ook in een post-conflict kan Nederland een belangrijke rol spelen. Voor ons als organisatie is dat heel erg belangrijk. Als het vredesproces is afgelopen en het moeilijke begint, namelijk de implementering, vind ik belangrijk dat de internationale gemeenschap weet waar het om gaat.”

Zie voor de reacties van politici op dit voorstel: Tanja Nijmeijer nodigt kamerleden uit op Cuba.

 

Meer van Karskens in Blendle:

Udo Ulfkotte: ‘We waren door en door corrupt’