Baantjer en Flikken-acteur Victor Reinier vindt Peter R. De Vries een aardige vent, maar zijn opmerkingen over de realiteitszin van politieseries sloegen nergens op. In Veronica Magazine: “Natuurlijk zijn politieseries niet realistisch, want het is tv.”
Het tijdschrift zette Reinier, scenarioschrijver en rechercheur Simon de Waal, misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink en politiewoordvoerder Eenheid Rotterdam Roland Ekkers in de voormalig kroeg van De Cock en Vedder neer om te praten over het realiteitsgehalte van politieseries.
Reinier: “Toen we net begonnen met Baantjer, mocht ik met Simon (De Waal dus, red.) een dagje meelopen op de Lijnbaansgracht. Die avond heb je oude foto’s van moorden erbij gepakt en dat maakte enorm veel indruk. Maar ja, daar zag je in Baantjer niks van terug. Ik weet nog goed dat ik tijdens het meelopen met Simon ook meeging naar een arrestatie. Die man had zijn vriendin mishandeld, maar voordat hij meeging, werd aan hem gevraagd of hij zijn biertje eerst wilde opdrinken.”
Volgens de kenners is er in politieseries nooit een realistische weergave te zien van de werkelijkheid op politiebureaus. Hendrik Jan Korterink: “Het grote verschil is dat er in series altijd één rechercheur aan een zaak werkt met een slimme assistent terwijl het normaal gesproken een groot team is.”
Simon de Waal: “Dat maakt het al wel duidelijk: politieseries zijn zelden of nooit realistisch.”
Victor Reinier: “Flikken is in de loop der jaren wel steeds geloofwaardiger geworden. We krijgen de wapens, auto’s en kleding bijvoorbeeld eerder dan de korpsen zelf. We werkten daar met Erik van Rijsselt, die vanuit de politie in Maastricht alle scripts las om te checken of het klopte.”
Reinier vindt het jammer dat een serie als Hill Street Blues niet in Nederland te maken is. Victor Reinier: “Daarvoor hebben we te weinig volkse acteurs. Die serie gaat over het straatleven; dat zijn een beetje rauwe mannen die een biertje in de kroeg drinken, zoals Simon. In een Nederlandse Hill Street Blues zou je allerlei actuele thema’s kwijt kunnen.”
