Een grijze wolk hangt al twee weken boven Amsterdam. De vrijzinnige geest van sommige studenten aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) zorgt voor een zorgwekkende intellectuele ontsporing. Eerst door de dertien dagen durende bezetting van het Bungehuis, vervolgd met de bezetting van het Maagdenhuis. Verklaring? Een actiegroep onder de naam ‘De Nieuwe Universiteit’ (DNU) eist meer democratie en een stop op de bijna onvermijdelijke bezuinigingen.
De bezetting van het Bungehuis door de actiegroep De Nieuwe Universiteit met de steun van haar allianties heeft er niet alleen voor gezorgd dat medewerkers en studenten van de UvA de dupe werden – doordat ze hun werkzaamheden en studie niet normaal konden voortzetten – deze heeft ook voor een slecht imago van de hele universiteit gezorgd.
Het valt toe te juichen dat studenten het achterste van hun tong laten zien om hun betrokkenheid bij hun universiteit te tonen. Toch dreigt de UvA een slachtoffer te worden van een groep radicale, professionele ruziemakers die op niets anders uit zijn dan de UvA structureel bashen.
Als betrokken UvA-student zeg ik ‘nee’ tegen iedere poging om mijn universiteit onnodig in het kwade daglicht te stellen. Ik durf nee te roepen namens alle studenten die zich niet in het debat mengen en zich niet vertegenwoordigd voelen door een kleine voorhoede die zichzelf legitimiteit toe-eigent.
Dat De Nieuwe Universiteit moeilijk serieus te nemen is, blijkt uit het feit dat zij slechts symbolische voorstellen doet voor de grote en fundamentele problemen die zij aankaart. De strijd voor kwaliteit en tegen het rendement-denken en bezuinigingen moet op nationaal en Europees niveau worden gevoerd en niet met barricades op universitair niveau.
De actiegroep wil ook geen compromissen sluiten. Ondanks de uitspraak van de rechter, onderhandelingen met de UvA en de Amsterdamse burgemeester. De Mobiele Eenheid moest de bezetting van het Bungehuis beëindigen. Moest het écht zo ver komen? Maar daar bleef het niet bij. Het Maagdenhuis, het hoofdkantoor van het UvA-bestuur, werd door de Nieuwe Universiteit met haar sympathisanten bezet.
Opmerkelijk, want de bezetting van het Maagdenhuis is de derde bezetting van een UvA-gebouw binnen een periode van vijf maanden. Naast het Bungehuis werd al van september tot december een ander UvA-gebouw, het Spinhuis, gekraakt. Ook deze illegale bezetting gebeurde achter de rug van de verkozen studentenraad, die wel de legitimiteit heeft, om belangen van de studenten te behartigen. Net als bij de bezetting van het Bungehuis en het Maagdenhuis slaagden professionele ruziemakers erin om enorme media-aandacht te genereren. Zo gaf het universiteitsblad Folia Magazine in september vorig jaar uitgebreid een podium aan deze bezetters om hun demoniserende pleidooi tegen de UvA te verkondigen.
De Universiteit is een ruimte waar het vrije woord moet heersen en barricades nooit de overhand mogen hebben boven een open debat. De Nieuwe Universiteit heeft voor onconventionele methodes gekozen om aandacht te genereren voor terechte zorgen. Toch moeten wij ons zorgen maken wanneer toekomstige intellectuelen barricades boven een open debat prefereren als methode voor oplossingen.
Net als de bezetters van het Maagdenhuis en het Bungehuis ben ik ook een betrokken student aan de UvA. Ik deel net als velen de zorgen die door De Nieuwe Universiteit worden vertolkt. Maar ik weiger net als veel zwijgende studenten onderdeel te worden van een groep die mijn universiteit demoniseert.
Laten wij bewust zijn van de grijze wolk die nu boven Amsterdam hangt. Studenten mogen nu aandacht vragen voor de rol van de universiteit. Is de universiteit een entiteit die bestuurd mag worden als een bedrijf? Is een universiteit een organisatie die haar eigen beleid mag voeren, onafhankelijk van wat de politiek wil? Moet iedere studie maatschappelijke relevantie hebben en rendement leveren? Ik steun graag iedere beweging die deze vragen structureel wil agenderen en zich niet laat beperken door symbolische voorstellen over democratie.
De UvA heeft nu één van de beste studentenraad-modellen van Nederland. De ervaring leert echter dat de opkomst bij de studentenraad-verkiezingen rond de 20 procent ligt en dat daadwerkelijke inspraak bij een kleine groep gemotiveerde studenten ligt. Ondanks enorme investeringen en promotie van de UvA voor meer democratie.
Studenten mogen daarom niet de naam van democratie misbruiken om een klein gevecht met de UvA aan te gaan omdat ze wantrouwig zijn, hoe terecht ook. De UvA kent net als veel universiteiten grote uitdagingen, maar het zou zeer onverstandig zijn om vanuit een activistisch houding het oog op de realiteit te verliezen; open debat te ruilen voor barricades, huisvredebreuk en demonisering.
Iedere student moet twee keer nadenken voordat hij actie tegen zijn universiteit voert.