Queridos amigos e amigas! U heeft vermoedelijk de lente in de bol vanwege een waterig, miezerig achenebbisjzonnetje en een loeiende verwarmingspaal op een terras vol schurftige baardhipsters met roestige piercings door de geslachtsdelen, steevast vergezeld door van chlamydia, herpeskulturen en andere seksschimmels verteerde bakfietsmetplastiekeblommenaanhetstuurhuppelkutjes die glutenvrije nespressopleur met kersensmaak slurpen a 6 euro en 50 cents het bakje en in de waan leven dat wandelende vulliszak en vlooienorgel Russell Brand de geile reïncarnatie van onze Heere Jezus Christus uit het verre Nazareth is. En op 18 maart gaat u natuurlijk gewoon weer braaf D66 stemmen als u de school tenminste heeft afgemaakt, of stemt u wanhopig op de SP als u behoort tot het immense en vooral dappere Leger van Voetsoldaten der Eeuwige Bijstand.
Nee, dan ik. Ik had in het kader van mijn project Brussel Eurabia 2/Terug naar Kalifaat Molenbeek op een geheime locatie een ontmoeting met Teun Voeten, veteraan-oorlogsfotograaf en de enige rechtse antropoloog van de Lage Landen.
Drs. Voeten werd in Bosnië door een sluipschutter in zijn been geschoten, door Colombiaanse rebellen at gun point uit een bus gesleurd en ontvoerd, overleefde een peloton bloeddorstige kindsoldaten in Sierra Leone, sneuvelde verschillende malen bijna in hinderlagen van de Taliban in Afghanistan en woonde vijf maanden met aan crack verslaafde zwarte daklozen in een tunnel in New York.
Deze kater met zeven levens is net terug van de oorlog in Syrië en werkt nu aan zijn proefschrift over Mexicaans drugsgeweld, hetgeen mij natuurlijk bijzonder interesseert, en met name de straatprijs van een onversneden grammetje crack of crystal meth in het wonderschone land van Speedy Gonzalez, mezcal and the whole enchilada.
You hate to love the guy! Ondanks zijn droeve bestaan waarin hij heel veel ellende heeft mogen meemaken, ken ik Teun vooral als een montere, opgeruimde, bourgondische Brabander die altijd een luisterend oor is voor zijn talloze vrienden en het kopje niet snel laat hangen. Teun was een waardige kompaan toen ik in Brussel woonde en Brussel Eurabia schreef, inmiddels acht jaar geleden. Teun woonde toen in een trendy loft vol Gutmenschen in het hart van Molenbeek maar is het kalifaat inmiddels tot mijn verbijstering gillend ontvlucht. Molenbeek werd het Waterloo van de onversaagde, prijswinnende internationale oorlogsfotograaf. Daarom is hij de aangewezen fotograaf en buddie voor mijn project Brussel Eurabia 2. Terug naar Kalifaat Molenbeek.
“Tuur, zoals je weet kwam ik met de beste bedoelingen naar Molenbeek. Ik vond het als antropoloog én als mens een uitdaging om in een multiculturele kansenbuurt te mogen wonen tot ik er op pijnlijke wijze achter kwam dat het een monoculturele buurt was met 95 procent Marokkanen van de mohammedaanse gezindte. De aannemer van ons complex was een vriendelijke Marokkaan, mijnheer Hassan, met wie ik menig kopje thee muntthee dronk. Ik maar ook mijn hippe, blanke & welgestelde medebewoners, BCBG’ers en Bobo’s (Bon Chique, Bon Genre/Bourgeois Bohemien) vonden het retetof dat wij een geslaagde en goed geïntegreerde Marokkaanse aannemer als vriend konden koesteren.
“De vriendschap bekoelde enigszins toen Hassan zich ontpopte als een gemene, harteloze oplichter, ladenlichter en flessentrekker die met 115.000 euro, onze gemeenschappelijke pot voor de verbouwing, met stille trom vertrok en tot op heden ten dage spoorloos is.
‘De afgelopen week kreeg de hippe bloemenwinkel een molotovcocktail door de ruiten’
“Ik was er gaan wonen omdat de loft spotgoedkoop was vanwege de slechte reputatie van Molenbeek. Bovendien had ik veel vrienden in de hippe Dansaertstraat, de chique slagader die de Beurs in het hart van Brussel verbindt met Molenbeek. Dansaertvlamingen wil men ze wel eens noemen, een nogal pejoratieve benaming voor blanke mensen met geld die zweren bij de multiculturele samenleving en hun dagelijkse meninkjes uit dagblad De Morgen (de roeptoeter van het maakbare multiculturele België, A.vA.) destilleren. Naarmate de Dansaertstraat dichterbij Molenbeek geraakt, verloedert de straat. Toen ik in Molenbeek was komen wonen, werd er in het verpauperde gedeelte van de Dansaerstraat een enorme Apple-winkel geopend. Ik vond dat geweldig en dacht dat de wijk ten goede zou gaan veranderen. De winkel werd echter diverse malen overvallen en na de laatste overval, die eindigde in een gijzeling met machinegeweren, sloot Apple de deuren. De afgelopen week kreeg de hippe bloemenwinkel, op een boogscheut van de voormalige Apple-store, een molotovcocktail door de ruiten. Een gallerie die werd uitgebaat door een nogal opzichtige janette, kreeg een paar keer bakstenen door de winkelruit en vertrok.
“Hipstercafés als Barbeton en De Walvis, dat uitkijkt biedt over de brug die de Dansaerstraat met Molenbeek verbindt, betalen beschermingsgeld aan duistere sujetten uit Molenbeek. De Walvis is een paar keer overvallen. Niemand – en al helemaal niet Dansaertvlamingen – zal hardop zeggen dat de daders uit Molenbeek komen want daarmee zouden ze racisten zijn. Liever een islamknuffelaar dan een racist!
‘Molenbeek is een ghetto en een no go area voor de doodsbange politie’
“Een bevriende kunstenaar die zijn atelier in mijn voormalige loftcomplex heeft, bouwde in 2010 de brug die ik net noemde om tot een heuse Checkpoint Charlie, compleet met Russische en Amerikaanse vlaggen. De vlaggen werden gestolen, de houten keet werd in brand gestoken. Iedereen weet wie de daders zijn, maar niemand durft dat te zeggen. De angst regeert in Brussel maar niemand benoemt het probleem.
“Molenbeek is een ghetto en een no go area voor de doodsbange politie. Het hoofdbureau van de politie is na les événements in een onneembare vesting veranderd. Een van de laatste cafés van Molenbeek waar nog alcohol verkocht wordt, bevindt zich niet toevallig tegenover dat politiebureau. Tachtig procent van de bewoners, werkloos, leeft van de dop, de steun. Nergens ter wereld zag ik zoveel kinderwagens. Voor elf uur ‘s ochtends zie je er niemand op straat.
“‘s Avonds scharrelen er enkel drugsdealers op straat en schimmige salafisten die garagemoskees bezoeken. Tegenover mij zat een buurtwinkel van alleraardigste Afrikaanse negers uit Guinee-Conakry. Die is verschillende malen overvallen en om de moslims tegemoet te komen wordt er nu geen alcohol meer verkocht. In Molenbeek kan je nergens nog kranten kopen. Wel zaten er alleen in mijn buurtje al vier islamitische boekhandels.
‘Het is een teken aan de wand dat ze proberen je in je eigen straatje tot de Islam te bekeren’
“Op een nacht kwam ik laat terug na een drinkgelag met Dansaertvlamingen en schoolde er een groepje baardmannen voor ons loftcomplex samen. Het goede nieuws was dat het tenminste geen drugsdealers of verslaafde hosselaars zijn, al weet je het nooit in Molenbeek. Ik ben niet vies van een discussie op theologisch niveau en raakte in een verhit gesprek met ze verwikkeld omtrent de Heere God. Met man en macht probeerde ze mij van mijn onwankelbare katholieke geloof af te helpen, hetgeen de snoodaards uiteraard niet lukte. Maar het is een teken aan de wand dat ze proberen je in je eigen straatje tot de Islam te bekeren.
“Ik en mijn medebewoners hadden ons in feite verschanst in een gated community met een stalen toegangspoort en een oprolbaar garageluik. Als je die per ongeluk liet open staan, werd er meteen ingebroken en verdwenen onze fietsen. Regelmatig vlogen de rotte eieren tegen de stalen toegangspoort. Vanuit de treurige flat tegenover mijn loft werden er een paar keer volle jampotten door de glazen dakkapel geflikkerd. Toen ik op onderzoek ging in de buurt, stuitte ik op een muur van achterdocht, vijandigheid en haat. Mijn half-Engelse blonde zoontje werd op de kinderspeelplaats door Noord-Afrikaanse kindertjes gemolesteerd.
‘De brandweermannen werden vergezeld door vier agenten waarvan twee met machinegeweren. Dan weet je hoe ver het is’
“Ik klaagde ooit bij mijn Vlaamse huisarts dat ik zo lusteloos werd van de buurt. Hij begon spontaan in het Frans te mompelen: ‘Ach ja, Molenbeek, la Tristesse”. Toen viel bij mij het frankske. Mijn schitterende kansparelbuurt was eigenlijk het afvoerputje van Brussel, een asociale, disfunctionele in-trieste kutbuurt, wat wij antropologen zo graag een failed community noemen.
“De afgelopen week was er een brandje in een leegstaand pand, waarschijnlijk aangestoken door wat etters om een rel uit te lokken. De brandweermannen werden vergezeld door vier agenten waarvan twee met machinegeweren. Dan weet je hoe ver het is. Ik was dolblij toen ik voorgoed dat deprimerende zwarte gat verliet.
“Oplossingen zie ik niet, Ik zie alleen maar meer werkeloosheid, meer hoofddoeken, meer stupiditeit, meer haat, meer frustratie; meer Salafisten. Molenbeek staat op barsten, helemaal als er straks er nog meer Syrië-gangers terugkeren. De enige vraag is: wanneer?”
Teun is komende donderdag te gast in het VPRO-televisieprogramma Fotostudio De Jong. Hier zijn website.