In 2010 was Nederland ineens een succesvolle band rijker. De Handsome Poets zijn nog geen half jaar samen aan het spelen, of ze scoren een hit met Blinded. Dance (The War Is Over) volgt en wordt megahit op 3FM. Binnen een maand wordt er een album geschreven. Een droomverhaal. Maar sinds begin 2014, vlak nadat de band Vrienden van Amstel Live én een optreden tijdens de Olympische Spelen in Sotsji speelt, is het ineens stil. De mannen duiken de studio in. Na ruim een jaar, verscheen gisteren de tweede plaat van de Handsome Poets: 2015.
Zanger Tim, toetsenist Nils en drummer Daniel zitten in het Backstage Hotel voor een reeks interviews. Dit zijn de Handsome Poets tegenwoordig. Wat nou precies de formatie is, is wat onduidelijk. “Het makkelijke is dat het steeds minder wordt!” zegt Nils. “Wij zijn met z’n drieeen al sinds het begin de kernformatie. Op het podium wordt de band steeds groter, maar het bedrijfje erachter zijn wij met z’n vieren, onze producer Erik ook nog. De mensen die we erbij betrekken, doen alleen live mee.”
“We begonnen met z’n vijven, een classic bandformatie. We maakten de classic muziek, hadden de classic onenigheid en hadden de classic break up.” De band lacht. “Ja toch? Volgens het boekje, we hebben alle stappen van een rockband doorlopen. Wij drie zaten zo dezelfde kant op te kijken, zaten zo op één lijn, daarom zijn we met z’n drieeen doorgegaan.”
Dit blijft voorlopig ook even de formatie, zegt Tim. “We hebben vanaf het begin zoveel bizarre dingen meegemaakt. In drie maanden van in de kroeg spelen naar op Lowlands spelen. Het ging zo hard. Het is toch lastig als er iemand bijkomt die dat niet heeft meegemaakt. Daar komt bij dat we elkaar muzikaal perfect aanvullen. De chemie is heel chill. Samen met de vierde man, onze producer Erik. Met z’n vieren gaat dat schrijven gewoon heel goed. Toen we in februari vorig jaar begonnen met schrijven, ging het zo relax dat we er niemand bij wilden zoeken. Laten we gewoon een plaat maken die we met z’n vieren heel graag willen maken, dachten we. Daarna kijken we wel wat er voor die plaat allemaal nodig is aan muzikanten.” In deze formatie schreef de band 2015, het album dat afgelopen vrijdag verscheen.
Hij vervolgt: “De muziek is nog steeds supervrolijk, dat is wel iets wat heel tof is. Vrolijke nummers bedenken, iets bedenken wat je helpt of je vrolijk maakt. Een positief geluid, dat is wel het algemene thema. Daar kwam nu ook vriendschap bij. Af en toe gaat het wel meerdere kanten op, maar dat is wel de rode draad.”
Nils: “We hebben allemaal heel weinig shit meegemaakt. We hebben allemaal gezinnen die nog bij elkaar zijn, ouders zijn nog bij elkaar, broers en zussen doen het allemaal heel goed. Daar hebben we heel erg geluk in. Ik zie veel mensen om me heen met familieproblemen, gescheiden ouders, wij hebben daar allemaal een redelijk stabiele basis in. Als we schrijven, zit daar een heel positief familiegevoel in, en vriendschap, er voor elkaar zijn. Dat is denk ik ook waarom we elkaar zo goed aanvoelen.”
“Natuurlijk voel je je niet altijd even top, maar dan zijn nummers er weer om je te motiveren of te inspireren. Of jezelf te pushen weer vette dingen te doen. Dat is ook weer een positieve vibe,” vult Tim aan.
Nils: “En positieve liedjes schrijven is zoveel moeilijker dan depressieve liedjes schrijven. Volgens mij is het makkelijker om een liedje te schrijven die over allemaal problemen gaat dan positieve liedjes schrijven zonder dat het cheesy wordt. Zowel muzikaal gezien als tekstueel gezien. We werken echt naar een positief geluid toe. We proberen dan een tekst te schrijven die dan echt matched.” Daniel vult aan: “Het is een soort uitdaging.”
Waar de meeste bands naar het buitenland vertrekken, blijft de band in Nederland. In Gouda hebben ze een oefenruimte waar ze dag en nacht inkunnen om te schrijven. “Gouda heeft ons een beetje geclaimed, de roots van de band ligt daar ook. Voorheen gingen we altijd naar Utrecht, maar nu is Gouda een mooi midden qua waar we wonen. In die oefenruimte vergaderen en schrijven we.”
De stilte van ruim een jaar rondom de band heeft een reden. De band wil in tegenstelling tot het vorige album Sky On Fire de tijd nemen voor het nieuwe album. “Na Sotsji kregen we die ruimte in Gouda. In februari zijn we begonnen aan dit album. Toen hebben we uitgerekend hoeveel geld we nog hadden, hoelang we de huur konden betalen zonder te spelen.”
“Dat was onze deadline. Die periode hebben we genomen als blank canvas,” vervolgt Nils. “Gewoon gaan schrijven en kijken waar we uitkomen, maar wel doen wat goed voelt. Dat was heel langzaam schrijven. We zijn bijvoorbeeld met een opname teruggegaan naar de versie uit augustus, omdat daar toch het beste idee zat.”
Daniel: “Het is een soort tegenreactie op de Sky On Fire-plaat die we echt in een maand hebben geschreven en een paar weken hebben opgenomen. Dat ging supersnel, we hadden de single die heel erg goed ging en we wilden een album. Er was heel weinig tijd. Nu hadden we het gevoel dat we echt een album wilden maken waar niet die achterlijke druk opzit. We willen nu nummers maken waar we echt aan kunnen schaven, kunnen experimenteren met de sound. We hebben nu tien nummers die alle tien vet zijn en waar we honderd procent achter staan.”
Tim: “Vanaf het eerste jaar ging het als een malle. We hadden nooit de tijd gehad om te ontdekken, om dingen te proberen. Dat wilden we nu graag, de kans om te experimenteren. Een soort luxepositie waar we heel hard voor hebben gewerkt. We hebben de tijd voor onszelf afgekocht om dit te kunnen doen.”
“We hebben niet zozeer gekeken naar wat radiovriendelijk is. Het wordt daardoor wel een veel samenhangendere plaat. We hadden zelfs een liedje dat er volledig buiten viel. In het begin was het heel tof, maar het viel er teveel buiten. De keuze was herschrijven of het weglaten. Daar hebben we dan weer de tijd voor genomen, we hebben het nummer herschreven. Wild Side, heet het nummer. De energie van het nummer was supergaaf, maar het paste gewoon niet. Nu is de energie hetzelfde én het past bij de plaat.”
“Aan de andere kant gaat het ook wel meer kanten op, qua emotie,” zegt Daniel. “Het is niet meer alleen dat happy clappy vrolijke. Het is soms emotioneler, vanuit een donkerdere kant naar een positief refrein. Het heeft veel uitstapjes.”
Het onverwachte is een beetje een rode draad op de muzikale weg van de band. Zo was de synthesizer in eerste instantie niet aan Nils besteed. “Ik wilde altijd jazzpianist worden, met trio’s in kroegen spelen. Dat heb ik tot mijn tweede jaar conservatorium volgehouden, tot ik met de band begon. Ik kwam erachter hoe gaaf popmuziek eigenlijk is. Ik wilde in de band in eerste instantie geen synthesizer spelen.” “Ik ben pianist,” zeggen Daniel en Tim gekscherend met een bekakt accent. Nils: “Toen zei onze producer dat ik synth moest gaan spelen. ‘Koop deze synth,’ zei hij. ‘Als hij niet bevalt, koop ik ‘m van je over.’ Ik raakte ‘m aan en ik was verkocht. Nu staat de studio vol met synths en bouw ik laag op laag op laag.” Daniel: “We begonnen echt met sounds experimenteren, dat waren de synths. We schrijven liedjes altijd aan de piano of op de gitaar, dan gaan we het invullen. Maar die synths bepalen wel onze sound. Dat is vrij uniek als Nederlandse band. Laat staan dat de synths dan ook nog vooraan op het podium staan.”
Dat betekent wel dat de band live anders klinkt dan op de plaat. Tim: “Live klinken we anders, dat is wel een bewuste keus. Live zijn we wat rauwer, dat vinden we juist ook gaaf. Vroeger ging ik veel naar North Sea Jazz, dan had je supergoede bands, maar ook live hoorde ik gewoon de plaat. Dan wilde ik juist wel wat extra horen. Live bouwen we de nummers wat meer uit. We zitten nu al te denken dat een gitaarsolo vet is bij bepaalde nummers. We maken er een heel spektakel van. Dan mag het ook rommeliger en rauw klinken.”
Nils: “Ik heb nu een hele jaren 80-hoek gebouwd voor op het podium. Dan zit ik helemaal verstopt tussen alle synthesizers.” Daniel: “Nils kan nooit bier drinken op het podium!” Nils: “En ik kan ook nooit water drinken tijdens de show. Ik zweet ook niet, dat scheelt. Maar aan het eind van de show staat mijn water er altijd nog omdat ik zoveel aan het kloten ben met de synths. Het zijn honderdduizend knoppen. Maar daar hebben we repetities voor.”
Beeld: Peter van Velthoven