Eind januari demonstreerde de beweging die Break the System heet op het Haagse Malieveld. Hoewel de meningen daarover verschillen, leverde die dag vooral bad publicity op.
De demonstratie werd al vroeg verstoord door Rotterdamse hooligans die opriepen om het Binnenhof te bestormen. Later op de dag wilden de demonstranten weer naar het Binnenhof, waarop de politie de betoging afbrak. Men liet het er niet bij zitten en organiseerde een nieuwe demonstratie. Dit keer op de Amsterdamse Dam.
Men trapt af met een toespraak. Een mevrouw in rode jas heeft het over Rutte, de democratie die kapot is, de zorg, participatie en de hoge huren. Het systeem moet kapot. Fuck the system.
Ongeveer honderd mensen luisteren naar de mevrouw in rode jas. In tegenstelling tot de eerdere demonstratie in Den Haag bevinden zich minder conspiracythinkers onder het publiek. Van de in januari nadrukkelijk aanwezige hooligans geen spoor. De organisatie lijkt te leren. Hier staan de bezorgde burgers.
Huren, participatie en zorg. Daar draait het zaterdag om, terwijl ook banken en beurshandelaren een veeg uit de pan krijgen.
Een krans symboliseert de dode democratie, die als een heus skelet ten grave is gedragen. De regering doet maar, en luistert niet naar de burger, is de suggestie. Op de achtergrond staan twee agenten. Hoewel de organisatie graag mag afgeven op de politie omdat die hen voortdurend dwarszit, begeleidt de hermandad deze demonstratie zeer vredelievend.
Men gaat aan de wandel. Eerst de Kalverstraat, want aan het einde van die Kalverstraat ligt V&D. ‘We lopen er ook voor hen,’ zo weet een demonstrant. Met pannendeksels maakt men herrie.
De mevrouw met de rode jas betuigt haar steun aan het personeel van V&D, van wie de baan op de tocht staat. Behalve wat veiligheidsbeambten kijkt niemand op of om. Het doel van de actie is om mensen aan de kant van de beweging te krijgen, maar dat doel lijkt niet te worden gehaald.
Volgende stop is het Maagdenhuis. Dat is bezet door studenten. Een jongen met baard en dreads ziet verbaasd de demonstranten aankomen. Wat het spandoek ‘No Democracy Without Decolonization’ te maken heeft met de gang van zaken aan een universiteit is onduidelijk.
De enorme leegte van het Maagdenhuis valt op. Het wordt druk omdat Break the System binnenkomt. Hier en daar een student, een kraker en een zwerver die blij is met het onderdak. In het weekend moet de was gedaan worden, en zit de student bij pappa en mamma thuis.
Twee studenten hebben vooral aandacht voor hun laptop. Mooie benen en fraaie haren. Maar de demonstranten van Break the System krijgen nog geen minuut aandacht van haar.
Op een verdieping ligt een enkele student te slapen. De deur is dicht, en een bord met opschrift NIET STOREN laat niets aan duidelijkheid te wensen over.
Als Break the System verder wandelt blijkt de totale stilte in het Maagdenhuis eens te meer. Een dweil, wat stoelen en een spandoek. Meer is het niet.
Over De Dam marcheert men terug. Een Roemeens levend beeld keert de demonstranten de rug toe. Want ook die moet geld verdienen.
Ondertussen blijkt organisator Berry Camaro jarig. Hij vroeg om fakkels en toiletpapier. Bij het Centraal Station is het tijd voor een liedje.
Tijd voor de laatste actie. De Beurs. Men gooit met rollen toiletpapier om te laten zien hoe men over de gang van zaken in Nederland denkt. Het is de laatste actie in een demonstratie die ruim twee uur duurde.
Een opgetuigde koe is wat rest.
Break the System gaat dit jaar op toernee door heel Nederland. Op die manier hoopt men veel mensen achter zich te krijgen om het systeem omver te gooien. Dat zal ijdele hoop blijken te zijn. Een demonstratie zoals die van zaterdag is leuk en dient in de ogen van velen een sympathiek doel, maar het laat weinig stof opwaaien.
Dergelijke demonstraties zijn er wekelijks in onze hoofdstad. Terwijl de landelijke media er nauwelijks aandacht aan besteedt, haalt de Amsterdamse burger er de schouders voor op. Het hoort bij de folklore van de stad.
Volgende maand is de beweging in Groningen. Voor de gelegenheid noemt men die actie Shock the System. Misschien dat de broodnodige stof voor de organisatie dan wel opwaait.