“Ik zit alweer tien jaar in het Dagelijks Bestuur van het waterschap Aa en Maas“, vertelt Ernest de Groot, na Peter Vonk de meest genomineerde waterschapsbestuurder. Hij is lijsttrekker van Water Natuurlijk, de waterschapspartij die in 2008 werd opgericht door o.a. Natuurmonumenten, de 12 landschappen en Sportvisserij Nederland, die wordt ondersteund door D66 en GroenLinks. “Vanuit mijn studie landinrichting, planologie en landschapsecologie ben ik zeer geïnteresseerd in het buitengebied. Water speelt hierbij een belangrijke rol. Ik heb de tijd nog meegemaakt dat alleen boeren en bedrijven het voor het zeggen hadden in het waterschap. Ik wil de burgers en natuurbelangen een grotere stem geven in het waterschapsbestuur.”
Wat doet een dagelijks bestuurder in het waterschap?
“Hij onderhoudt in de eerste plaats contact met het algemeen bestuur en met de eigen fractie. Er zijn heel veel commissies waarbij je aanwezig bent. Er zijn natuurlijk ook ambtelijke contacten en contacten met de gemeenten waarmee we bij projecten samenwerken. Het leukste deel van het werk zijn de contacten in het veld. Ik zit in een stuk of dertig projecten waar ons waterschap bij betrokken is. Ik ben regelmatig aanwezig in allerlei gemeentehuizen en gemeenschapshuizen om die projecten te bespreken.”
Voor burgers zijn deze activiteiten onzichtbaar, tenzij je direct bij een project betrokken bent.
“Bij veel burgers zal dit alles inderdaad minder bekend zijn, maar als we aan een project werken zijn dorpsraden, wandelverenigingen, terreinbeheerders en boerenorganisaties absoluut actief. De gewone burger die niets te maken heeft met datzelfde project, kent ons alleen van informatieborden of als hun kind een keer op excursie gaat naar de waterzuivering.”
“Het waterschap werkt heel veel samen met burgers. Op lokaal niveau wordt interactief beleid [beleid waarbij burgers relatief veel inspraak hebben, CA] al veel toegepast, maar wij doen dat nog intensiever. Bij een bestemmingsplan binnen een gemeente gaat het vaak om procedures die formeel doorlopen moeten worden, terwijl wij veel investeren in keukentafelgesprekken met mensen die echt met veranderingen in het waterbeheer te maken hebben. Er gaat een heel traject aan elke verandering vooraf.”
Wat zijn volgens u de belangrijkste politieke thema’s binnen uw waterschap?
“Tachtig procent van de begroting van de waterschappen is uitvoerend werk, maar er zitten wel degelijk verschillen in die laatste 20 procent. Ik vind dat er in de politieke kleuring wel behoorlijk wat verschil zit. Binnen ons waterschap zijn er twee belangrijke thema’s. Ten eerste: moeten waterschappen alleen hun kerntaken sober en doelmatig uitvoeren of hebben waterschappen een bredere rol, waarbij ook aandacht gegeven wordt aan natuur, recreatie en meer ruimte voor water. Onze partij is van mening dat waterschappen voor die bredere insteek moeten kiezen.”
“Een tweede thema is de vraag welk principe het waterschap hanteert. In het verleden was vaak het beleid dat in een polder het waterpeil gold wat paste bij de teelt die daar plaatsvond. Als een boer grasland had, wilde hij dat laten beregenen en als de buurman boompjes of tuinbouw had, wilde hij de grondwaterstand een halve meter lager. Dan stopte die boer er een drainagesysteem in en trok daarmee het water omlaag. Zo is er een lappendeken van grondgebruik over Oost-Brabant ontstaan. Dat heet ‘peil volgt teelt’, een technocratische manier van met water omgaan.”
Wat wil Water Natuurlijk op dat punt?
“Wij zeggen dat het niet realistisch is dat iedereen het waterpeil krijgt wat hij wil. Wij willen uitgaan van de structuur van het landschap. Kijk naar het gebied en wat voor teelt daar mogelijk is. Afhankelijk van het gebied kun je dus grasland hebben of kapitaalintensieve tuinbouw. ‘Teelt volgt peil’ heet dat, ook wel een watersysteembenadering. Dat is een essentieel verschil tussen ons en het CDA, die technocratisch kijken.”
Ik kan me voorstellen dat als je in Den Bosch woont, je deze discussies niet relevant vindt.
“Dat is dus niet zo. In ons waterschap wordt water versneld afgevoerd naar Den Bosch wat in het putje van Brabant ligt. Alle problemen van het waterschap ontstonden altijd in Den Bosch en de omgeving daar stond regelmatig onder water. Op het moment dat Noordoost Brabant haar water beter vasthoudt, is de problematiek in Den Bosch een stuk minder. Ook steden als Veghel en Helmond liggen in beekdalen en die moeten we vrijwaren van wateroverlast.”
“Bedenk dat als de omgeving van Den Bosch onder water staat, de mensen in Den Bosch dat merken aan hun kelders. Bij droogte heeft men in Den Bosch ook belang bij een goede waterhuishouding, omdat een deel van de stad gebouwd is op palen, net als Amsterdam. Als die droogvallen, gaan ze rotten. Die palen moeten continu onder water blijven staan. Dus ook vanuit die optiek heeft de burger direct belang bij een goede waterhuishouding.”