In het Brusselse Paleis der Academiën klinkt donderdagavond een belletje. We gaan beginnen. Daar is Henk Kamp, de minister van Economische Zaken. Hij is speciaal naar Brussel gekomen om te spreken over de prioriteiten van zijn ministerie tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de EU begin 2016.
Maar eerst vertelt Kamp dat hij het verbazingwekkend vindt hoeveel energie onze minister-president heeft. Mark Rutte was gisteren druk met de verkiezingen, heeft maar twee uur geslapen en was vandaag alweer in Brussel. Kamp is blij dat de VVD wederom de grootste partij in de Senaat is en is verbaasd over de zesde plaats van de PvdA. Volgens Kamp ‘gaat het de PvdA wel lukken zichzelf weer goed op de kaart te zetten’ want ‘dat heeft Samsom eerder gedaan toen de PvdA op achterstand stond.’
De woorden van Kamp over de PvdA zijn zó ongeloofwaardig dat je je afvraagt wat er nog komen gaat. Het antwoord is: het wordt alleen maar erger. Want zijn verhaal lijkt eerder afkomstig van het eurofiele D66 dan van de eurokritische VVD. Kamp heeft altijd geloofd in het belang van samenwerking. ‘Europa was ooit een bron van ellende en vernietiging’, meldt Kamp, maar nu is er een generatie opgegroeid die het heel gewoon vindt ‘te klagen over zaken als bureaucratie en Straatsburg.’ De sfeer is in Europa erg veranderd volgens Kamp. Kennelijk ook bij de VVD.
Europa kan alleen door samenwerking de concurrentie met andere continenten aan, maar dat moet ‘wel georganiseerd worden’, aldus Kamp. ‘De mensen in Brussel verdienen daar veel waardering voor’ want ze zorgen ervoor dat er compromissen worden gesloten. Nederland is ‘heel constructief’ over Europa, horen we Kamp zeggen, want in Brussel wordt samen aan oplossingen gewerkt. ‘Zó gaat Nederland in 2016 het voorzitterschap in’. Ja, hier is nog steeds een VVD-minister aan het woord. Altijd kritisch over Europa.
Eindelijk is er economische groei in Europa en dat komt mede ‘door de rugwind van de euro’, zegt Kamp. Het wordt allemaal beter, want de nieuwe Europese Commissie is ‘echt gericht op ondernemers’. Dat merkte Kamp al toen Frans Timmermans nog minister was: ‘hij vindt het thema betere regulering heel interessant’.
En zo vergt Kamp het uiterste van zijn publiek: met een Europese investeringsfonds, het verbeteren van de interne markt, bestaande regels beter handhaven, netneutraliteit, de energie-unie, verdere regionale samenwerking en het wegnemen van belemmeringen voor het MKB. Het wordt niet zo geframed, maar iedereen weet: alles wat Kamp zegt leidt tot ‘meer Europa’, ook al ontkent hij dat bij hoog en laag.
‘Wie zijn die mensen hier?’ vraag ik een journalist bij de borrel. ‘Vooral ambtenaren’, meldt hij doodleuk. Het viel al op dat velen een naambordje hebben met het logo van de Rijksoverheid.
Zo valt Kamp door de mand. Dit is een netwerkbijeenkomst voor ondernemers maar er zijn vooral ambtenaren en vertegenwoordigers van ondernemers, niet de ondernemers zelf. Het is ook een raadsel waarom Nederlandse ondernemers naar een netwerkbijeenkomst in Brussel zouden komen, ongeacht of Henk Kamp daar spreekt. Ambtenaren en belangenbehartigers hebben hier natuurlijk wel alle tijd voor.
Voor een publiek van Brusselse ambtenaren en belangenbehartigers moet een speech wel pro-Europees zijn, want het publiek verdient een goed belegde boterham aan al die samenwerking. Een eurokritisch verhaal is bij de VVD gereserveerd voor debatten voor een breed publiek, niet voor Brusselse insiders. Het verhaal wordt moeiteloos aan het publiek aangepast.
De tweede spreker, de voorzitter van MKB Nederland, verrast dan ook geen seconde met zijn gelijksoortige verhaal over ‘het mooie project dat we Europa noemen’. Maar al snel wordt de zaal ongeduldig. Ze zijn nu wel genoeg naar de mond gepraat. Bovendien gaat het gerucht dat Ard van der Steur de nieuwe minister van Justitie is. Dat is voor ambtenaren en belangenbehartigers vele malen interessanter dan visies die in de praktijk uiterst rekbaar zijn.