Niets roept bij weldenkende mensen nobeler sentimenten op dan wanneer een onschuldig klein meisje iets verschrikkelijks wordt aangedaan. Iets als door je vriendje op een hotelkamer gezet worden om daar tientallen vreemde meneren over je heen te krijgen, ook al is zo’n schaap niet meer zo heel klein en beweert ze dat ze het allemaal doet uit liefde voor haar ridder op de witte scooter. Naar aanleiding van Valkenburgse zedenzaak, waarbij een 16-jarig meisje precies dat was overkomen, gingen bij Elma Drayer de nobele-sentimentensluizen dan ook wagenwijd open. Tot twee keer toe had een verdachte in de zaak zelfmoord gepleegd, waarna advocaten en een enkele rechtspsycholoog in het geweer waren gekomen tegen de manier waarop het Openbaar Ministerie (OM) een en ander had aangepakt.
“Op wonderbaarlijke wijze veranderden de verdachten in sneue slachtoffers. In één moeite door kreeg het Openbaar Ministerie de rol van Grote Boosdoener toebedeeld”, schamperde Drayer op 20 maart in de Volkskrant. Lees dat zinnetje nog eens en vul voor uzelf in wat Drayer naliet op te schrijven: van wat veranderden de verdachten in sneue slachtoffers? Onthoud uw antwoord, we komen erop terug.
Drayer is lang niet de enige die zich in felle bewoordingen tegen de kritiek op het optreden van het OM gekeerd heeft. Zelfs Kamerleden lieten zich er in het openbaar over uit. “Het meisje is het echte slachtoffer, het belang van de klant is daaraan ondergeschikt”, drukte Gert-Jan Seegers van de ChristenUnie de lezers van Het Parool nog maar eens op het hart. “Het is geen optie om een kinderverkrachting niet te vervolgen omdat het te pijnlijk is voor de dader,” tut-tutte de GroenLinkse Liesbeth van Tongeren, alsof ook maar iemand iets in die geest gesuggereerd had. En CDA-parlementariër en voormalig rechter Peter Oskam betoonde zich met ‘zedendelinquenten zijn het laagste van het laagste’ uit het meest exquise hout gesneden.
“Dat het gevolgen kan hebben voor hun huwelijk of relatie, daar zit ik niet mee”, brieste hij
Zoiets gebeurt niet iedere dag. Maar het gebeurt óók niet iedere dag dat een verdachte het nog voor zijn proces goed en wel begonnen is zo benauwd krijgt dat hij de hand aan zichzelf slaat. Ook niet in zedenzaken. Toch gebeurde dat in dit geval kort na de eerste pro-formazitting op 23 januari, waarbij moet worden aangetekend dat het om de man ging die in oktober 2014 in flagrante delicto met het meisje was aangetroffen. Caught with his pants down noemen de Engelsen dat treffend. Logisch dat iemand daardoor behoorlijk gedeprimeerd raakt, maar om nu gelijk zelfmoord te plegen? Dat gaat toch wel heel ver, zelfs voor Oskams ‘laagste van het laagste’. Het is daarom niet zo gek om te vermoeden dat de ongemeen ruige spierballentaal van Officier van Justitie David van Kuppeveld ter zitting er iets mee te maken had. Hij wekte sterk de indruk dat de ruim vijftig mannen op zijn lijstje met veel bombarie gevankelijk van huis zouden worden gehaald. “Dat het gevolgen kan hebben voor hun huwelijk of relatie, daar zit ik niet mee, ”brieste hij. “Jammer dan als vrouwlief de deur opendoet. Deze mannen hadden tegen betaling seks met een minderjarige. Het is strafbaar en ik ga ze niet helpen om dat geheim te houden.”
Op het eerste gezicht verklaart dat niet de paniek die de betrapte man eind januari, drie maanden nadat de bom was gebarsten, alsnog moet hebben bevangen. Zijn partner – als hij die had – wist immers al sinds oktober van de hoed en de rand, en hij was toen al in de boeien geslagen en inmiddels allang weer thuis. Maar op het tweede gezicht wel. Want een zedendelinquent die van een Officier te horen krijgt “het is strafbaar en ik ga ze niet helpen om dat geheim te houden”, ziet het schrikbeeld van Sietze van der V. opdoemen. Dat van een bestaan als opgejaagd, nergens meer welkom ondier. Levenslang op je hoede moeten zijn voor de volkswoede die zich plotseling op je kan richten. Voorbeelden van wat dat teweeg kan brengen zijn er genoeg, denk alleen maar aan de Iraniër Bijan Ebrahimi, die in juli 2013 in Bristol door een woedende meute verbrand werd, enkel vanwege vage roddels dat hij ‘pedo’ zou zijn. En die man was écht onschuldig! Vanuit dat perspectief is het zeker niet onmogelijk dat het dreigement van Van Kuppeveld het duwtje was dat de man alle hoop deed laten varen.
Toch deed deze zelfmoord nog geen stof opwaaien. Dat gebeurde pas toen het half maart opnieuw raak was. Dit keer ging het om iemand die alleen nog maar op de lijst van het OM stond om gehoord te worden als verdachte en getuige. Voor zo iemand is Van Kuppevelds “ik ga ze niet helpen om dat geheim te houden” het equivalent van het laagste intimidatiemiddel van het misdaadgilde: ik weet waar jij woont. Zeker als daarbij, zoals op 23 januari gebeurd was, de indruk wordt gewekt dat de politie je zomaar uit huis kan komen trekken.
Toen er na de tweede zelfmoord protesten van advocaten opklonken, reageerde het OM op de bij justitie gebruikelijke manier: het was allemaal de schuld van een ander, in dit geval van de pers, die de uitlatingen van Van Kuppeveld “ongenuanceerd” zou hebben weergegeven. Maar de pers had slechts correct gerapporteerd wat er was voorgevallen. Het was juist plaatsvervangend Officier van Justitie George Rasker die in het Dagblad de Limburger nog eens olie op het vuur gooide door te stellen dat men niemand wilde beschadigen: “Absoluut niet. Het OM wil wél een einde maken aan dit soort gruwelijke praktijken. De verdachten hebben momenteel de gelegenheid zich vrijwillig bij de politie te melden. Op korte termijn wordt begonnen met de arrestaties.” Dat haalt je de koekoek, denkt een bange en mogelijk schuldbewuste man dan. Ze gaan een voorbeeld stellen, dat wordt geen recht, maar een gericht.
Persofficier Martina Bijker probeerde nog op een tweede manier de schuld voor het gebeurde af te schuiven, nu op de doden zelf. Ze bestond het om over de zelfmoorden te verklaren: “wij betreuren dit, maar uiteindelijk is het een persoonlijke keuze.” Eigen schuld, dikke bult. Zou Bijker dat ook durven zeggen over de gepeste scholieren die er in de afgelopen jaren een eind aan maakten? Was dat ook een “persoonlijke keuze”?
Al dat onsmakelijks moest de aandacht afleiden van het riskante spel dat het OM in het geniep speelde. Justitie blies weliswaar hoog van de toren, maar bewijs was er nauwelijks. “Sperma liegt niet”, had Van Kuppeveld op 23 januari pathetisch uitgeroepen. Maar het wás er in de meeste gevallen ook niet, en dan heb je daar niks aan. In de befaamde prullenmand die in de hotelkamer was aangetroffen waren maar een stuk of twaalf besmeurde condooms gevonden, bij lange na geen vijftig. En van wie de aangetroffen zaadresten waren, wist men ook niet. Het enige waarop justitie zijn lijst van “verdachten en getuigen” baseerde, was het feit dat hun telefoonnummers in de telefoon van de bij de inval op de wc betrapte pooier Armin A. stonden, en dat uit GSM-gegevens was gebleken dat ze in de weken voor de inval in het hotel in de buurt van Valkenburg geweest waren. Daar kom je bij de rechter niet ver mee. Zeker niet voor zover het om Zuid-Limburgers gaat, die komen in de loop van een paar weken al gauw eens langs Valkenburg.
‘Zowel Drayer als het OM bestempelden mensen die nog niet eens kansrijke verdachten waren voor het gemak maar alvast tot dader’
En dan nog. Dat iemand met Armin A. gebeld heeft, bewijst niet dat er meer gebeurd is. Iemand kan spelen met een gedachte, maar uiteindelijk van verdere stappen afzien. Het wil zelfs niet zomaar zeggen dat het gevoerde gesprek ook maar iets met prostitutie te maken had, hoezeer gretig onze onderbuik dat ook suggereert. Het OM wist dat het met bijna lege handen stond. Daarom probeerde het welbewust mensen zo bang te maken dat ze zichzelf zouden komen aangeven. Het idee was illegale prostitutie te bestrijden door klanten af te schrikken. Maar het ging ook om dreigend gezichtsverlies, en daarvoor ging men, zou een cynicus zeggen, over lijken.
Is dat nou zo erg? In zo’n geval? Het gaat toch maar om enge, naargeestige mannekes die hun gerief zoeken bij een niet al te snuggere tiener? Jazeker is dat erg. Want herinner u nu even het woord dat bij u opkwam toen ik vroeg welk element ontbrak in de geciteerde van Drayer zin. Tien tegen één dat dat “dader” was. Zowel Drayer als het OM bestempelden mensen die nog niet eens kansrijke verdachten waren voor het gemak maar alvast tot dader. Nu mogen u en ik en Elma Drayer ons aan die maar al te menselijke onderbuikneiging bezondigen, maar niet het OM. Heel het justitiële apparaat is nu juist opgericht om dat te voorkomen, om de eenvoudige reden dat volksgerichten veel te vaak met meedogenloze wreedheid de verkeerden straffen – denk maar aan de in brand gestoken Ebrahimi.
Juist om die reden is het recht kil, formalistisch en afstandelijk, en hebben alle verdachten recht op dezelfde behandeling, vieze mannetjes incluis. Daarom ook is de taakverdeling tussen de onderdelen van het justitiële apparaat retestrak: de politie vangt “boeven” en draagt die over aan het OM als verdachten. Het OM verzamelt bewijs tegen hen en stelt bij de rechter een passende straf voor. Daarna bekijkt de rechter of en in hoeverre het verhaal van het OM deugt, waarna hij een beslissing neemt en bij veroordeling de strafmaat bepaalt. Dat doet hij binnen de kaders van wetten die niet door hem, maar door de volksvertegenwoordiging gemaakt zijn. Ten slotte gaan weer anderen binnen justitie over de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf.
‘Aanklager, rechter en beul tegelijk, dat zijn echt meer petten dan boven één toga passen’
In de Valkenburgse zaak trad het OM al die principes met voeten. Het probeerde mensen door intimidatie ertoe te brengen zichzelf te incrimineren. Met zijn “deze mannen hadden tegen betaling seks met een minderjarige” ging Van Kuppeveld op de stoel van de rechter zitten. En meteen begon hij ook maar met straffen: “ik ga ze niet helpen om dat geheim te houden.” Aanklager, rechter en beul tegelijk, dat zijn echt meer petten dan boven één toga passen.
De deal met Cees H. waarover Fred Teeven en Ivo Opstelten struikelden. Daar schreef ik dat het onbegrijpelijk was dat Teeven in 2000 zo hechtte aan strikte geheimhouding. Marian Husken en Harry Lensink zochten voor Vrij Nederland uit hoe dat zat. Teeven blijkt veel langer contact met H. te hebben gehad dan ik dacht. Al in 1994 sloot hij een overeenkomst met de toen in de EBI in Vught zuchtende hasjhandelaar. In ruil voor gratie en wat in beslag genomen sieraden (?!?!?) zou hij Teeven helpen om diens beoogde prooi, drugsbaron Johan V. te grazen te nemen. Maar onze Lucky Luke was vergeten om toestemming aan de baas te vragen. Zijn directe chef, sheriff Vrakking, vond alles best, maar de procureur-generaal piekerde er niet over om aan zulk gekonkelfoes zijn vingers te branden. Intussen lag bij Piet Doedens, de advocaat van Cees H. wel een door zowel H. als Teeven ondertekende verklaring waarin Teeven toezegde een gratieverzoek van H. van een positief advies te zullen voorzien, ook alweer op voorwaarde van geheimhouding door alle partijen.
Dat was wat er het hardste stonk aan het dossier: Fred was al die tijd al chantabel.