De werking van Serious Games is nog niet wetenschappelijk vastgesteld. Toch produceert Nederland er relatief veel: iets dat mogelijk wordt gemaakt door een overheid die aanzienlijke bedragen in deze sector stopt. Tussen 2007 en 2012 werd er 10 miljoen geïnvesteerd in een onderzoeksprogramma dat van Serious Gaming een succes moest maken. Dit gebeurde niet, en tot een wetenschappelijke doorbraak kwam het ook niet.
Onlangs zijn er desondanks wederom miljoenen gestoken in een soortgelijk traject. Maar nog steeds is de Serious Game geen commercieel succes, én is er geen bewijs voor effectiviteit. Is er eigenlijk wel bewijs voor de populariteit?
Alhoewel hij al langer bestond, begon de opkomst van de serious game zo’n tien jaar geleden, in 2006. Toen kwam een mengeling van mensen uit het bedrijfsleven, onderwijs, overheid en TNO samen om de stad Utrecht op de kaart zetten als dé gamehoofdstad van Nederland. Misschien zelfs van Europa.
Dit deden ze door journalisten en beleidsmakers te vertellen dat de gamesindustrie ongelooflijk hard groeide, en dat Nederland zijn kans moest grijpen voordat het te laat was. Dit vertaalde zich destijds in enthousiaste nieuwsberichten waarin werd gedaan alsof Utrecht het Nederlandse Silicon Valley werd. Het hart ervan zou de Dutch Game Factory worden (nu Dutch Game Garden), een gesubsidieerde ‘incubator’.
Omdat Nederland nooit écht een grote rol speelde op Nintendo’s, Playstations en Xbox’en, was het belangrijk om te benadrukken dat we op het gebied van Serious Games tot de top behoorden. In de originele subsidieaanvraag voor de Dutch Game Garden schrijft men het volgende:
“De markt voor serious games is sterk in opkomst, hierdoor ontstaan nieuwe (typen) opdrachtgevers binnen overheid en bedrijfsleven. De markt voor serious gaming wordt geschat in Nederland op 375 miljoen euro omzet; dit is bijna de helft van de totale omzet in de gaming-bedrijfstak.”
De daadwerkelijke omzet van Serious Games kwam op dat moment niet eens in de buurt van het genoemde bedrag. Uit documenten in handen van Bits blijkt dat, om tot 375 miljoen te komen, er ook grote electronicaconcerns, zoals Thales, werden meegerekend. Bedrijven dus, die niets met gaming te maken hadden. Ook werd de omzet die vanuit de overheid zelf al werd aangeleverd erbij opgeteld. Buiten de landsgrenzen was ‘Serious’ helemaal geen veelgebezigde term, laat staan een ‘explosieve groeimarkt’. Het beeld dat hier werd geschetst van een ‘booming’ industrie waar Nederland óók nog eens heel goed in zou zijn, komt hierdoor op losse schroeven te staan.
Desondanks werd het sentiment uit 2006 herhaald. Bijvoorbeeld in rapporten, zoals de Games Monitor. Deze onderzoeken richtten zich voor een aanzienlijk deel op ‘de opkomst van Serious Games’ en gaven adviezen voor hoe er gereageerd moest worden op de voorspelde trends. Aan deze Games Monitor werken partijen mee als Montpellier Venture, Dutch Games Association, Control Magazine en Dutch Game Garden; allemaal werkzaam binnen de ‘Serious Games’-sector.
Het rapport uit 2010 concludeert dat de sector groeiende is, en dat er een gebrek dreigt aan zowel projectmanagers als mensen die Serious Games kunnen produceren. Data die de aanname van groei onderbouwt, wordt er niet in gegeven. Desondanks wordt er ronduit geadviseerd om op zowel MBO- als HBO-niveau zwaarder in te zetten op vakgebieden die aan deze groei kunnen beantwoorden.
In de Games Monitor 2012 klinkt eenzelfde boodschap: ‘Serious is bezig met een opmars, en daar moeten we onze kinderen in voorbereiden’. Er wordt ook sterk nadruk gelegd op de noodzaak om vooral veel workshops en netwerkgelegenheden te promoten met oog op kennisdeling. Waarom Nederland op dit gebied zo sterk aan het groeien is, wordt mager onderbouwd. Hoe dit ervoor zou staan tegenover de groeiprognose in andere landen is al helemaal onduidelijk.
Binnenkort zal er een nieuwe Games Monitor verschijnen, waarin ditmaal de kansen voor de ‘Applied Game’ belicht zullen worden. Onlangs zijn er met de vorige editie ter hand in ieder geval alvast nieuwe miljoenen toegekend voor het ‘Growing Games’-initiatief. De Dutch Game Garden zal erdoor tot 2016 subsidie ontvangen om de applied-sector te ondersteunen.
Van de site: “In de Games Monitor van 2012 is een aantal kansen en belemmeringen voor de gamessector geschetst. Growing Games wil deze belemmeringen weg nemen en de kansen optimaal benutten.”
Wederom liggen er dus kansen en is er een groeimarkt waar antwoord op gegeven moet worden. Nog steeds is er geen betrouwbare data, en tóch moeten we weer opschalen, nu voor ‘Applied’. Of dat iets anders is dan ‘Serious’, blijft vaag. Bewijs dat dat nu wél werkt is er ook niet. Maar groeien doen we wél, zegt men.
Wil je – om wat voor reden dan ook – contact opnemen met Bits? Stuur een mailtje naar [email protected] , of volg Bits op Twitter: ‘@Bitspost‘.