Om een bedrijfsuitje van biergigant InBev goed mogelijk te maken, strooide de gemeente Utrecht zelf afval rond in een park in de stad, dat meldt RTV Utrecht. Erwin van Selm, die naast de Voorveldse Polder woont, zag woensdagochtend een gemeentewagentje in het park. Vervolgens stapten enkele medewerkers uit om afval rond te strooien.
De medewerkers bleken het afval daar te dumpen, zodat mensen van brouwerij InBev het vuil een paar uur later konden opruimen tijdens een bedrijfsuitje. De gemeentewerkers vertelden Van Selm dat ze het vuil verspreidden voor een opruimactie. Waarna, inderdaad, een uur later twee bussen vol medewerkers van InBev arriveerden. Die gingen met hesjes, grijpers en vuilniszakken aan de slag in het park.
De parkcoördinator van de gemeente verteld dat er sprake was van een wat ‘overenthousiaste bui’ van een aantal medewerkers. Zij hadden het extra vuilnis in een rand om het park gelegd, hetgeen de coördinator ook “niet helemaal te bedoeling” lijkt. Raadsleden reageren geschokt op het nieuws van de bizarre afvaldump. Volgens de coördinator is het natuurlijk fijn dat het schoongemaakt is, maar is niet de bedoeling dat de gemeente afval weggooit voor mensen “om op te ruimen”.
In een reactie aan ThePostOnline laat een woordvoerder van ABInBev weten erg geschrokken te zijn van het feit dat er vuil gedumpt is, om voor hun teamuitje te zorgen. Zij laat weten: “We organiseren met enige regelmaat schoonmaakacties om aandacht te vragen voor het milieu en een daadwerkelijke bijdrage te leveren aan een schonere leefomgeving. In dit geval hebben wij contact gezocht met de gemeente die dit park als geschikte locatie aanwees.”
Van het voornemen afval te dumpen om dat vervolgens weer op te laten ruimen wist het bedrijf niets, zo geeft men verder te kennen, “en wij zouden daar ook nooit aan meewerken.“
Over het uitje zegt men: “Bij de meer dan 100 medewerkers die zich gisteren met enthousiasme dachten in te zetten voor het goede doel overheerst nu vooral teleurstelling. Als bedrijf vinden wij het van belang iets terug te doen voor de gemeenschappen waarin we werken en leven. We laten ons dan ook niet ontmoedigen door dit incident en zullen doorgaan met het promoten van vrijwilligerswerk en actief organiseren van dit soort activiteiten.”