De Syriza-revolutie in Griekenland, de Studentenrevolte in het Maagdenhuis: soms lijkt een omwenteling binnen handbereik. Dan is er hoop op verandering: niet meer de allesoverheersende marktwerking, niet meer de economisering van alles wat van waarde is, niet meer het rendementsdenken in de zorg en het onderwijs. Maar op het stadhuis in Amsterdam trekt de coalitie van D66/VVD/SP zich niets aan van de veranderende tijdsgeest, daar waait een stevige neoliberale wind. Amsterdam gaat in de uitverkoop en men verkiest kleine private meevallertjes boven publieke voorzieningen.
Belangrijk wapenfeit van deze coalitie is de afschaffing van het erfpachtstelsel. De waardestijging van de Amsterdamse grond komt straks niet meer ten goede aan de gemeenschap, maar aan individuen en aan grote bedrijven. Degenen die als eerste een stukje grond bemachtigden profiteren straks van publieke investeringen in de stad. Maar daar houdt de uitverkoop niet mee op. De coalitie begint binnenkort met het verpatsen van vastgoed en deelnemingen in Amsterdamse bedrijven. Dat moet 250 miljoen euro opleveren. Voor een zak euro’s, worden maatschappelijke belangen in publieke organisaties verkocht. Op de nominatie staan publieke voorzieningen als energienetwerkbedrijf Alliander, Glasvezelnet, het Afval Energiebedrijf en de parkeerhandhaving.
Deze 250 miljoen euro verdwijnt niet in een fonds, om maatschappelijke en duurzame investeringen mee te doen, maar wordt gebruikt om de schulden van de stad mee af te lossen. Pure neoliberale symboolpolitiek, want de rentelasten voor deze investeringen in onder meer de Noord-Zuidlijn, onderwijsgebouwen en infrastructuur (‘schulden’) draagt de stad met gemak en de rente was bovendien nog nooit zo laag. Het is als je huisraad verkopen, om je hypotheek voortijdig af te lossen: idioot.
Na het zoet, extra geld voor armoedebestrijding en onderwijs, komt dan nu het zuur. Bij het opstellen van het coalitieakkoord waren het bedekte termen: bezuinigingen in het kader van subsidies, inkoop en ‘slagvaardige overheid’(jaarlijks respectievelijk 30, 55 en 65 miljoen euro) en konden raadsleden noch wethouders van de coalitiepartijen vertellen wat dit precies betekende. Maar inmiddels worden de contouren van een kille bezuinigingsoperatie zichtbaar.
Misschien wel het meest pijnlijk is de 30 miljoen bezuinigingen op subsidies voor organisaties voor zorg, onderwijs, daklozenopvang, huurdersondersteuning, kunst en cultuur. Die subsidies worden wegbezuinigd omdat de coalitie vindt dat zij overbodig of dubbel werk doen. Welke organisaties dit zal treffen wordt pas later duidelijk. Maar gezien de omvang van dit bedrag kan dit zomaar honderden banen in de stad kosten. En waarom?
Om de door de VVD zo gewenste, maar puur symbolische lastenverlichting voor de Amsterdammers te betalen: maar liefst 26,5 miljoen euro wordt daaraan stuk geslagen. Maar wat betekent het in de praktijk? Ondernemers betalen een paar tientjes aan terrassen en reclamebelasting minder. En Amsterdammers krijgen een voordeeltje van 15 euro per jaar voor de afvalstoffenheffing. 15 euro! Een knap staaltje neoliberale politiek: een klein beetje private rijkdom, in ruil voor publieke armoede.
Buiten gloort de hoop van sociale verandering. Maar in de Stopera zijn de luiken dicht en is het neoliberalisme aan de macht.